Een boek dat gepresenteerd wordt als "een aangrijpend en meeslepend verhaal over liefde, beproeving en opoffering" belooft nogal wat. De achterflap ervan zegt dat deze roman ons "te denken geeft over de werkelijke zin van het leven". Robert Mawson (1956, Londen) zal deze beloften moeten realiseren; hij is de auteur van "Lazaruskind".
Na zijn baan als piloot bij een commerciële vliegmaatschappij en bij een pr- en reclameadviesbureau legde Mawson zich volledig toe op het schrijven. "Lazaruskind" is zijn tweede roman.
Frankie (7), een van de hoofdpersonen van het boek, raakt na een ongeluk in coma. Omdat Ben, haar broer, haar moest begeleiden naar school, voelt hij zich verantwoordelijk voor dit ongeluk. Hij trekt zich volledig in zichzelf terug. Hun ouders bevinden zich in een huwelijkscrisis en leven gescheiden van elkaar. Na drie maanden lijkt de situatie van Frankie hopeloos. Ze wordt in het ziekenhuis gezien "als het comageval van de 5e verdieping, kamer vier". Totdat de ouders gewezen wordt op een laatste strohalm: er is in het Amerikaanse Virginia een experimentele kliniek gestart waarin geprobeerd wordt comapatiënten via elektrische prikkels, vertrouwde geluiden en contact op het onderbewustzijnsniveau uit hun coma te halen. Ze besluiten deze stap te wagen.
Hypnose
Elizabeth Chase is de neurologe die deze kliniek leidt. De bron van haar inspiratie ligt in een gelijkwaardige gebeurtenis: op jonge leeftijd raakte haar broer in coma nadat hij te lang in ijskoud water gelegen had. Ze ontwikkelt steeds krachtiger technieken om mensen vanuit steeds diepere lagen omhoog te brengen. Haar visie is dat deze mensen op een ander niveau van bewustzijn leven en haar streven is erop gericht dat niveau te bereiken. Volgens haar is het een gemeenschappelijk niveau van bewustzijn, een soort station tussen de waarneembare en de niet-waarneembare werkelijkheid, waarin contact gelegd kan worden.
Om dit contact te leggen, brengt ze Ben, Frankies broer, onder hypnose. Hij zal "op Frankie in moeten praten" om haar weer terug te brengen. Als ten slotte blijkt dat dit te moeilijk voor beiden is, laat ze zichzelf onder hypnose brengen en brengt ze hen beiden weer terug in de realiteit.
Het is niet eenvoudig dit boek, dat leest als een avonturenroman, samen te vatten. Er gebeurt heel veel. Naast het "medische" is er sprake van tal van andere problemen: de ouders, Jack en Alison, lijmen de huwelijksscherv en weer aan elkaar. Een protestgroep onder de naam "Machteloze Stem" demonstreert dagelijks bij de kliniek van Elizabeth Chase tegen experimenten op jeugdige comaslachtoffers, waardoor de kliniek met sluiting bedreigd wordt. Om maar niet meer uit te weiden over de problematische vader-dochterverhouding van de neurologe en haar liefde voor de opsporingsambtenaar van justitie.
Rekvermogen
De roman lijdt aan een gegevensoverschot. Omdat die talrijke draden ook nog nauwelijks met elkaar verband lijken te hebben, moet de lezer moeite doen om alles te blijven volgen. De onsamenhangendheid wordt ook nog eens bevorderd door Mawsons schrijfstijl: van de hak op de tak. Hij houdt het in zijn hele boek van ruim 300 bladzijden vol om hooguit anderhalve pagina of twee pagina's over hetzelfde onderwerp te schrijven. Je mag een zekere flexibiliteit van de lezer vragen, maar evenals elastiek heeft die ook een beperkt rekvermogen.
Hoewel de roman wel een spanningsboog kent, die opgebouwd wordt door de steeds aanwezige vraag of het de neurologe lukt om Frankie uit de coma te krijgen of niet, overheerst het gevoel van teleurstelling na het dichtslaan van de roman. Daar zijn verscheidene oorzaken voor. Allereerst het door de schrijver gebezigde, godslasterlijke taalgebruik. In de tweede plaats wordt in de roman alles haast op een onrealistische manier opgelost. De lezer wordt met een gerust hart achtergelaten. Ten slotte overheerst het gebrek aan invulling van de constatering van de neurologe: "Er is meer dan de waarneembare werkelijkheid". Dat lijkt me een goede stelling: niet alleen de zichtbare realiteit telt. De roman blijft echter steken in een science-fictionachtig beschrijven van die dimensie, waarin zelfs comapatiënten contact met elkaar zouden leggen. Oppervlakkigheid is door de veelheid van verhaallijnen onontkoombaar. Daarom acht ik het niveau van de dertien-in-een-dozijnavonturenroman niet overschreden.
N.a.v. "Lazaruskind", door Robert Mawson; uitg. De Boekerij, Amsterdam, 1998; ISBN 90 225 2424 8; 312 blz.