,,Ook de eerste maanden van het jaar hebben mensen een cadeautje nodig. Alleen al om deze reden loopt "Het geheim" als een trein", aldus een boekhandelaar. De schrijfster Anna Enquist heeft geluk gehad. Alleen al dankzij de strategische keuze van De Arbeiderspers haar nieuwste roman in januari op de markt te brengen tussen de najaars- en de voorjaarsboeken in- behoort die deze maanden tot de meest verkochte uitgaven.
Een titel als "Het geheim" zal velen aanspreken. Het boek gaat over eenzaamheid, de macht van de muziek en over de piano die een huwelijk onmogelijk maakt.
Op een avond leest Bouw Kraggenburg in de krant een lovende bespreking van de concerten van zijn ex-vrouw, de pianiste Wanda Wiericke. Het artikel brengt hem op het idee haar na vele tientallen jaren- op te zoeken. Hij stapt in de auto en vertrekt. Maar hoe nader hij komt, des te minder de animo wordt. Nog even hoopt hij dat het onmogelijke gebeurd is, dat Wanda haar piano verkocht heeft en dat ze hem zelfgemaakte soep zal opdienen. Maar hij weet dat die hoop tevergeefs is. Eigenlijk heeft hij ineens geen zin meer haar te zien. Hij wil alleen nog even kijken waar ze woont. Als hij bij haar huis gekomen is, wordt zijn verlangen definitief door pianoklanken gesmoord.
Pianoleraar
Door het verhaal van Bouw heen lopen de herinneringen van de jonge Wanda. Doordat Enquist het perspectief bij Wanda als peuter legt, krijgt de tekst soms iets onnatuurlijks. Als de driejarige Wanda op het krukje achter de piano klautert, laat Enquist het meisje denken: ,,Dan komt het geheimzinnige rijk van wit en zwart bloot: eilandjes van steeds twee en drie verhoogde zwarte in een zee van mat-ivoren witte toetsen". Bij het ouder worden van Wanda wint het boek aan (overtuigings)kracht: de woordkeuze van de auteur en die van de hoofdpersoon vallen samen.
Van jongs af aan neemt de piano in het leven van Wanda een grote plaats in. De pianolessen doen haar alles wat vervelend is vergeten: de oorlog, haar vader die niet aardig doet en haar broertje Frank, een mongool die de hele dag met zijn hoofd tegen de muur bonst. Uit angst voor Hitlers rassenzuivering eist haar vader dat Franks bestaan verzwegen wordt.
Tijdens een razzia wordt haar pianoleraar, meneer De Leon, meegenomen. Hij komt niet meer terug. Als Wanda zich realiseert wat er met hem gebeurd is, raakt ze de piano niet meer aan. Pas als haar broertje in een tehuis wordt geplaatst, zoekt ze het instrument weer op. Tegen de wil van haar vader doet ze toelatingsexamen voor het conservatorium. De pianostudie gaat haar volledig in beslag nemen.
Tweetaligheid
In "Het Geheim" speelt muziek een grote rol. Dit grondmotief wordt door Enquist zorgvuldig uitgewerkt. Ze schrijft uitvoerig en vakkundig over de muziek die Wanda speelt. Componisten, opusnummers, toonsoorten, technieken en interpretatie, uit alles blijkt dat er een kenner aan het woord is. Als Wanda in de jaren vijftig tijdens een repetitie complexe, chaotische, niet-harmonische muziek hoort, klopt dit historisch gezien precies: in 1957 werd voor het eerst "Mouvements Retrogades", het twaalf-toonsstuk van Ton de Leeuw, uitgevoerd.
Enquist laat zien dat een leven zonder muziek voor Wanda bloedeloos is. Alleen zij die gevoel hebben voor de kracht van de muziek, worden Wanda's vrienden. De liefde wordt vertaald in klanken, niet in woorden.
Haar huwelijk met de in de gezondheidszorg werkzame Bouw Kraggenburg is dan ook gedoemd te mislukken. Hij verdraagt de zwarte indringer niet. Wanda verlaat hem en kiest voor een leven als pianiste.
De titel in ogenschouw nemend, hoeft de lezer niet verbaasd te zijn dat in "Het Geheim" vele grote en kleine geheimen voorkomen.
Voor één geheim vraagt Enquist bijzonder veel aandacht. Het is het geheim van Wanda's pianospel: ,,Als je speelt moet je tweetalig zijn. Wie alleen in de technische taal kan spelen is misschien virtuoos, maar saai. Wie alleen de gevoelstaal spreekt is expressief, maar onbeheerst. Het geheim is de tweetaligheid".
Bach
Je kunt je afvragen of hier sprake is van een geheim. Dat vorm en emotie beide noodzakelijk zijn voor goede muziek, zal niemand ontkennen. Maar het is niet deze 'onthulling' waar het boek in wezen over gaat. De roman laat ten diepste zien dat een onvoorwaardelijke keuze voor de muziek al het andere uitsluit en de eenzaamheid binnenhaalt. De titel op het omslag mag dan niet zo veel betekenen, het afgedrukte muziekfragment des te meer. Het is een gedeelte uit de driestemmige Invention in f-klein van Bach, die Wanda onophoudelijk speelt om de dood van haar pianoleraar, meneer De Leon, maar zo snel mogelijk te vergeten. Want alleen als ze speelt, is ze zichzelf. Daarbij is het vooral Bach die Wanda door moeilijke momenten heensleept.
Voor lezers die van muziek houden, biedt Enquist veel stof. Of ze ook door haar geraakt zullen worden, is de vraag. Hoewel de als "geheim" gepresenteerde muziekopvattingen bij Wanda leidden tot buitengewoon intens en meeslepend pianospel, raakt Enquist zelf weinig snaren. De emotie blijft te beheerst, de compositie is te doorzichtig om geheimzinnig te zijn. Daardoor is het wel een toegankelijk verhaal geworden, maar geen boek voor lezers die op subtielere wijze in vervoering gebracht wensen te worden.
N.a.v. "Het geheim", door Anna Enquist; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam 1997; ISBN 9029514973; 203 blz.