Nederlandse kinderen klagen er wel eens over dat ze het moeilijk hebben. Thuis, op school, of in de buurt waar ze wonen. Daar hebben ze soms best reden toe.
Je zult maar op jonge leeftijd door je familie uitgehuwelijkt worden aan de kwaadaardigste en lelijkste man uit de hele omgeving omdat voorouderlijke geesten dat zouden bevelen. Of je zult als een kleine slaaf achter een weefgetouw moeten zwoegen zonder dat er kans is om te vluchten. Je zult als jong meisje maar van moord beschuldigd worden, alleen omdat jij zwart bent en het slachtoffer blank is! Zulke dingen kunnen gebeuren in verre landen waar de cultuur minder kindvriendelijk is ten gevolge van een eeuwenoude traditie. Daarover gaat een aantal nieuwe boeken.
Racisme
"Noodweer" van Suzanne Fisher Staples speelt zich af aan de kust van Virginia, waar de tegenstellingen tussen blank en zwart nog altijd groot te zijn. Niettemin groeien de blanke jongen Buck en het zwarte meisje Tunes, wier voorgeslacht al eeuwen in dienst staat van Bucks familie, ogenschijnlijk in harmonie met elkaar op. "Op de plek waar wij opgroeiden, kregen Tunes en ik racisme allebei met de paplepel ingegoten. En toch waren wij kleurenblind; ieder voorzover het de ander betrof".
Als ze dertien worden, begint er toch wat te veranderen. Langzamerhand worden ze zich bewust van elkaars sekse en elkaars ras, en dat maakt een einde aan de argeloosheid in hun verhouding. Dan barst de bom: er wordt iemand vermoord. Buck is ervan overtuigd dat Jumbo Rawlin de dader is, de grootste boer van Northampton County, die "zo gemeen is als een groenogige slang". Deze wijst echter de beschuldigende vinger naar Tunes, en alle blanken, ook de sheriff, geloven Rawlin. Tunes heeft een geheim dat met de moord te maken heeft. Wat dat precies is, kan Buck niet ontdekken, hoeveel moeite hij zich ook getroost om, tegen het verbod van zijn vader in, nog langer met Tunes om te gaan. "Als het om goed en kwaad ging, waren dingen die voor mij en mijn familie vanzelfsprekend zijn, heel anders voor Tunes, Kneebone en ander zwarte mensen".
Pas als Tunes gevlucht is en Buck haar tóch terugvindt, vertelt ze onder tranen wat er echt gebeurd is, dat Rawlin haar als kind misbruikt heeft. "Ik was elf, Buck. Ik was te bang om ook maar iets te doen".
Helaas, ook Buck wordt niet geloofd als hij met de ware toedracht bij de sheriff komt. Tunes had hem daar al voor gewaarschuwd: "De sheriff is net als de meeste blanken die denken dat ze al hun hele leven lang weten hoe nikkers zich gedragen".
Het boek loopt niet echt goed af, en daardoor voel je je ook als lezer hulpeloos: het onrecht wordt niet ongedaan gemaakt. Dankzij de fijnzinnige karaktertekening krijg je al lezend een diepe waardering voor dit gevoelige trotse negermeisje, dat onder alle omstandigheden zichzelf blijft. Het is een mooi boek, al mocht er vooral in het begin naar mijn smaak wat meer vaart in zitten. Die traagheid wordt echter volledig goedgemaakt door de suggestieve natuurbeschrijvingen, waardoor we ons opgenomen voelen in de wilde mengeling van land en zee aan die wondermooie kust van Virginia.
N.a.v. "Noodweer", door Suzanne Fisher Staples; vert. Anneke Koning-Corveleijn; uitg. Lemniscaat, Rotterdam 1998; ISBN 90 5637 106 1; 204 blz.; vanaf 14 jaar.