Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Jan-Kees Karels

De klepel in de blokfluit verstopt

Het boekje ”Kogels in de kerk”, geschreven door de neerlandicus en kerkmusicus Dirk Zwart, gaat over kerkmuziek, mensen die er een potje van maken en over Dikkertje Dap.

Componist en neerlandicus Dirk Zwart (1962), nazaat van de bekende organist Jan Zwart, is cantor organist in de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Rotterdam Centrum en dirigeert het Interkerkelijk Koor Salem in Ridderkerk. Jarenlang leverde hij artikelen en recensies over schrijvers en dichters. Bij het tijdschrift Liter hield hij het vorig jaar voor gezien. Volgens hem verschijnt er in het christelijk literaire wereldje „ongelooflijk veel rommel, maar omdat iedereen daar middenin zit wordt het niet meer herkend als rommel.” Zwart richt zich nu meer op het schrijven over muziek, en daarvan is deze bundel een resultaat. ”Kogels in de kerk” verscheen ter gelegenheid van zijn 25 jarig jubileum als cantor. Er staan bijdragen in over kerkliedmelodieën, gemeentezangbegeleiding, de bedenker van ”Dikkertje Dap”, er staan interviews in met Antoine Oomen en Tom Löwenthal en met Zwart himself. 

Wat aanspreekt in dit boekje zijn de relativerende toon, het vakmanschap en de kritische zin van de auteur. In het essay ”Muzikale missers” laat hij zien hoe romanciers en dichters met een air van muzikale deskundigheid allerlei lariekoek te berde brengen. Nee, van Berlioz bestaat geen fluitconcert, een compositie in de toonsoort ”B mol” moet nog geschapen worden en uit de ”Maanschijnsonate” blijkt dat Lévi Weemoedt „in zijn orgeltje een klok heeft horen luiden, maar de klepel in zijn blokfluit heeft verstopt.” 

De opstellen over gemeentezangbegeleiding bevatten opstekers en tips voor iedereen die met kerkmuziek te maken heeft. Voor organisten: „Tussenspelen zijn meestal overbodig, omdat ze de natuurlijke voortgang van een lied onderbreken.” Voor onderzoekers: „Wat ik eens zou willen zien, is een database van alle melodieën van de laatste vierhonderd jaar.” Voor ”Psalmen voor nu” fans: „Het jammere van die ”Psalmen voor nu” vind ik dat ze niet specifiek voor de gemeente worden geschreven, terwijl die teksten er juist zo geschikt voor zijn. Het zijn popliedjes, en soms zijn ze wel, maar meestal helemaal niet zingbaar voor een gemeente.” Voor kerkenraden: „Laat een professional eens een rapportje maken over de situatie van uw gemeentezang, met de bijbehorende aanbevelingen.” Voor kerkenraden die menen dat je een organist wel met een boekenbonnetje van een paar euro kunt afschepen: „Goed orgelspel is gemeente opbouw. Daar mag best een kleine post voor op de begroting staan.” Voor organisten die graag „uit het hoofd” spelen: „Als u niet kunt improviseren, probeer het dan ook zoveel mogelijk te vermijden.” 

Interessant is wat Zwart in het slotinterview opmerkt over theologie en muziek. Waar protestanten de neiging hebben het Woord boven de muziek te plaatsen, draait Zwart die verhouding om. „Theologie ontneemt eerder het zicht op God dan dat ze verheldert, vind ik, maar muziek overstijgt de theologie en is voor mij een belangrijke uitingsvorm voor mijn geloof.” Zwart herkent zich in de dichtregels van Jan Willem Schulte Nordholt: „Maar alleen mijn zingen geeft/ mij de zekerheid dat Hij er is.” Muziek verschijnt zo bij Zwart als een kenbron, als een mogelijkheid om met God en het goddelijke in contact te komen. God openbaart Zich immers via woord en toon, via preek, gebed en lied. 

Het goede aan Zwarts beschouwingen is dat hij zich kant tegen allerlei moderne opleuking van de liturgie met het oog op de jeugd en zich keert tegen de ‘evangelisering’ van het kerklied, en tegelijk binnen de kaders van de klassiek kerkmuzikale traditie zoekt naar wegen waarop christelijke gemeenten de eredienst vorm kunnen geven. Als zodanig heeft hij ook reformatorische gemeenten, waar de bezinning op liturgie nog grotendeels op gang moet komen, zeker wat te zeggen. 

N.a.v. ”Kogels in de kerk”, door Dirk Zwart; uitg. Kok, Kampen, 2006; ISBN 90 435 1321 0; 155 blz.