Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Marie van Beijnum

Kroniek van reeks kidnappings in Colombia

In Colombia werden uitgezonderd december vorig jaar 1047 mensen ontvoerd. Van deze slachtoffers zijn er 57 (5,4 procent) door hun kidnappers vermoord. De politie acht het niet uitgesloten dat het totaal aantal ontvoeringen van 1996 het voorgaande van 1063 in 1995 zal overstijgen. In de context van deze kille cijfers lijkt geen boek zo overtuigend als het "Ontvoeringsbericht" van Gabriel García Márquez. 

"Gabo's" nieuwste pennenvrucht is een zorgvuldige reconstructie van een ontvoeringszaak die Colombia in het begin van de jaren negentig intensief bezighield. 

Ontvoeringen zijn in dit land net zo gewoon als geboorte en dood. De door García Márquez uitgeplozen ontvoeringszaak wijkt echter af van de gebruikelijke. Alle negen ontvoerden zijn namelijk prominente journalisten uit invloedrijke families in Colombia alsmede bekende personages als president Gaviria, ministers en generaals. 

Klemgereden
Na een drukke werkdag worden de journalistes Maruja Pachón de Villamizar en Beatriz Villamizar de Guerrero in hun Renault klemgereden. In eerste instantie vermoeden ze een brute roofoverval. Zodra ze in gereedstaande auto's worden geduwd, beseffen ze dat ze slachtoffers zijn van de zoveelste ontvoering. 

García Márquez ontrafelt daarna een verbijsterend scenario dat de diepten van de Colombiaanse crisis onthult. Maruja en Beatriz zijn niet de enige ontvoerden. Ze worden geïnterneerd bij de oudere dame Marina Montoya, die al drie maanden gevangen wordt gehouden op een sinister kamertje. 

Een soortgelijke gijzeling betreft die van de verslaggeversploeg van Diana Turbay, in augustus 1990 kort na het aantreden van president Gaviria op weg naar het guerrillahoofdkwartier van de ELN maar door de drugsmaffia misleid. Het derde geval is de kidnap van El Tiempo-hoofdredacteur Francisco Santos. 

Op meeslepende wijze maakt García vervolgens een synthese van de drie ontvoeringsberichten. Ze worden in het kader geplaatst van de op dat moment zich in Colombia afspelende Constituyente, de grondwetgevende vergadering. De leden van de Constituyente moeten beslissen over het centrale thema van de roman: uitlevering van drugshandelaren (aan het buitenland, lees de VS) en kwijtschelding van straf. 

Het wezenlijke probleem voor zowel de regering als voor de 'narco's' en de guerrilla is dat Colombia niet over een efficiënt rechtssysteem beschikt. Zolang dat ontbreekt, is het onmogelijk een vredespolitiek te formuleren ,,die de Staat aan de kant van de goeden, en de misdadigers, van welke signatuur dan ook, aan de kant van de slechten plaatst", aldus García Márquez, die af en toe als commentator optreedt. De vijanden van de regering zijn in dit geval de "extraditables" (zij die moeten worden uitgeleverd) met aan het hoofd de notoire cocabaron Pablo Escobar. Escobar en de zijnen proberen de Constituyente te beïnvloeden. 

Zij gebruiken hun negen gegijzelden als het wapen door middel van wie ze de vergadering onder druk zetten. Misdaad loont tot op zekere hoogte in Colombia. De weliswaar in het nauw gedreven Escobar slaagt erin zo gunstige voorwaarden voor zijn overgave af te dwingen. Hij wordt niet uitgeleverd, maar krijgt onderdak in de weelderige gevangenis Envigado (in december 1993 wordt hij, nadat hij eerder was ontsnapt, doodgeschoten). 

Psychologisch
Behalve dat García een cruciale periode van de Colombiaanse geschiedenis nauwkeurig en waarheidsgetrouw optekent, boeit zijn verhaal omdat het psychologisch sterk in elkaar zit. De schrijver wil vooral laten zien wat de invloed van ontvoeringen is op het leven van de slachtoffers en de familie. 

