"Ze werd overspoeld door een golf van dankbaarheid. Stel dat ze niet had getekend om naar Amerika te gaan? Stel dat ze niet met Donnigan getrouwd zou zijn? Dan was ze nu nog arm en berooid geweest". Als de lezer van "Een bruid voor Donnigan" met hoofdpersoon Kathleen kennismaakt, raadt hij al dat het op bovenstaand citaat uitloopt.
Niet iedereen zal zich aan de voorspelbaarheid storen, maar het is wel een zwakke plek in Janette Oke's jongste roman. Het thema is echter oorspronkelijk. In een ver verleden kwamen vrouwen als bruid voor een wildvreemde kolonist naar het Wilde Westen. Armoede dreef hen. Hoewel dit soort huwelijken werkelijk moet zijn voorgekomen, is het niet eenvoudig zo'n absurde situatie geloofwaardig te brengen. Het lukt Janette Oke slechts ten dele. De schrijfster gebruikt veel stereotiepe romanmotieven, zoals de boze stiefmoeder, misverstanden tussen geliefden en ziekte die voor een ommekeer ten goede zorgt.
De eenzame Donnigan 'bestelt' via een wervingsbureau een echtgenote uit Londen. Kathleen schrijft zich in, gedwongen door moeilijke omstandigheden. Eerst verloopt hun huwelijk moeizaam, maar halverwege het boek vinden ze elkaar. Aanvankelijk heeft het geloof nauwelijks een plaats in hun leven. Daarin komt verandering. Een kerk kunnen ze niet vinden, maar vanuit de Bijbel leren ze wat de vergeving van zonden betekent.
N.a.v. "Een bruid voor Donnigan", door Janette Oke; uitg. Kok, Kampen, 1997; ISBN 90 242 9295 6; 222 blz.