Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Els Brussé-Dekker

Terug in de Alblasserwaard

Slim en sterk is hij, Gert-Jan Beuzekom uit de Alblasserwaard, de held van Jan W. Klijns "Lichtende einder". Alles lukt hem, en áls er eens iets mislukt, haalt hij zijn schouders op en begint aan iets nieuws. Een echte mannetjesputter, deze "blonde reus". 

In dit laatste deel van de trilogie over Gert-Jan zet de voormalige boerenknecht zijn plannen om naar Zuid-Afrika te gaan in werking. Zijn eenvoudige vrouw Mar gaat min of meer tegen haar wil met hem mee en -geduld is een schone zaak- het lukt haar hem na krap drie jaar weer mee te krijgen naar de Alblasserwaard. De zaken in Zuid-Afrika lopen niet bijster goed en Mar ziet daar een teken van God in dat ze naar Nederland terug moeten. Ze probeert Gert-Jan daarvan te overtuigen, maar het wordt niet duidelijk of Gert-Jan ook tot dat inzicht komt of dat het bij hem gewoon een kwestie is van het zinkende schip verlaten. 

Hoe dan ook, het gezin Beuzekom probeert in Nederland verder te boeren en dat lukt "de reus met de lichtblauwe ogen" prima. Hij tikt met behulp van zijn gehaaide karaktereigenschappen een monumentale boerderij op de kop, probeert die te exploiteren en eindigt ten slotte als hondenfokker. 

Toch komt er een wending in zijn succesvolle bestaan. Hij krijgt een ernstige spierziekte waarin Mar opnieuw Gods hand ziet, "die liefdevolle slaande hand, die zelfs de meest verharde zondaar naar zich toe kon geselen. Daar was Gert-Jan het voorbeeld van". In het bestek van slechts een halve bladzijde verandert Gert-Jan van een uiterlijk godsdienstige in een gretige kerkganger. Toch een karakterontwikkeling, maar wel een razendsnelle. 

"Oude waarheid"
Mar komt in het boek naar voren als een vrome vrouw die dicht bij God leeft. Klijn beschrijft haar als iemand die in het zwart loopt en het liefst kerkt in een houten lokaal in Sliedrecht. De kerk in Zuid-Afrika vindt ze maar niets, daar blijft ze zondags dan ook thuis. Klijn brengt duidelijk naar voren dat echte christenen volgens hem zo horen te zijn. Hij schrijft op pagina 45 over haar dat ze een "rechtgeaarde bewoonster" van de Alblasserwaard is, "die de oude waarheid en oude paden nog koestert", een uitdrukking die aangeeft dat Mar het volgens hem bij het rechte eind heeft. 

Stuitend vind ik daarom de hoogmoed die op pagina 230 naar voren komt. Het gerepatrieerde gezin Beuzekom gaat nu wekelijks op de Dam in Giessenburg naar de kerk. En dan komt de sneer: "hervormd weliswaar", gevolgd door de verwaande opmerking "maar de jonge dominee (...) zei de waarheid onverkort, en hoewel Mar het bevindelijke miste, was ze wel zo eerlijk om toe te geven dat deze man voldoende inhoud gaf aan zijn preek, zodat je de toepassing zelf kon maken". 

Deze zinsnede vind ik erger dan de rammelende clichéstijl van Jan W. Klijn . 

N.a.v. "Lichtende einder", door Jan W. Klijn; uitg. Gebr. Koster, Barneveld, 1997; ISBN 90 5551 094 7; 234 blz. (vervolg op "Gert-Jan" en "De wenkende zon").