Het leven lacht nu Lulu Wangs boek over haar jeugd in China een succes blijkt. Maar er is ook een grimmige kant. Want het zijn niet alleen enthousiaste lezers die haar opzoeken. Ook de beulen van toen achtervolgen haar nog dagelijks met hun waanideeën en misdaden. Jeugdherinneringen laten zich niet zomaar in klinkende munt omwisselen.
Tot voor kort was ze een onbekende, maar sinds haar boek in de etalages ligt, doet ze niet anders dan lezingen houden en in winkels exemplaren van haar werk signeren. De Chinese Lulu Wang (1960) is met haar debuut plotsklaps een bekende Nederlander. Of ze de roem van Jung Chang met diens "Wilde Zwanen" gaat evenaren valt nog te bezien; dat "Lelietheater" een internationaal kassucces
gaat worden is wel zeker.
Maar het zijn (nog) geen sterke benen die deze roem kunnen dragen. In haar flatwoninkje in Maastricht is het eerste wat bij binnenkomst opvalt dat alle deuren zijn beplakt met stickers waarop in zwarte letters "ja" gedrukt staat. Het blijken visuele 'opkikkers', gericht tegen het voortzeurende "nee" in haar hoofd.
De in Peking geboren docente aan de tolken- en vertalersopleiding in Maastricht woont al meer dan tien jaar in Nederland. In ruim zeven jaar schreef ze het boek, een grotendeels autobiografisch werk, waarin ze haar jeugd ten tijde van de Culturele Revolutie onder Mao Zedong weergeeft.
In "Lelietheater" staan de belevenissen van het 12-jarige meisje Lian (Chinees voor lelie) centraal, die met haar ouders tot de hoogste kaste van China behoort. Haar moeder is historicus, haar vader arts. Onder de terreurcampagne van Mao, begin jaren zeventig, krijgen vooral leden van deze elite het zwaar te verduren. Met vrachtwagens tegelijk worden ze naar strafkampen weggevoerd om te worden heropgevoed.
Zo ook Lian met haar moeder vader zit elders in het land opgesloten. In het kamp geniet Lian te midden van alle ontberingen privé-onderwijs van gedetineerde hoogleraren. Deze kampperiode neemt slechts een beperkt deel van het boek in beslag, desondanks is de titel Lelietheater- hieruit afkomstig: Lian geeft deze naam aan het meertje achter het kamp, waar ze de kikkers, bloemen en insecten vertelt wat ze tijdens haar lessen over de Chinese geschiedenis heeft geleerd.
Getreiterd en geschopt
Belangrijker is de vriendschap tussen Lian en Kim, een meisje dat tot de laagste kaste behoort en met haar ouders in de modderhuisbuurt van Peking woont. Vanwege haar lage afkomst wordt ze op school getreiterd, geschopt en geslagen. Zo niet door Lian, die na terugkeer uit het kamp er alles aan doet om Kim door haar klasgenoten geaccepteerd te krijgen. Hoge cijfers en indrukwekkende sportprestaties zouden dat toch moeten realiseren, verwacht Lian en ze helpt haar vriendin met huiswerk en bij het trainen voor de schoolcompetitie.
Uiteindelijk wint Kim met glans de jaarlijkse sportwedstrijden, en haalt ze de hoogste cijfers. Maar erkenning door haar klasgenoten blijft uit. Het getreiter gaat maar door. Daarop laat Kim alle hoop varen en voegt ze zich bij een straatbende uit haar buurt. De vriendschap met Lian wordt verbroken (Kim achtervolgt haar zelfs met een mes) en Lian keert terug achter de zwaar gebarricadeerde kastescheidslijn. Een door de partij opgelegde lastercampagne tegen haar ,,ontaarde kapitalistische" leraren neemt vervolgens alle aandacht en energie van Lian in beslag. Het verhaal eindigt op het moment dat Kim als een heuse terroriste wraak wil nemen op haar klasgenoten. Ze moet haar poging echter met de dood bekopen nadat de politie is opgetrommeld om haar uit te schakelen.
