Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Enny de Bruijn

Worstelen om genade


,,Op nieuwjaarsdag 1972 was het leven van Bé Nijenhuis geleefd". Met die zin begint "Spitten en (niet) moe worden", de biografische schets van Hans Werkman over de in protestantse kring opnieuw populaire auteur. Deze week is het 25 jaar geleden dat Nijenhuis overleed. Zelf typeerde hij zijn leven met de zin: ,,Het leven draagt een ijzeren brilletje en een vinnig sikje, en het vraagt me: ,,Wat kom je hier doen?" ,,Schrijven", zeg ik dan".

,,Bé Nijenhuis was een man met veel plannen. Waren ze allemaal doorgegaan, hij zou een plankvol romans hebben nagelaten in plaats van in 20 jaar het sobere aantal van zeven", schrijft Werkman in zijn biografie. Het is de bedoeling dat het publiek binnen afzienbare tijd een indruk van Nijenhuis' plannen krijgt. Een aantal nog niet eerder gepubliceerde fragmenten zal volgend jaar in een themanummer van het christelijke literaire tijdschrift Woordwerk verschijnen.

,,Ik wist dat het materiaal er was", vertelt Werkman. ,,Het literaire archief van Nijenhuis heb ik nooit volledig kunnen inzien, maar ik kreeg bijvoorbeeld een pagina uit "De tornado" in handschrift onder ogen. Uit mijn gesprek met uitgever Steunenberg bleek dat van de detective "Een uur voor de moord" de omslag al klaar was. Het boek was zelfs al aangeboden aan de boekhandels. Maar het is nooit verschenen".

Fragmenten
Nog niet zo lang geleden ontving Werkman echter een hele stapel materiaal van Piet Nijenhuis, broer van de schrijver. ,,Er was een briefje bij: Alsjeblieft, je mag het houden. Ik heb hier nu gedeelten uit de roman "Een uur voor de moord". Het mooiste van de hele verzameling verhalen en romanfragmenten vind ik zelf het fragment over meneer Kluwe, een politiefunctionaris, en de paardenslager Kampslag".

Een andere roman die Nijenhuis bijna af had, was "Dieven in de sneeuw". Een trein blijft in een sneeuwstorm steken en die gebeurtenis brengt een misdadiger en een geëmeriteerde dominee samen. Van deze roman schreef Nijenhuis in twee weken tijd bijna vijftig bladzijden. In 1964 hoefde hij er nog slechts ,,de laatste hand aan te leggen". Daarbij bleef het. Het boek werd nooit uitgegeven. ,,Wat ik er nu van gelezen heb, valt me tegen", erkent Werkman. ,,Ik aarzel zelfs om het straks te publiceren. Bovendien vraag ik me af: Zou er van deze roman niet meer materiaal moeten zijn? Ik heb hier maar 42 vellen...".

Nijenhuis' biograaf is van plan twee of drie grote romanfragmenten en wat losse verhalen in het themanummer van Woordwerk te laten verschijnen. ,,Ik weet nog niet of ik nu te maken heb met twee of drie romans. Nijenhuis werkte altijd in fragmenten. Hij kon eerst hoofdstuk zeven schrijven, dan hoofdstuk twaalf en ten slotte hoofdstuk drie. Dat was ook zijn probleem, want het 'aan-mekaar-breien' bleef er vaak bij. Het is jammer dat hij niet doorgegaan is in het genre van de losse verhalen. Daar was hij goed in. De geschiedenis van het orgeltje van opa Habbema is bijvoorbeeld ontstaan als los verhaal, maar Nijenhuis integreerde dat later in zijn roman "De familie Heesters". Toch blijft het altijd nog herkenbaar als afzonderlijk verhaal".

Twijfel
Ook in "De hordenloop van J. Kobald" komen dergelijke 'losse' fragmenten voor. ,,Dat is het zwakke punt van die roman: er staan gedeelten in die er niet in horen en daardoor maakt het geheel een wat rommelige indruk. Toch vind ik dit een boek dat herdrukt zou moeten worden. Psychologisch gezien is het een heel sterke roman. Kobald worstelt met het geloof. Prachtig vind ik de passage over zijn schietgebedjes aan het begin van het boek: ,,Soms vraagt mijnheer Kobald zich af of ze ooit hoger komen dan het asterbed, is dat niet tragisch? Ooit hoger dan een dubbele aster. Een dubbele aster wordt ongeveer 50 cm hoog. Maar je hebt er inderdaad ook van 70 cm, dat zij toegegeven"".

