Mark, hoofdpersoon uit de roman "De spiegels van toen en later" van Frank Druyts, vlucht voor de spoken uit het verleden. Zijn tocht voert hem door Spanje en Portugal, maar nooit ontsnapt hij aan zijn herinneringen, die de grens tussen verbeelding en werkelijkheid lijken te overschrijden en Mark langzaam naar het punt duwen vanwaar er geen terugkeer meer mogelijk is.
De bij uitgeverij C. de Vries-Brouwers (Antwerpen/Rotterdam) verschenen roman "De spiegels van toen en later" is het verhaal van een verbrokkelde geest, die zich tegen de buitenwereld wapent met een bijtend cynisme, maar niet in staat is weerstand te bieden aan zijn eigen obsessies. Auteur van de roman is Frank Druyts. Zijn naam staat op de omslag; meer gegevens over hem zijn noch in het boek, noch in de flaptekst te vinden.
Verval
Via flashbacks tijdens de reis die Mark Herremans op aandringen van en met de bevriende arts Maarten maakt, leren we het verleden van de hoofdpersoon stukje bij beetje kennen.
Van jongs af aan boeide hem de statistiek, omdat dit een machtig wapen bleek om alledaagse zaken in cijfers te vertalen en omdat de statistiek hem in staat stelde wanorde aanschouwelijk te maken, de wereld te reduceren tot getallen.
Marks eerste baan als boekhouder duurde echter niet lang. Vanaf het moment van ontslag ging het bergafwaarts met hem. Tijdens het laatste gesprek met zijn werkgever realiseerde hij zich dat de aftakelende huid en de wijkende haarlijn van de man tegenover hem tekenen waren van het onafwendbare verval. "Ook in mij is de dood reeds aanwezig", dacht Mark.
Een periode van sollicitatiegesprekken, (verkeerde) vriendinnetjes en drugs volgde. De ontmoeting met de ambitieuze Sarah, met wie hij een aantal jaren getrouwd was, luidde de kleinburgerlijke fase in. Braaf werken, verantwoord leven en ongevaarlijke waarden nastreven, die hij voordien had bespot.
Na zijn ontslag bij de volgende firma verdwenen de zekerheden uit zijn leven. Daarmee was voor hem de laatste fase begonnen, "die van de afbrokkeling, eerst bijna onmerkbaar langzaam, op het einde beangstigend snel".
Het huwelijk tussen Mark en Sarah liep stuk. Beiden maakten ze zich schuldig aan overspel. Tijdens de reis beschrijft Mark zijn herinneringen, "om de rotzooi die ik meemaakte te ordenen".
Ondertussen komt hij erachter waar het in het leven om draait: "zelfbediening door zelfverrijking en zelfverheerlijking. Wie pakte, had. Wie hard riep, werd bewonderd. Hebben en worden bewonderd. De rest was onzin. De waarheid: op het einde verliezen we allemaal. We werken ons te pletter en toch sterven we. Het verval zet al in zodra we geboren zijn".
Hermans en Reve
Perverse dromen, waarin spiegels een grote rol spelen, kwellen Mark tijdens de tocht in toenemende mate. Spiegels van toen, waarin diverse vrouwen die zijn leven hebben beheerst, hem beschuldigen en sarren. Spiegels van later, waarin hij zichzelf ziet als een pathetisch, reeds aan de kruin kalend boekhoudertje. "Naast hem stond niemand. Hij zag een man die meelijwekkend vocht tegen de wanhoop". Uiteindelijk kan hij de dromen niet verdragen en belandt hij, twee weken na terugkomst van de reis, in het ziekenhuis. Een open, maar triest einde.
Diverse bespiegelingen van Mark, die tot de conclusie leiden dat het leven zinloos is, en veel aandacht voor lichamelijke tekenen van verval, doen sterk denken aan (andere) existentialistische schrijvers als Hermans en Gerard Reve. Niets nieuws onder de zon dus.
Geen boek waardoor een mens gesticht wordt, maar wel een boek waarin de ontstellende werkelijkheid van een leven zonder God getekend wordt.
N.a.v. "De spiegels van toen en later", door Frank Druyts; uitg. C. de Vries-Brouwers, Antwerpen/Rotterdam, 1997; ISBN 90 5341 300 6; 145 blz.