De 'moraal' van het boek is van een verbluffende eenvoud. Enkele keren wordt die zelfs letterlijk door de hoofdpersonen geformuleerd: wie als dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Toch mag juist dát in het revolutionaire China onder Mao opmerkelijk heten. Die lagere kasten moesten immers nummer één op de sociale ranglijst worden! Maar in plaats daarvan blijft het eeuwenoude kastenstelsel overeind, worden de boeren en arbeiders door de elite geminacht en getreiterd en... laaft de partijtop zich aan privileges en buitensporigheden die alleen naar buiten toe als ,,westerse decadenties" worden gehekeld.
Hoe overleef ik?
Hoe komt het toch dat Lian zo edel is om zich steeds weer voor Kim in te zetten, maar volop meedoet met de lastercampagnes tegen haar leraren?
,,Hebt u wel eens een politieke beweging meegemaakt? Dat is eng hoor! Het houdt in dat je van de ene op de andere dag je ineens helemaal anders moet gedragen. Die campagne tegen de leraren was zo'n politieke beweging. Zodra je plotseling te horen krijgt: nu gaan we anders doen, want jullie leraren zijn kapitalisten, dan weet je: als ik niet meedoe, word ook ik gepakt. Als je maar één verkeerd woord zei, was je er geweest. Onder zulke omstandigheden denk je maar aan één ding: hoe overleef ik? Die zaak van Kim was een voortsudderend iets, waarvan iedereen met een beetje geweten wist dat het niet kon".
Lulu serveert onder het praten krentenbollen, belegd met roomboter en pindakaas. Zijzelf geeft in plaats van koffie de voorkeur aan een wel heel bijzonder alternatief: een met Chinese karakters beschreven jampotje met warm water.
Op welke manier blijven de ervaringen uit die tijd invloed op je uitoefenen?
,,Op drie manieren. Het voornaamste wat ik heb geleerd is: nooit meer goedgelovig zijn. Dat je nooit meer jezelf slachtoffer laat worden van manipulatie. Het tweede is dat ik heb gezien hoe utopie onmogelijk vooruitgang kan bewerkstelligen. Tijdens de Culturele Revolutie hebben we van alles en nog wat "geestelijke atoombommen" gemaakt, in de zin van "wij kunnen per zoveel vierkante meter zoveel graan verbouwen en als je dat niet gelooft dan ben je contrarevolutionair". Maar feiten zijn feiten. Je kunt niet zomaar door hersenspoeling de feiten veranderen. Het derde wat ik heb geleerd is... (er volgt een lange stilte)... je eigen lot niet in handen leggen van wie dan ook. Hoe mooi die ook zijn praatjes verkoopt. Nooit meer! (Met gebalde vuisten en stemverheffing:) Wat wij hebben geleerd is: luister naar mij, moord elkaar uit, want zo ga je vooruit! Maar wat gebeurde er? Ik luisterde naar de partij, maar die zorgde enkel voor zichzelf! Ik zorg voortaan goed voor mezelf. Ik ga nooit meer alles doen voor iemand die achteraf een opportunist blijkt te zijn".
Je altijd groot houden
Dat zijn allemaal positieve lessen. Zijn er ook negatieve gevolgen die blijven nadreunen?
,,Ik zal je iets bekennen. Pas sinds gisteren geef ik toe dat ik verdriet heb. Gek is dat. Ik heb in mijn boek veel over verdriet geschreven, maar zelf heb ik me altijd groot gehouden. Ik zei maar steeds: Ik zie de positieve kant van alles. Daarom heb ik overal die stickertjes met "ja" opgeplakt. Ik heb daarmee steeds ontkend dat ik verdriet heb. Dat doet me veel pijn. Weet je wat ontkenning voor mij betekent? Dat ik altijd toneel heb zitten spelen. Altijd maar lachen, altijd me vrolijk voorgedaan en mijn eigen behoeften en gevoelens onderdrukt. Enkel om het hoofd boven water te kunnen houden.
Wat ik van de Culturele Revolutie heb overgehouden, is dat ik het léven ontken. Als er iets leuk is voor mij, dan zeg ik: dat is slecht, ik hoef dat niet te hebben. Ik probeer plezier te zoeken in lijden. Dat heb ik geleerd van de communistische partij. Wat prettig is, is bourgeois; ontberingen, armoe, verraad en verdriet zijn goed, die zijn communistisch. Het is zo moeilijk om dat allemaal terug te draaien".