In Nijenhuis' romans worstelen de hoofdpersonen voortdurend met de vraag naar Gods aanwezigheid en voorzienigheid in hun leven. Volgens Werkman gaat het hier om christelijke literatuur. ,,De genade van Christus blijkt op een of andere manier in deze boeken. Wel lijkt de twijfel in de loop der jaren steeds meer de overhand te krijgen. Maar tot in zijn laatste roman zie je telkens het plotselinge opvlammen van het geloof".

Daarmee komt Werkman terug op zijn standpunt uit "Spitten en (niet) moe worden", waarin hij stelde dat "Inspecteur Raynoldi en zijn arrestante" in feite geen christelijke roman genoemd mag worden. Dat heeft iets te maken met de kritiek van Jac. Schaeffer in het christelijke literaire tijdschrift Bloknoot. Schaeffer kon zich niet vinden in Werkmans beeldvorming van Nijenhuis. Dat Nijenhuis als een ,,meelijwekkende mislukkeling" wordt afgeschilderd, verduistert volgens hem het zicht op diens werk, waarin menselijkheid, levensernst, fijngevoeligheid en strijdbaarheid tot uitdrukking komen.

Psychiaters
,,Op bepaalde punten kan ik me wel vinden in zijn kritiek", zegt Werkman. ,,Schaeffer had er bijvoorbeeld gelijk in, dat "Inspecteur Raynoldi" in zekere zin wél een christelijke roman is. Maar de toon van zijn recensie beviel me niet zo erg. Mijn voornaamste reactie was: Mijn boek is slechts een biografische schets. Daarin breng je vooral feiten, en niet zozeer een analyse. Je moet daarin voorzichtig zijn met conclusies. Toch ontstaat er gaandeweg een beeld van een charlatan die met grappen boven het leed probeerde uit te stijgen. Verschillende mensen herkenden Nijenhuis in mijn boek. Zijn nichtje zei tegen me: ,,Dit is oom Bé, zo heb ik hem gekend!""

Komt er nog eens een volledige biografie? ,,Zelf begin ik daar niet aan. Er zijn te veel gaten die ik niet kan opvullen. Als je trouwens een biografie over Nijenhuis zou schrijven, kun je waarschijnlijk nog niet tot echte conclusies komen. Daarvoor was zijn persoonlijkheid te divers".

"De tornado" vindt Werkman Nijenhuis' mooiste roman. ,,Ik heb overigens al zijn boeken vaak herlezen. We spreken thuis soms in termen van Nijenhuis! Hij laat me niet los. Er zijn zoveel boeiende romanfiguren... Op het gebied van de psychologie was Nijenhuis heel sterk. Ik weet ook zeker dat hij daarin veel heeft geliefhebberd: hij zat vaak te studeren in de openbare bibliotheek van Arnhem. Psychiaters kende hij uit eigen ervaring, maar ze spelen ook een belangrijke rol in zijn boeken. Denk maar aan de psychiater Zielenplet uit "Tok tok tok, alweer geen ei", die te maken krijgt met een konijntje met een geknakt staartje. Dat konijntje doet aan Nijenhuis zelf denken".

Springerig
"Tok tok tok, alweer geen ei" vindt Werkman het minst geslaagde boek van Nijenhuis. ,,Dat heb ik maar drie keer gelezen. Ik ben wel een beetje Nijenhuis-gek, maar ik vergeet mijn kritiek niet".

Destijds werden in de Waarheidsvriend bezwaren tegen Nijenhuis' werk geformuleerd. Kon dat wel, het genre van de detective? Kwam de genade wel genoeg aan bod? Werkman: ,,Nijenhuis kwam weinig in de kerk. Hij wilde los zijn van het geijkte, gereformeerde patroon en toch wilde hij bij die wereld horen. Hij was erg blij als een dominee een positieve recensie schreef; dat betekende veel voor hem".

Op de reformatorische scholen is Nijenhuis herontdekt. Zijn boeken worden met enige regelmaat herdrukt. Zo staat dit jaar bij uitgeverij Kok een nieuwe druk van "Dossier 333" op het programma. Werkman: ,,Bijna elke week krijg ik vragen van jongeren die informatie willen hebben voor een werkstuk of een spreekbeurt. Het is 25 jaar geleden dat hij overleed. Zijn boeken zouden vergeten moeten zijn, maar er is juist sprake van een revival. Hij neemt een grote plaats in onder de christenauteurs van na de oorlog, maar hij is moeilijk na te volgen. Hij had zo'n prachtige, springerige schrijfpersoonlijkheid... Daarvoor moet je Nijenhuis zijn!"