De slotzin van "In Babylon", na "Mendels erfenis" en "Het grote verlangen" de derde grote roman van de joodse schrijver Marcel Möring, is veelzeggend: ,,Ik ben alleen gekomen, ik ga alleen weer weg". De kernthematiek wordt hier als het ware samengebald. En niet voor niets luidt de titel van het eerste hoofdstuk "Reizigers" en van het laatste "Vreemdeling".
Door de hele roman heen is er het leidmotief van het "spoorboekje": mensen, ook de hoofdpersoon Nathan Hollander, zijn voortdurend op weg, zonder zich echt thuis te voelen, zonder zich te binden. Een continue ballingschap: in Babylon dus.
De roman is als een klassieke raamvertelling opgebouwd. Nathan Hollander zit met zijn nicht Nina gevangen in een door sneeuw ingesloten huis. Hij is een sprookjesverteller, een dagdromer, iemand met een enorm geheugen een soort toren van Babel in zijn hoofd!, iemand ook die spiritueel contact heeft met belangrijke figuren uit zijn voorgeslacht, zelfs van eeuwen geleden. En al die verhalen en dromen vormen draden en draadjes in het totale web van de roman.
Vreemdelingschap
Niet alleen de compositie is knap, hetzelfde geldt voor de spanning in het boek, de authentieke tekening van het joodse leven, inclusief de joodse 'gein', het inlevingsvermogen, en niet het minst de stijl: de strenge winter wordt genoemd ,,de winter aller winters", kruipen in een slaapzak is schuiven in een ,,donzen enveloppe", de familie die rijkdom verloren heeft, is ,,als een aangeschoten fazant naar beneden... geduikeld". Wie zulke beelden gebruikt, kan schrijven.
De wereld van de roman staat ver af van de christelijke wereld, waarden en normen. De stopwoordjes ,,Jezus" en ,,God" komen op vele pagina's voor. De vloeken zijn niet van de lucht. Oom Herman, die Nathan het huis naliet, sterft in de armen van een callgirl. En al gaat de auteur op het terrein van de seksualiteit zeker niet zover als bijvoorbeeld de gelauwerde schrijver A. F. Th. van der Heijden in "De tandeloze tijd", een van die scènes is zonder meer pornografisch, iets wat de auteur in een recent interview zelf toegeeft.
De thematiek van de roman heb ik hierboven al aangeduid. Nathan is een van de laatsten van het geslacht Hollander, een joods geslacht dat altijd op reis is, in ballingschap, ontworteld. We moeten in deze roman geen vreemdelingschap in bijbelse zin zoeken. In Nathans levensvisie moet de auteur veel van zichzelf hebben geprojecteerd. Möring heeft eens gezegd: ,,Echt, ik zou willen dat God bestond, maar ik geloof het niet".
Onafgemaakte torens
Hij wil ook geen vervangende religie zoeken, zoals New Age. Dat is boerenbedrog, vindt hij. Er is alleen de zichtbare werkelijkheid en verder niets. En in die werkelijkheid bouwt de mens zijn torens, die echter nooit afgemaakt kunnen worden en alleen maar kunnen instorten. Zelfs binding aan een medemens, liefde als overgave, blijft een onafgemaakte toren.
Wat overblijft, is de absolute leegte van het niets. Wat rest is: het spoorboekje pakken en opnieuw op reis gaan, tot de allerlaatste reis..., een reis met een definitief en abrupt einde.
N.a.v. "In Babylon", door Marcel Möring; uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 1997; ISBN 9029053755; 474 blz.