Je moeder komt in het verhaal regelmatig erg wreed uit de hoek. Het ene moment is ze heel zorgzaam voor haar dochter, en dan is het ineens "pats boem". Is dat vanwege haar heropvoeding in het kamp?
,,Nee hoor, dat is cultuur. Een kind is jouw bezit, dus je mag ermee doen wat je wilt. De buren hebben daar niets mee te maken. Ik heb als kind vaak heel luid gehuild om de aandacht van hen te trekken, maar nooit is er iemand te hulp geschoten".
En even later toch weer een innige relatie met je moeder?
,,Wat wil je? De enige persoon die je te eten geeft. Maar daar moet je voor betálen: schoppen ontvangen! Maar weet je wat ik zo leuk vind? Dat Nederlanders dat tenminste abnormaal vinden (er volgt een uitbundige schaterlach). Wij Chinezen vinden dat gewoon, normaal. Je schopt, je vernedert. Het slaan en schoppen is trouwens niet het ergste, de pijn zit hem vooral in de vernedering".
Vader
Vader komt in het boek nauwelijks voor. Je hebt ergens gezegd dat je volgende boek over incest gaat. Heb je daarom je vader in dit boek weggelaten?
,,Ik wil er twee dingen over zeggen. Mijn tweede boek zal inderdaad over incest in China gaan. En in dit boek had ik gewoon geen zin om over mijn vader te schrijven. Misschien doe ik dat in dat tweede boek, of in een derde".
Komt incest in China buitensporig veel voor?
,,Hier in Nederland is incest evidenter. In China is het allemaal meer bedekt, lijkt het meer op psychologische terreur. Maar het probleem is even groot, misschien nog wel erger. Maar je kunt de dader niet pakken, die kan ongestraft voortleven. Niemand kan je helpen. Hier in Nederland heb je zaken als kinderbescherming of een kindertelefoon. Als je er in China over vertelt, zetten ze jóu in een inrichting. Je bent zelf gek, zeggen ze dan".
Je hebt jezelf met Kim vergeleken toen je hier in Nederland kwam. Was het echt zo erg?
,,Toen ik hier net aankwam was ik alleen. Op een subtiele manier voelde ik wat het betekende om als buitenstaander aan de onderkant van de sociale ladder te staan. Je telt niet mee, niemand kent je, niemand hoeft je daarom te helpen en je wordt overal uitgesloten".
Kwam er ook een Nederlandse Lian opduiken?
,,Als dat zou zijn gebeurd, had ik dit boek nooit geschreven. Ik heb zo gesnakt naar een Lian-figuur. En op een gegeven moment wilde ik laten zien hoe mooi vriendschap tussen twee personen, Lian en Kim, kan zijn. Ik heb troost gevonden in mijn boek.
Maar ik geef toe dat ik er ook zelf schuldig aan ben. Ik ben Chinese, en Chinezen houden er niet van hulp te vragen. Wij houden rekening met elkaar. Nog voordat je iets wil vragen, wordt het al voor je gedaan. Maar hier in Nederland (opnieuw gaan de vuisten omhoog, en schalt haar stem door de huiskamer) moet je voor elk klein kopje water knokken, je moet zeggen, vechten, onderhandelen. Dat ben ik niet gewend. Dat is geen genegenheid meer, dat is keihard onderhandelen".
Je hebt gezegd nooit meer je lot in handen te leggen van wie dan ook. Hoe is dat nu je zo populair bent en uitgevers en publiek zich aan je opdringen?
,,Ik moet elke dag heel veel relativeren. Elke dag afstand nemen van wat ik meemaak. Gewoon rustig denken: Waar gaat het om? En: Wie ben ik? Elke dag vraag ik me dat af. Dat vind ik heel belangrijk om niet van ieder complimentje opgeblazen te raken als een ballon. Maar ik maak wel gebruik van die publiciteit hoor. Vanochtend was hier een oude dame die ik al langer ken. Als ik haar vroeger zei dat ik trots op haar was, deed haar dat niet zoveel. Zeg ik het nu, dan voelt ze zich erg gevleid. Als ik met mijn succes nóg meer voor anderen kan doen dan voorheen, zal ik dat niet nalaten".
N.a.v. "Lelietheater, een jeugd in China", door Lulu Wang; uitg. Vassalucci, Amsterdam; 1997; 495 blz.