Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Rudy Ligtenberg

Afrekenen met kinderangsten

Drie boeken over Katwijk moest Robert Haasnoot schrijven om zijn kinderangsten onschadelijk te maken. "Waanzee" (2000), "Steenkind" (2002), en nu "De heugling". "Er is geen vader die op de uitkijk staat."

Een haringlogger kiest zee. Onder de bemanning bevindt zich de zeer gelovige Arend Falkenier. Sinds het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ontvangt hij tekenen dat het einde der tijden nabij is en dat hij een grote taak te vervullen heeft. Tijdens deze reis krijgt hij een visioen dat de wereld inderdaad is vergaan. De charismatische matroos weet de rest van de bemanning ervan te overtuigen dat zij uitverkorenen zijn en koers moeten zetten naar het nieuwe Jeruzalem. Enkelen, bij wie de twijfel opkomt, moeten dat met de dood bekopen.

Haasnoots eerste roman over Katwijk -dat hij Zeewijk noemt- veroorzaakte veel ophef in het vissersdorp. De schrijver kan het wel begrijpen. "Het was in Katwijk taboe om over deze waargebeurde geschiedenis te spreken. De ware toedracht aan boord is nooit openbaar geworden, want de overlevenden wilden er niet over praten. Wel deden allerlei geheimzinnige verhalen de ronde, je hoort ze nu nog wel. Maar het taboe bleef van generatie op generatie bestaan, werd alleen maar groter. Als dan op een dag een boek over deze kwestie verschijnt, schrikken veel mensen.

Hun angst was dat ik het geloof zou aanvallen. Ik denk niet dat dat terecht was. Ik heb mijn best gedaan om een juist beeld te schetsen van het bevindelijk gereformeerde leven in Katwijk. Ik heb de indruk dat het merendeel van de bevolking het boek uiteindelijk heeft kunnen waarderen."

"Waanzee" mag dan heel invoelend zijn geschreven, in "De Heugling" is kritiek op het geloof echter onmiskenbaar aanwezig.
"Ik beschrijf denk ik op een waarachtige manier hoe in bevindelijk gereformeerde kring wordt gedacht. Ik heb geprobeerd me te verplaatsen in een personage dat rond de vorige eeuwwisseling opgroeit in een strenggelovig dorp waar mensen in alles de besturende hand van God zien. Het boek is geen aanval op het geloof. Het is wel zo dat het de lezer een spiegel voorhoudt."

Toch voelt de lezer weerstand tegen bijvoorbeeld de uitverkiezing.
"Dat is waar. Ik heb natuurlijk wel een eigen opvatting, al moet je de persoon van de schrijver niet met zijn romanfiguren verwarren. Met de leer van de dubbele predestinatie heb ik inderdaad grote moeite. Want daarbij hoort het beeld van een Opperwezen dat in mijn ogen zeer destructief is. Slechts een zeer gering aantal gelovigen -en dat zijn dan kennelijk voornamelijk Nederlanders en Schotten- wordt het eeuwige leven deelachtig; de rest is verdoemd. In de brief van Paulus aan de Romeinen staat dat God het recht heeft als een pottenbakker een vat ter ere of een vat ter onere te maken. Als kunstenaar kan ik me niet indenken dat je zo destructief te werk gaat met je eigen schepping. Dat is mijn grootste bezwaar tegen het bevindelijk gereformeerde denken."

Wreed
"Wanneer we vroeger als gezin aan tafel zaten, dacht ik wel eens: Wie van ons wordt er nu zalig? Of: Als ik behouden word, zou het voor mij dan mogelijk zijn om God tot in alle eeuwigheid te loven en te prijzen als ik weet dat mijn moeder of mijn zus verloren is? Zo simpel denkt een kind, maar in essentie gaat het daar wel om. Ik vind dat een wreed geloof."

Is dat geloof een karikatuur van wat het zijn moet, of richt uw kritiek zich ook op wat de Bijbel aangeeft?
"Het is niet altijd duidelijk wat de Bijbel precies zegt. De inhoud is voor meer interpretaties vatbaar. Het gaat er maar om waar je de accenten legt. In de Bijbel staan ook situaties waaruit blijkt dat God niet alle dingen van voor de grondlegging der wereld heeft voorzien. Jona is een voorbeeld. En Noach met de zondvloed. Het berouwde de Heere dat hij de mensen geschapen had."

U nam afstand van een bepaalde vórm van het geloof, niet van het geloof als zodanig?
"Ik kan alle inconsequenties opsommen waarop ik stuitte toen ik het geloof van mijn kinderjaren nader ging onderzoeken. Ik kwam tot de overtuiging dat het niet kon kloppen. Vervolgens heb ik mijn godsbeeld verbrijzeld. Dat ging met heel veel woede, opstandigheid en emotie gepaard. Uiteindelijk bleef ik achter met alleen wat scherven. Ik kan daar verder niets uit maken, ook uit angst om mezelf wéér te bedriegen."

