Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Drs. Tj. de Reus

Leven van Bach en dood van Schneider

Spanningsvol, eigentijds, diepzinnig en voluit christelijk. Die kwalificaties gelden voor de nieuwe roman van Pieter Nouwen, "Het negende uur". Op het bijbelse negende uur riep de stervende Christus uit: ,,Eli, Eli, lama sabachthani". Deze woorden vormen een leidend motief in dit indrukwekkende nieuwe boek. 

"Het negende uur" is Nouwens derde boek. In 1991 publiceerde hij de verhalenbundel "De god in de machine" en in 1993 de roman "De lichtwachter". Als je deze drie boeken vergelijkt, valt er een ontwikkeling waar te nemen. Nouwens eerste boek vertoont nauwelijks christelijke trekken. Het gaat in "De god in de machine" om het ontmaskeren van schijnzekerheden, die nogal eens stoelen op westerse, 'wetenschappelijke' inzichten. 

Na dit boek komt "De lichtwachter", een eigentijds bekeringsverhaal. De hoofdpersoon komt aan het slot van het boek tot inzicht in de betekenis van Christus. Dit boek kun je zien als een beeld van de weg naar Christus, terwijl "Het negende uur" zijn vertrekpunt neemt ín de werkelijkheid van Christus' lijden en sterven. 

Anti-Christus
"Het negende uur" bevat twee verhaallijnen, die elkaar per hoofdstuk afwisselen. De eerste speelt in onze tijd. Hoofdfiguur is de zanger Edward Schneider, die op het punt staat internationaal door te breken. Een beroemde dirigent nodigt hem uit de Christuspartij van de "Matthäus-Passion" te zingen in het Concertgebouw. Dat brengt hem in de schijnwerpers. Iedereen is onder de indruk van zijn fenomenale zangtalent. Maar tijdens de generale repetitie gebeurt er iets: als zijn stem uitschiet bij de woorden ,,Eli, Eli, lama sabachthani", maakt hij er een grapje van. Hij spot met de tekst van de "Passion". De dirigent wordt erg boos en neemt zich voor in het vervolg niet meer met Schneider samen te werken. 

Ondanks dat heeft Schneider zijn naam gevestigd en dat viert hij met zijn vrienden. Merkwaardigerwijs zijn die vrienden eigenlijk volgelingen van hem. Enkele van hun namen zijn: Jan, Pierre, Bart, Julius... In de loop van het verhaal wordt de overeenkomst tussen Christus en Schneider steeds duidelijker, maar dan in het negatieve. Schneider is een anti-Christus: hij is uitsluitend gericht op eigen genot en roem. Hij 'gebruikt' daarbij zijn volgelingen, die hem financieel ondersteunen. Ook noemt hij zichzelf een martelaar voor de kunst. 

Op het moment dat de roman begint, ligt dit allemaal al in het verleden. Schneider leeft zelfs al niet meer: op Stille Zaterdag wordt hij dood aangetroffen in zijn woning. Een rechercheur van de politie vermoedt dat Schneider op Goede Vrijdag om 3 uur 's middags overleden is. Zo symbolisch... Zou er geen opzet in het spel zijn, of zelfs moord? De rechercheur gaat op onderzoek uit. 

Bach 
Door het verhaal van deze vermeende moordzaak heen vlecht Nouwen een tweede verhaal. Dat verhaal speelt in de achttiende eeuw en de hoofdpersoon is niemand minder dan Johann Sebastian Bach. Het is de week voor Goede Vrijdag en de componist werkt aan zijn "Matthäus-Passion", die vrijdag uitgevoerd zal worden. In deze serie hoofdstukken komt Bach naar voren als een ernstige gelovige, die zijn muziek schrijft tot eer van God. Een belangrijke notie uit Bachs overpeinzingen en gesprekken is diens streven om het lijdensverhaal zo grondig in zijn muziek te verwerken, dat de luisteraars het zullen herbeleven als 'aanwezige werkelijkheid'. 

Deze notie is belangwekkend, omdat Nouwen daarmee impliciet een gesprek voert met het moderne denken. Daarin wordt taal, ook de taal van de muziek, als iets leegs gezien. Taal heeft geen band met de werkelijkheid en stelt deze ook niet echt aanwezig. Het zou dus best eens kunnen dat woorden, en ook iets als de "Matthäus-Passion", niets dan leugens bevatten. Een naam die hierbij hoort, is die van Derrida, filosoof van het postmodernisme. Nouwen noemt in deze discussie zijn opponenten niet bij naam en toenaam, maar in de boeiende, essayistische delen van de roman voert hij geen discussie 'ins Blaue hinein'. De roman is hier verrassend actueel en heeft onnadrukkelijk het karakter van een apologie. 

Eeuwigheid
De vraag of de "Matthäus-Passion" Christus' lijden en sterven 'werkelijk aanwezig' maakt, speelt ook een rol in de eerste verhaallijn. Edward Schneider vond namelijk dat de inhoud van de "Matthäus" er niet toe deed. Alleen de virtuoze aaneenschakeling van klanken was belangrijk. Voor de werkelijkheid van het lijdensverhaal had Schneider niet de minste eerbied. De dirigent bij wie Schneider de Christuspartij zong, heeft hierop een tegengestelde visie, evenals Pieter Nouwen. Als regisseur van het verhaal laat hij Schneider, als deze sterft, de "Passion" als werkelijkheid beleven. Dat bewijst Schneiders (en Derrida's) ongelijk. Tijdens zijn sterven, dat aan het slot van de roman wordt beschreven, wordt Schneider zelf aan het kruis gespijkerd. Omdat hij tijdens zijn leven Christus afwees, deelt hij nu niet in Christus' plaatsvervanging. Hij moet zelf de straf dragen. 

Overigens heeft Nouwen dat stervensmoment van Schneider ingenieus in elkaar gezet. De twee verhaallijnen komen bij elkaar: Schneider ontmoet Bach, bevindt zich op Golgotha en maakt als toeschouwer zijn eigen crematie mee. Wat gebeurt er op dat moment allemaal? Misschien kun je al die wonderlijke gebeurtenissen samenvatten in de gedachte dat ,,de boeken geopend worden". Schneider krijgt voor ogen wie hij tijdens zijn leven is geweest. Nouwen zet op dat moment in zijn roman de tijd-ruimtelijke categorieën op hun kop. Het is een knappe illustratie van het feit dat de eeuwigheid, waarin Schneider zich dan al bevindt, ons voorstellingsvermogen te boven gaat. 

Nouwen zette zijn boek in elkaar als een muziekstuk. Dat kan opgemaakt worden uit de symboliek, de herhalingen en de voortdurende echo's van het bijbelse lijdensverhaal. Dat alles maakt het lezen van dit boek tot een avontuur. 

N.a.v. "Het negende uur", door Pieter Nouwen; uitg. Thoth, Bussum, 1997; ISBN 9068681664; 191 blz.