Interviews met de families van de gedode gegijzelden Marina Montoya en Diana Turbay maakten naar eigen zeggen een hartverscheurende en onvergetelijke indruk op hem. Hij fundeert zijn bevindingen op drie jaar grondig onderzoek. Zo kwam hij veel te weten over de ontberingen die de gegijzelden moesten doorstaan. Al blijft het naar eigen zeggen zijn frustratie dat de familie op papier een fletse afspiegeling aantreft van de verschrikkingen die hun geliefden in werkelijkheid hebben doorstaan. 

Maruja, Beatriz en Marina leven in het schemerdonker, met immer in hun nabijheid de bewakers - gezeten op de grond met de rug tegen de muur. Maruja ziet, dagen achtereen liggend op het matras in sluimertoestand, haar leven als in een film voorbijtrekken. 
Depressieve gevoelens, weigeren van eten, lusteloosheid treden na verloop van tijd op. Zij ergert zich aan de onderworpenheid van Marina en haar vereenzelviging met het regime van de ontvoerders. Marina had een hechte relatie met de jongens opgebouwd. Zo aanbidt de half waanzinnige bewaker Barabbás Marina en knuffelt en verwenst hij haar afwisselend. 

Heerst in de gevangenis van Maruja en Beatriz een volstrekt gebrek aan mededogen, in die van Francisco Santos en bij die van een deel van de Diana-groep is het tegendeel het geval. Daar worden massale hoeveelheden eten en drank per muilezel aangevoerd en treden de bewakers buiten zichzelf in soap-achtige orgieën. De schrijver toont verholen consideratie met de bewakers. Het zijn overwegend jonge gerecruteerde Colombianen, willoze werktuigen in de handen van de drugskartels. Onder hen heerst een volstrekt fatalisme. Het enige waar ze nog in geloven zijn de Heilige Maagd en hun bloedeigen moeder. 

Vrijlating
Het thuisfront spant zich bovenmate in voor de vrijlating van hun geliefden. Allerlei strategieën worden beproefd: missies naar Medellín, ijlbrieven naar president Gaviria, televisieboodschappen om de ontvoerden te bereiken. Zij komen in contact met onberekenbare advocaten en vertrouwensgezanten van Pablo Escobar. Ondertussen wordt er koortsachtig gewerkt om een juridisch alternatief te scheppen voor de oorlog tegen het terrorisme en de drugs. De sleutel tot een oplossing ligt uiteindelijk in handen van de hoogbejaarde pater García Herreros. Deze komisch geportretteerde man die zelf zijn contactlenzen niet in en uit kan doen, zorgt er mede voor dat ,,Pablo" zich overgeeft. 

Kennelijk kan het alleen in Colombia gebeuren dat de gijzelaar, c.q. Pablo Escobar, de echtgenoot van zijn gegijzelde excuus aanbiedt. ,,Hij sprak zijn spijt uit over het leed dat hij Villamizar en zijn familie had berokkend, maar hij vroeg hem te begrijpen dat het voor beide partijen een keiharde strijd was geweest". 

García Márquez' stijl is scherp, met gevoel voor het belangrijke detail, en met een aangename verhouding tussen korte dialogen en beschrijvende gedeelten, met op het juiste moment verrassende wendingen. Colombia is duidelijk de wereld waarin hij zich als een vis in het water voelt. In deze cultuur heerst een affiniteit met het bovennatuurlijke en de magie. In García Márquez' overige fictieve werk komt dat veel meer naar voren dan in dit "Ontvoeringsbericht", die zich daarentegen op de angstaanjagende realiteit baseert. Dat García Márquez zijn pappenheimers als geen ander kent, blijkt uit de intrigerende karakterschets van president Gaviria, waar Freud nog wat van zou kunnen leren. Freud is dan ook op zijn vriend Castro na Gabo's grootste voorbeeld. 

García Márquez, die in 1982 de Nobelprijs voor de Literatuur won, noemt zijn roman terecht ,,een reportage". Het is vooral een journalistieke huzarenklus geweest dit ,,overweldigende drama aan de vergetelheid te ontrukken, een drama dat helaas slechts een episode is in de bijbelse holocaust die Colombia al meer dan twintig jaar verslindt". 

N.a.v. "Ontvoeringsbericht" door Gabriel García Márquez; uitg. Meulenhoff, Amsterdam 1996; ISBN 90 290 53887/90 290 52031; 323 blz.