Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Marie van Beijnum

Schelmenroman van Eduardo Mendoza

"Blijspel in Barcelona" is het vervolg van de Spaanse schrijver Eduardo Mendoza op diens bekende "De stad der wonderen". Plaats van handeling van het al in 1996 in Spanje verschenen "Una comedia legera" is de Catalaanse hoofdstad. Speelt "De stad der wonderen" (1986, Nederlandse vertaling 1988) zich af in de tijd tussen de twee wereldtentoonstellingen in het begin van deze eeuw, het blijspel is een roman over de jaren van het Spanje na de Burgeroorlog (1936-1939), de Neurenberg-processen, de opkomst van Sartres existentialisme en de atoombom. 

De bekende komedieschrijver Carlos Prullàs raakt betrokken bij de moord op een vriend. Hij wil zijn onschuld bewijzen en ziet zich gedwongen zich een rol van detective aan te meten. Dat maakt het er voor hem niet gemakkelijk op. Een Don Juan als hij is, staat hij op intieme voet met drie vrouwelijke verdachten. 

Bij geen van de drie dames krijgt hij het bewijs aangeleverd dat het misdrijf kan ophelderen. Aankomend actrice Lilí Villalba, de warhoofdige en welgestelde Marichuli Mercadal en de hoofdrolspeelster Mariquita Pons: zij gebruiken het cruciale parfum L'Arpège. Zelf kocht hij een flesje van die geur dat op merkwaardige wijze werd ontvreemd. Uiteindelijk wordt Prullàs zelf als verdachte in de cel geworpen, maar komt hij vrij zodra de echte dader van de moord op Ignacio Vallsigorri y Fadrí wordt gevonden (blz. 424). 

Mythe
Eduardo Mendoza (1943) wordt een van de belangrijkste schrijvers genoemd in het Spanje na de dood van generaal Franco (1975). Dit is zijn zesde roman. Met de Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez heeft hij gemeen dat hij over zijn geboortegrond schrijft. Beiden houden zich verre van realisme, maar geven hun "tierra natal" een mythische aureool. Er gebeuren allerlei dingen in de verhalen die hypothetisch zijn. Mendoza plukt ze van de hele wereld. Zo laat hij Queen Mary de haven van New York uitvaren met Europa als bestemming en aan boord de beroemde actrice Ingrid Bergman en de Spaanse filosoof don José Ortega y Gasset. Ze hadden samen een serie lezingen gegeven aan Amerikaanse universiteiten, terwijl in Neurenberg Alfred Krupp in afwachting was van zijn vonnis (blz. 305). 

Op blz. 348-352 ensceneert Mendoza een samenzwering tegen het regime als in het begin van de zomer monarchistische elementen en socialisten samenzweren in Saint-Jean-de-Luz, nota bene vlak bij het oord waar de regering van Spanje in tijden van vakantie resideert. Dergelijke constructies roepen een brok spanning en gezonde hilariteit op, want de insider weet dat de Spaanse monarchisten en socialisten in augustus 1948 inderdaad het Akkoord van Saint-Jean-de-Luz tekenden. En zo zijn er talloze ironische verwijzingen waarbij Mendoza de historische realiteit laat overgaan in een literaire verbeelding. Toch heeft Mendoza zijn "Blijspel in Barcelona" minder zwaar met het mythische sap overgoten dan het eposachtige "De stad der wonderen". 

Voorkennis
Mendoza schakelt zijn proza moeizaam in een hogere versnelling. De beloofde moord wordt pas op bladzijde 200 gepleegd. Hij heeft nogal wat omhaal van woorden nodig om de tijdgeest te schetsen. Bij de lezer is enige voorkennis onontbeerlijk. Als Mendoza duidt op: "In het sombere vertrek stond pontificaal op een console een ingelijste foto van de Leider van het Land, gekleed in zijn admiraalsuniform", weet zijn Spaanse publiek over wie hij het heeft. Maar niet alle Nederlanders beseffen dat Mendoza hier een parodie uitvoert op Franco. 

Compositorisch zit de roman knap in elkaar. Mendoza wisselt de zoektocht van Prullàs af met fragmenten uit diens nieuwe toneelstuk. Dat is een blijspel waarin een moord wordt gepleegd. De dialogen vormen een echo van de verwikkelingen rondom Prullàs. De roman vormt als het ware de uitvergrote spiegel van het blijspel dat in het boek ten tonele wordt gevoerd. 

Desondanks is het dubbele blijspel niet het voornaamste van Mendoza's jongste pennenvrucht. Het dient louter als behangsel op de muur die Mendoza stevig neerzet: het tegendraadse Barcelona onder generaal Franco. Dat is ook het geval in enkele vorige romans van Mendoza. De moord geeft slechts vorm aan de roman, stuurt het verhaal aan, maar is feitelijk van secundaire relevantie. In wezen gaat het Mendoza tot dusver in heel zijn oeuvre om Barcelona. Zoals de in Barcelona geboren en getogen architect Gaudí werkt ter meerdere eer en glorie van het rooms-katholieke Catalonië, zo gaat het bij Mendoza -als de Gaudí der letteren- om het Barcelona van voor en tijdens het regime-Franco. Aannemelijk is dat een volgende roman vermoedelijk zal gaan over het postfranquistische Barcelona en de nationalistische catalonisering van Jordí Pujol. 

Vertaling
Het boek is vertaald door Adri Boon en Mieke Westra, die er een werkbeurs van de Stichting Fonds voor de Letteren voor ontvingen. Goede vertalers vertalen niet, maar communiceren. Inherent is dat ze keuzes moeten maken zonder onrecht te doen aan het werk van de auteur. Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die zich achter de oren krabben bij bepaalde aspecten van deze roman (hetzij van de scribent, hetzij van de vertolker). Dat geldt dan bijvoorbeeld een plat-Amsterdamse vertaling van een citaat, de veelvuldige vloeken of de functionaliteit van enkele passages. 

Het is met 456 vertaalde pagina's een lijvig boek geworden voor een komedie die best wat slanker had kunnen uitpakken. Anderzijds heeft het zich voortslepende ervan ook iets fascinerends. Zelf vind ik Mendoza het sterkst in zijn hyperboolachtige typeringen. Grote en kleine dingen uit de geschiedenis worden in zijn verhalen verwerkt en vastgenageld in de acties en bedrijvigheden van schelmige personages. 

Prachtig formuleert Mendoza aan het slot hoe in de hoogtijdagen van de Spaanse dictatuur al iets gloort van de nieuwe tijd, de transición (overgangsperiode), de democratie en de constitutionele monarchie. Hij laat Prullàs en de gek Roquet naar een danspartijtje kijken. "Het was een aparte wereld, gedoemd om te verdwijnen maar nog intact, een wereld die moeizaam en obstinaat zichzelf probeerde te overleven. (...) Nu zag hij zichzelf zoals hij was, een volwassen man zonder beroep en inkomsten, en zonder andere toekomst dan nostalgie. Uiteindelijk was hij slechts een onderdeeltje van dat fantastische raderwerk, zonder dat hij zich er verdienstelijk voor had gemaakt of er schuld aan had - hij erfde eenvoudig een verleden waaraan hij niets had bijgedragen en waarvan hij de gevolgen wel moest aanvaarden. De hele maatschappij, wist Prullàs, stond op het punt ingrijpend te veranderen". 

N.a.v. "Blijspel in Barcelona", door Eduardo Mendoza; uitg. Vassallucci; Amsterdam, 1998; ISBN 90 5000 050 9; 456 blz.