"Rafa grendelde de buitendeur en controleerde zorgvuldig zijn gehele woning om er zeker van te zijn dat er niet ergens een indringer verscholen zat. Het was een dagelijks terugkerend ritueel, maar elke keer klopte het hart hem in de keel en stootte hij onderdrukte schrille kreten uit als de door hemzelf opgeroepen grillige schaduwen hem deden rillen van angst". Wie zou niet doorlezen...?
De geboren verteller J. J. Frinsel heeft met de eerste zinnen van zijn boek "Storm over Jeruzalem" de lezer direct te pakken. Wat is die Rafa voor een raar mannetje? Waarom doet hij zo geheimzinnig en is hij zo bang? Met een pen als een penseel weet Frinsel de personen in zijn boek haarscherp af te schilderen. De sluwe Rafa, de onnozele Kis (die juist heel slim blijkt te zijn), de lieftallige Silla en vele anderen maken deel uit van het spannende verhaal.
Het verhaal begint in het jaar 62 en eindigt bij de val van Jeruzalem. Een "onheilsprofeet" laat steeds weer zijn onheilspellende boodschap horen in de straten van Jeruzalem: "Wee..., wee, Jeruzalem... Een stem tegen dit ganse volk". Velen verachten hem en willen zijn boodschap niet geloven. Anderen zien hem als een boodschapper van God. Als de belegering van de stad door de Romeinen dreigt, trekken veel mensen weg.
Liefde
Er zijn er echter ook die blijven: uit idealisme, oprecht verlangen naar vrijheid, geloof, liefde, trouw, maar ook uit avontuur, haat en hebzucht.
Behalve heel wat geschiedkundige informatie wil de auteur zijn lezers duidelijk nog iets anders bieden. Namelijk de boodschap dat de liefde van Christus de drijfveer is voor de handel en wandel van diegenen die in de Messias geloven. Een telkens terugkerend thema in het boek zou je kunnen typeren als "de Barmhartige Samaritaan". Steeds gebeurt er iets waaruit bl ijkt dat een ware christen (en wat was het in die tijd gevaarlijk om als zodanig bekend te staan) barmhartig handelt, omdat hij weet dat hijzelf ook alleen van genade kan leven. Kis laat een gewonde Romein in leven; hij probeert de gierige Rafa te laten zien waar hij mee bezig is en later begraaft hij hem zelfs (met gevaar voor eigen leven); Silla blijft bij haar zieke vader in Jeruzalem (hoewel zij eerst door hem verstoten was omdat ze christin geworden was); en zo zou er nog veel meer te noemen zijn.
Beloften
In het boek vlecht Frinsel als het ware een aantal verhalen door elkaar: dat van Silla en haar oom en tante, dat van Kis, dat van Rafa, dat van Gaius, dat van Kalub. Samen vormen ze het boek "Storm over Jeruzalem". Heel mooi wordt de bekering van Pagiël, Silla's vader, beschreven.
Ontroerend is het te lezen dat terwijl buiten, in de stad Jeruzalem, een hevige strijd aan de gang is, in de ziekenkamer een oude man zijn strijdbijl neerlegt. Pagiël erkent dat hij ondanks al zijn schriftkennis "blind, stekeblind" geweest is. Als hij Christus leert kennen als de Messias, verandert echter alles. Aan het slot van het boek zijn Kis en zijn vrienden veilig uit Jeruzalem gekomen.
Toch blijft het min of meer een open eind. Zullen ze nog op een Romeinse post stuiten? Mag de liefde tussen Silla en Thomas verder groeien tot een huwelijk? En wat gebeurt er met de jonge, maar al zo door het leven getekende Jozef? De laatste zin van het boek biedt de lezer echter inspiratie te verzinnen hoe het allemaal verder zal lopen: "Stralend rees de zon aan de hemel, vol beloften voor een nieuwe dag".
N.a.v. "Storm over Jeruzalem", door J. J. Frinsel; uitg. Den Hertog, Houten, 1998; paperback; ISBN 90 331 1283 3; 278 blz.