Als Annabelle Allen voor het eerst voor de klas staat en met de onhandelbare Jewell Cole wordt geconfronteerd, kan ze niet vermoeden dat deze leerling een van haar beste vrienden wordt. Toch komt het al snel goed tussen die twee, zoals alles in "Als de trein voorbijkomt" goed afloopt. Misschien is dat juist de zwakke plek in deze overigens mooie roman van Steven Wise.
Jewell Cole groeit als zoon van een kroegbaas voor galg en rad op. Annabelle weet echter zijn hart te bereiken. Dan komt de jongen in problemen met zijn vader Jubal, die hem liever in het café ziet werken dan huiswerk maken. De spanning loopt zozeer op, dat Jewell bij Emmet -knecht van zijn vader en vriend van Annebelle- moet gaan wonen. Zijn vader neemt wraak door het huis van Annabelle in brand te steken. Haar leven wordt op het nippertje gered, Jubal belandt in de gevangenis en Jewell is zo verward en verslagen dat hij vlucht en zich als soldaat in de oorlog in Korea stort. Na jaren komt hij terug bij zijn vrienden én bij zijn tot inkeer gekomen, stervende vader.
Strijd
Wise bouwde zijn boek op de thema's geloof, hoop en liefde. Alleen die kunnen het kwaad overwinnen. In dit verhaal verweeft hij twee motieven -het kwaad van de wereldoorlog en het kwaad van de oorlog in het leven van enkele mensen- op een mooie manier met elkaar. Het karakter van Annebelle komt goed uit de verf. Mede door de strijd die ze in haar leven kent omdat ze door een ongeluk ongewoon klein is gebleven, is ze een sterke persoonlijkheid, bewogen met de zwakken in haar omgeving. Emmet wordt aanvankelijk als een zonderling afgeschilderd, maar blijkt later toch ook een sterke en kalme man.
De personages van Jewell en Jubal blijven vaag. Jewell wordt geïntroduceerd als een raddraaier, die het leven van zijn onderwijzers zuur maakt, maar als Annabelle hem één keer onder vier ogen spreekt, heeft hij al een brok in zijn keel. Eén compliment maakt van hem een lam.
Trein
De zwakke karaktertekening hangt samen met het feit dat de schrijver te gemakkelijk alles op zijn pootjes terecht laat komen. De wonderen zijn zeker de wereld niet uit, maar ook in het leven van christenen loopt niet alles hier en nu goed af. Daar lijkt het in dit boek wel op: Jewell verandert als een blad aan de boom. Emmet ruikt benzine bij het huis van Annabelle en realiseert zich op het juiste moment wat dat betekent. Jewell komt na jaren thuis, precies op tijd om zich met zijn vader te verzoenen, die direct daarna sterft. Zelfs tussen Jubal en de dominee die hij eens een gebroken neus sloeg omdat deze de naam van het café "Jubal's Kingdom" ongepast vond, komt het te elfder ure in orde.
Deze kritische noot neemt niet weg dat Steven Wise de lezer een boeiend verhaal biedt en hem een hart onder de riem steekt: tegen het kwaad kun je alleen strijden door het goede te zoeken. Van mij had de schrijver dit meer expliciet mogen verwoorden. Hij lijkt de Naam van God evenveel te pas als te onpas te gebruiken door deze als uitroep te citeren. Over het bestaan van God laat zijn boek geen twijfel over, maar dat de ware verzoening niet alleen tussen mensen onderling maar ook tussen God en mens nodig is, blijft liggen.
Mooi maar eveneens vrij impliciet in dit verband is de betekenis van de titel, die een paar keer in het boek oplicht: het leven in de wetenschap dat voor elk mens op een dag de laatste "trein" voorbijkomt om hem mee te nemen.
N.a.v. "Als de trein voorbijkomt", door Steven Wise; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 1997; ISBN 90 239 1862 2; 264 blz.