De God van de Bijbel is toch niet alleen een wrekende gerechtigheid?
"In bevindelijk gereformeerde kring wordt het accent wél sterk gelegd op die wrekende God. Het middelaarschap van Christus zou wat meer benadrukt moeten worden. Als kind had ik het beeld van een toornige God, Die je moest proberen te vermurwen. Maar of dat zou gebeuren, stond al van eeuwigheid vast."

Verloren zoon
In "De heugling" probeert Wijnand Marseau tevergeefs zijn vader over te halen hem weer in genade aan te nemen. Maar de machtige theehandelaar uit Indië heeft besloten dat de ziekelijke knaap niet geschikt is om de onderneming over te nemen. Hij schuift hem eenvoudig terzijde. Zelfs op zijn sterfbed weigert hij zijn zoon te ontvangen.

"Deze passage herinnert mij aan de gelijkenis van de verloren zoon, waarin de vader op de uitkijk gaat staan. Maar de vader van Wijnand Marseau staat beslist niet op de uitkijk. Zo heb ik ook het gevoel dat de hemelse Vader niet op de uitkijk staat. Want als Hij almachtig is en alwetend, dan weet Hij wie terugkomt en wie niet. En om de lijn van de parabel door te trekken: Wat ik in "De Heugling" zeg, is dat je zelf het gemeste kalf moet slachten en je eigen feestmaaltijd moet aanrichten. Want er staat niemand op je te wachten, hoe droevig dat ook klinkt."

Eenzaam diner
Wijnand Marseau doet dat ten slotte ook. Hij laat in zijn villa een diner klaarzetten voor hemzelf, zijn zus en zijn ouders. Tijdens het 'gesprek' aan tafel -Marseau doet alsof zijn familie aanwezig is- zegt hij, mede namens zus Sigrid, zijn vader de waarheid. "Hij gaat staan, maar ook hij durft zijn vader niet in de ogen te zien en houdt zijn blik op de kandelaber hoog boven de lege plek tegenover hem gericht. 'Vader, wij willen dat u weggaat', zegt hij gedragen. 'We kunnen uw aanwezigheid niet langer velen. U hoereert met uw Oostenrijkse, u verkiest uw bastaardkinderen, en dat alles naar uw vrijmachtig welbehagen. Naar ons hebt u niet omgezien.' Hij gaat weer zitten."

Wijnand Marseau is uw alter ego?
"Dat was een heel treurige scène om te beschrijven. Het ging gepaard met diepe emoties. Eigenlijk is "De heugling" een bericht aan mezelf: Dit kan er gebeuren wanneer je verwachtingen omtrent een hemelse Vader te hooggespannen zijn. Ik had het verhaal graag goed voor Marseau laten aflopen. Maar dan moest ik iets in mezelf om zeep helpen."

Is het beeld van de vader die op de uitkijk staat nooit in de plaats van het vergruisde beeld gekomen?
"Nee. Daarvoor heb ik te hartstochtelijk geloofd in die ene waarheid. Als dat de waarheid niet blijkt te zijn, kun je je natuurlijk afvragen hoe de Bijbel dan wél geïnterpreteerd moet worden. Maar hoe meer je je daarin verdiept, hoe meer je afdwaalt en de twijfel toeneemt. Dat is in mijn geval gebeurd. Eigenlijk ben ik zo ver afgedwaald van het christendom, dat ik gevaar loop terecht te komen bij iets wat abstract en zweverig is. Het liefst zou ik woordeloos geloven. Op het moment dat je geestelijke dingen probeert vast te leggen in woorden of, nog erger, in dogma's, dan ontglippen ze je. Geloofservaringen kunnen voor mij liggen in het luisteren naar muziek, of in het wandelen langs de zee. Het zijn momenten waarop ik word overvallen door een sterk, maar tegelijk geruststellend gevoel van mijn eindigheid. Het is een ontroering die zich moeilijk concreet laat maken. Het liefst hoor ik de oude psalmen"

Psalmen spelen
Heftig: "Als ik ooit terug moest naar de kerk, dan als organist. Ik zou alleen de psalmen spelen en de preek aan me voorbij laten gaan. Ik heb meer aan Bach dan aan een preek. Neem het slot van de Matthäus Passion. "Wenn ich einmal soll scheiden, so scheide nicht von mir." Als ik dat hoor, houd ik het niet droog. Het zijn vaak oude, kinderlijke emoties die op zulke momenten boven komen. Maar ik koester ze. Ik ga ze niet te lijf met mijn verstand om ze onschadelijk te maken. Maar zekerheid over hogere dingen heb ik niet. Wel vertrouwen, vertrouwen dat het goed is. Ik heb geen angst meer voor de hel. Echt niet."

De heugling is een doortrapte huichelaar. Staat hij model voor de bevindelijk gereformeerden?
"Nee, nee, dat zeker niet."

