Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Hans van Holten

Rommelen in de rafelige kantlijn van de wet

Het gehoorzamen aan de wet en het luisteren naar het eigen geweten kan spanning oproepen. Jan Terlouw laat dit dilemma in "Eigen rechter" tot leven komen. De hoofdpersoon, de rechtlijnig denkende puber Justus, is weinig bereid tot compromissen. 

De jeugdboekenschrijver Jan Terlouw is een politicus die hevig in maatschappelijke problemen is geïnteresseerd. Dat blijkt uit bijna elke bladzijde die hij voor de opgroeiende jeugd schrijft. Zijn eigen opvattingen vond Terlouw terug in het programma van D66, de partij waarvan hij sinds de oprichting lid is. Hij zat lange tijd in de Tweede Kamer, was voorzitter van zijn fractie, minister van economische zaken en na een korte niet-politieke onderbreking van 1991 tot eind vorig jaar commissaris van de Koningin in Gelderland. Een indrukwekkende carrière die hem weinig vrije tijd liet, zou je zeggen. Niettemin wist hij een even indrukwekkende serie boeken neer te zetten die door de jeugd verslonden wordt. 

Als auteur stelt Terlouw doelbewust de maatschappelijke kwesties aan de orde die hem, ook als politicus, bezighouden. Hij schrijft dus boeken met een boodschap. Hij wil ook niet anders: "Als ik geld zou kunnen verdienen met het schrijven van boeken die alleen maar avontuur waren en waar geen boodschap achter lag, dan zou me dat ontzettend vervelen". Jan Terlouw brengt echter zelden of nooit een kant-en-klare boodschap. Hij prikkelt zijn jeugdige lezers tot nadenken, tot discussiëren, tot het zoeken naar eigen oplossingen. Zo ook in zijn nieuwste boek, dat hij "Eigen rechter" heeft genoemd. 

Rechtlijnig denkertje
Leidend motief in "Eigen rechter" is de spanning die er kan zijn tussen het gehoorzamen aan de wet en het luisteren naar het eigen geweten. Iets waarmee politici, rechters en advocaten regelmatig worden geconfronteerd. "Was de wet nu voor je of tegen je? Was hij er voor mensen die de dingen goed wilden doen of juist voor de anderen?" De hoofdpersoon in het boek, de puber Justus (let op de naam!) Verdaasdonk, heeft het er maar moeilijk mee. Het is een rechtlijnig denkertje, dat weinig bereid is tot compromissen. 

Zijn vader heeft een proces wegens fraude bij speculaties met grond aan zijn broek gekregen, maar hij wordt dankzij een "vormfout" van vervolging ontslagen. In feite is hij dus toch schuldig, vindt Justus. Dan herinnert hij zich dat pa enkele jaren terug tapijten uit Turkije had meegesmokkeld. Dat was toch ook tegen de wet? "Papa houdt van een beetje avontuur", geeft ma als commentaar. Zelf denkt hij: "Waar is de grens tussen "een beetje avontuur" en de wet overtreden"? 

Honkbalknuppel
Er komt meer op Justus af. Als zijn ouders een paar dagen met vakantie zijn, betrapt hij een "inbreker". Hij slaat hem met een honkbalknuppel het ziekenhuis in. Dat mag natuurlijk niet. Nu is Justus strafbaar en de inbreker nauwelijks, zegt de politie. Als hij de man in het ziekenhuis opzoekt, blijkt uit diens verhaal dat Verdaasdonk hem "chanteert". Dan is voor Justus de maat vol. 

Hij weigert de brommer die zijn pa hem als verzoeningsgebaar wil geven ("Ik wil geen brommer die gekocht is met gestolen geld"), pakt z'n koffer en gaat het huis uit. Gelukkig vindt hij een baantje als autosloper. Met de opbrengst daarvan kan hij het aardig uitzingen. 
Onverwacht komt hij zelf voor een conflict tussen geweten en gehoorzaamheid aan de wet. Een collega van hem, de gevluchte Somaliër Bashir, verblijft illegaal in Nederland en werkt zwart. Door een slim spel weet Justus te bereiken dat de man in Nederland mag blijven. Zus Yvonne, die voor advocate studeert, wijst hem erop dat hij nu ook heeft "zitten rommelen in de rafelige kantlijn van de wet". 

Ook in zijn volgende baan, loopjongen bij een apotheker, wordt gerommeld. Een assistente laat hem morfine-zonder-recept bij een oude man bezorgen, die er op het laatst zelfmoord mee pleegt. Was dat meewerken aan euthanasie? 

Eigen recht
Langzaamaan begint het Justus duidelijk te worden dat de zaken in het leven vaak minder eenvoudig en rechtlijnig liggen dan hij altijd had gedacht. Als hij van een lief meisje hoort hoe haar vader door Justus' nieuwe werkgever, de zakenman P. Kozijnse, is opgelicht, besluit hij voor "eigen rechter" te spelen. Dat doet hij met verve! 

Hij ontwikkelt een slim en uitgekiend plan om Kozijnse te straffen. Daarbij is een 'onschuldig' inbraakje weliswaar nodig, maar hij blijft toch precies binnen de grenzen van de wet, al moeten hij en zijn vrienden/vriendinnen zich in allerlei bochten wringen om de zaak voor elkaar te krijgen. "Ik probeer onrecht te herstellen", zegt hij tegen zijn moeder. "Maar op een manier die...", antwoordt ze aarzelend. Justus vult aan: "me op m'n vader doet lijken". 

Luchtige stijl
Mijn samenvatting van het boek lijkt op een opsomming van juridische probleempjes, maar dat is het gevaar van zo'n samenvatting. Ik werkelijkheid is "Eigen rechter" een lekker spannend boek, waarin Terlouw zoals gewoonlijk veel stof tot nadenken aanreikt. Daarover wordt in het verhaal heftig gediscussieerd, terwijl Terlouw niet een duidelijk becommentarieerde oplossing biedt. Zijn naar volwassenheid groeiende lezers moeten zelf oordelen, vindt hij. Wat is recht? Wat is onrecht? 

Dit alles brengt de auteur in een luchtige, ontspannen, gezellige stijl, met veel dialoog en humor, die al die problemen veel minder zwaar doet lijken. "Toch was zijn moeder ook niet op haar mondje gevallen. Wel op haar stuitje trouwens, reden waarom ze op een opgeblazen rubberband zat. Dat was gisteren gebeurd, toen ze gehaast de trap af kwam en een losliggende roe haar snelheid nog had vergroot". 

Soms gebruikt Jan Terlouw beelden die zich in het geheugen vasthaken: "Als er geen enkele spanning is tussen mensen, gaat het babbelen maar door, babbelen als kabbelen, van water. Als een waterstroom die vanzelfsprekend is, bergafwaarts, op zoek naar het waterpas van het meer. Is er een obstakel in de beek, een dammetje, dan hoopt het water zich op. Zo stagneert ook het gesprek, als de gesprekspartners zich bewust worden van de spanning die er tussen hen is". Om toch even over na te denken. 

N.a.v. "Eigen rechter", door Jan Terlouw; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 1998; ISBN 90 5637 154 1; vanaf 12 jaar; 245 blz.