Van de trilogie "De erfenis van Shiloh" van Bodie Thoene is nu het tweede deel, getiteld "Al vallen er duizend", in deze krant aan een bespreking toe. De roman is het vervolg op "In het huis van mijn vader", een boek dat inmiddels veel waardering oogstte. In het RD kreeg het ook ruimschoots aandacht, zodat we over deel twee minder uitvoerig kunnen zijn. 

De levensweg van de hoofdfiguren van deel één wordt gevolgd. Bodie Thoene vertelt over het leven in de Verenigde Staten na de Eerste Wereldoorlog van '14-'18. De Amerikanen staan voor de vraag of zij terug moeten keren naar de politiek van volledige afzijdigheid van het wereldgebeuren, of de politiek van president Wilson moeten steunen, die zijn energie besteedt aan de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties. Doc Warne bemoeit zich intensief met de politiek, tot zijn grote schade overigens! Zijn zoon Ellis trouwt met Rebecca, die we in deel één al leerden kennen. 

Tragisch
Het Amerika van hun tijd kent helaas echter ook een invloedrijke Ku Klux Klan, die het op joden en negers gemunt heeft. Diverse spannende en aangrijpende hoofstukken in het boek zijn aan het optreden van deze niemand en niets ontziende fanatici gewijd. De edelmoedige zwarte Jefferson Canfield moet vluchten voor de Klan. Zijn leven is werkelijk tragisch. 

Trudy Meyer wordt onderwijzeres in een negerdorpje. Dat zij en Birch Tucker trouwen, zat er in deel één eigenlijk al een beetje in!
De Amerikaanse samenleving wordt ook gekenmerkt door rijkdom, veroorzaakt door een economische bloei waaraan door de crisis van 1929 een einde komt. De beurs van New York zet die in. Het is de jood Max Meyer die in deze stad als journalist zijn brood verdient. 
Hij weet (nog) niet dat Irene O'Halloran hem een zoon schonk, David, die na haar dood eenzaam achterbleef en op zoek is naar zijn vader. 

Bodie Thoene is er in geslaagd de groeiende groep lezers die in ons land van haar vertelkunst genieten opnieuw een erg boeiende roman aan te bieden. 

N.a.v. "Al vallen er duizend", door Bodie Thoene; uitg. Kok, Kampen, 1996; ISBN 90 242 2085 8; 336 blz.