Verraad speelt ook in "Steenkind" een belangrijke rol .
"Dat klopt. Verraad is voor mij aan het geloof verbonden, omdat ik mijzelf zo verraden heb gevoeld. Er ís niet één waarheid. Terwijl me dat wel altijd is voorgehouden en ik er wel heel braaf en vroom in heb geloofd. Het heeft ook te maken met kinderangsten. Alles wat vanaf de kansel werd gezegd, nam ik uitermate serieus. Ik heb nooit de intentie gehad om autobiografisch te schrijven. Maar ik denk dat ik in de drie boeken over Katwijk heel veel kinderangsten onschadelijk heb gemaakt."

Het schrijven was een therapeutisch proces?
"Ja, maar daar was ik me op dat moment niet van bewust. Eigenlijk kwam ik pas naderhand tot het inzicht dat dat de reden moest zijn waarom ik deze trilogie schreef. Een van de redenen. Want ik heb ook een voorliefde voor de taal van de bevindelijk gereformeerden. De tale Kanaäns is prachtig. In mijn ogen is de Statenvertaling nog altijd superieur aan andere vertalingen."

Is het veelvuldig citeren van bijbelteksten in oude vertaling geen belemmering voor de seculiere lezer?
"Als ik een boek zou lezen over een andere godsdienst, kan ik het waarschijnlijk ook niet helemaal bevatten. Maar ik word wel in een voor mij onbekende wereld gezogen. Als het een goed boek is tenminste."

Het gaat meer om de sfeer dan om de details?
"Ja, maar ik wilde geen concessies doen. Ik heb geprobeerd een authentiek, waarheidsgetrouw beeld te schetsen van het bevindelijke leven in Katwijk. Niet een aan de seculiere lezer aangepast beeld. Want ik schrijf in eerste instantie voor mezelf. De enige concessie is dat ik achter bijbelteksten het woordje "sela" heb gezet. Dat vond ik een aardige vondst. Het heeft iets galmends, maar het maakt ook duidelijk dat het om een bijbeltekst gaat. Maar de niet bijbelvaste lezer ontgaat wellicht het een en ander, dat is waar. Wellicht wordt het daardoor des te exotischer voor hem."

Voelt u verwantschap met een schrijver als Maarten 't Hart?
"Mijn hoofdpersonen zijn mensen die in een andere tijd leven. Maarten 't Hart kiest voor het perspectief van het heden en kijkt van daaruit terug op het verleden. Bovendien schrijft hij autobiografisch. Dan ontkom je er niet aan om stelling te nemen tegenover de persoon die je vroeger was. Zelf denk ik wel eens dat je in dat opzicht niet in de zonde moet blijven liggen. Je moet iets doen met je kritiek, het een keer afronden. Ik geloof dat Maarten 't Hart zijn thema inmiddels wel heeft uitgeput.

Veel bevindelijk gereformeerden ergeren zich aan Maarten 't Hart, maar het is zeker niet allemaal hatelijk bedoeld wat hij schrijft. Dat hem dat wordt aangerekend, is niet terecht. Nu ja, zo'n aanval op de punten en komma's van het geloof als in "Wie God verlaat heeft niets te vrezen" begrijp ik ook niet. Waar is dat nu voor nodig?"

Maarten 't Hart snijdt dezelfde thema's aan als u. Hij verwijt God bijvoorbeeld dat Hij zijn moeder welbewust aan keelkanker laat overlijden.
"Maar het gaat om wezenlijke zaken! Ik denk dat ieder mens, hoe strenggereformeerd ook, over zulke dingen moet nadenken. Anders is zijn geloof niets waard. Voor mij is de essentie van bekering dat je je bewust wordt van wat je gelooft. Soms denk ik wel eens dat het geloof in Katwijk vooral in culturele zin het geloof der vaderen is. Hele gezinnen gaan erin mee, van kindsbeen af zijn ze ermee opgevoed. Het geloof is dan iets dat bij de familie of bij het dorp hoort."

Maar het moet persoonlijk worden?
Lachend: "Ja! Het moet persoonlijk worden door het te onderzoeken, door het te spiegelen: Wat wordt er vanaf de kansel gezegd en kan ik me daar in alle eerlijkheid achter scharen?"

Waar ligt dan de norm? Waaraan kun je je spiegelen? Aan je eigen gevoel?
"Uiteindelijk kom je daarop uit. En het gevoel is bedrieglijk, wankel, dat geef ik onmiddellijk toe. Maar dat is nog altijd te verkiezen boven het alternatief van een geloof dat je wordt opgedrongen, van een dogma dat je moet omarmen. Zelfs de bekering is in bevindelijke kring aan allerlei regels gebonden. Dat vind ik bedenkelijk. Als ik moest kiezen tussen gevoe l of dogma, zou ik toch terugvallen op mijn beleving. Het geloof is uiteindelijk iets tussen de mens persoonlijk en de Allerhoogste. Daar zit geen kerk tussen."

Mede n.a.v. "De heugling", door Robert Haasnoot; uitg. De Geus, Breda, 2005; ISBN 90 445 0572 6; 224 blz.