Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Drs. J. L. Vermeulen

Gelukkig zijn als een kikkervisje



Schrijver Thomas Hem is een schrijver van niks. "Net genoeg fantasie om op (een) idee te komen, maar lang niet genoeg om het uit te voeren. Gewoon niet geduldig, niet vasthoudend, niet virtuoos genoeg". 

Koos van Zomeren schrijft in zijn nieuwste roman over een schrijver die door zijn uitgever wordt uitgedaagd om een roman van driehonderd bladzijden te produceren. Hij neemt de uitdaging aan, maar het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hij zoekt zijn heil in een chalet in Zwitserland om daar inspiratie op te doen, maar komt niet ver. 

Zijn schrijversdepressie is niet de voornaamste reden voor zijn vlucht naar Zwitserland. Dat is een probleem in de relationele sfeer. Thomas Hem -een vijftiger die reeds drie vrouwen versleten heeft maar er, behoudens zijn dochters, weinig goeds aan heeft overgehouden- gaat een verhouding aan met de veel jongere Bettie, getrouwd met Bob en moeder van twee kinderen. Hun verhouding beperkt zich tot snelle seksuele contacten in het park. Maar Bob is er blijkbaar achter gekomen en hangt zich op, een briefje achterlatend met "Het is wel mooi geweest!" 

Onvergankelijkheid
In Zwitserland maakt Hem veel roekeloze wandelingen en komt dan Hans Brummelkamp tegen, een Nederlandse jongen die een hotel in Zwitserland runt. Zijn verhaal, dat zo'n 150 pagina's in beslag neemt, vertoont veel parallellen met dat van Thomas. Hans, een jongen die in zijn jeugd identificatiefiguren miste en maar niet weet wat hij wil worden, neemt na wat onfrisse contacten in het criminele circuit, de benen naar Zwitserland, weg van zijn verleden (een vader die zich voor zijn geboorte verhing) en zijn moeder (een soort moderne heks). 

Thomas en Hans hebben beiden een grote belangstelling voor poolreizen en een macabere interesse in mensen die op expedities de dood vonden. Hans' verhaal ("Hij heeft het naar zijn zin voor de duur dat hij het naar zijn zin heeft. (...) En dat is zo'n beetje alles wat je van het leven mag verwachten Hans, onthou dat maar".) zet Hem aan het denken en hij komt daardoor tot een soort stoïcijnse levenshouding die het leven neemt zoals het is. Je kunt wel streven naar het onvergankelijke, maar "waar leven is is geen onvergankelijkheid, en waar onvergankelijkheid is is geen leven". Niettemin blijft de twijfel, de laatste zin van het boek roept dat uit: "en toch verstrijkt de tijd". 

Er zijn tegen het boek wel een aantal literaire en levensbeschouwelijke bezwaren in te brengen. Hét bezwaar van literaire aard legt Van Zomeren zijn personage zelf al in de mond, het is ironisch bedoeld, maar het komt mij tamelijk werkelijkheidsgetrouw voor: Van Zomeren blijkt, net als zijn hoofdpersoon, niet in staat om meer dan 300 pagina's overtuigend te vullen! Het boek stijgt op veel punten niet uit boven een verzameling losse waarnemingen en citaten die de lezer in telegramstijl worden meegedeeld. Soms is de stijl boeiend (over hermelijnen met jongen: "slaven van een weerloos nageslacht") maar vaak op het simpele af. Van Zomeren is het sterkst in zijn vertelling over Hans; daar krijgt het verhaal een zekere spanning en psychologische structuur. 

Postmodernisme 
De hoofdpersoon denkt ergens: "Als schrijver zou ik het meest wezenlijke van mijn bestaan onder woorden moeten brengen. Maar het meest wezenlijke is nu juist dat mijn bestaan iets is waar ik niet tegenop kan". Dat moet ook Van Zomerens gedachten wel weerspiegelen, want hij loopt in zijn boek als een kat met koudwatervrees voortdurend om de meest wezenlijke levensvragen heen. En dus dwingt hij de lezer nergens tot nadenken of het moreel verantwoord is om een huwelijk uit elkaar te rukken door een relatie aan te gaan met een getrouwde vrouw. Zelfs het feit dat deze relatie eigenlijk in geen enkel opzicht anders is dan zijn eerdere verhoudingen, die allemaal na verloop van tijd "duurzaam ontwricht" bleken, is geen reden om het "niet nog een keer te proberen". 

En is er een uitweg in dit vergankelijk bestaan? Nee, daar kom je niet uit, want waar de onvergankelijkheid is, is het leven niet en omgekeerd. Daarom maak je ervan wat er van te maken valt; en waarom dan de relatie met Bettie -ondanks de dood van Bob en het feit dat je niet in de liefde gelooft- niet voortgezet? "Het leven denderde gewoon door en je moest zelf maar uitmaken of je er een tijdje aan meedeed of niet". Het is de teneur van het postmodernisme: geen grote verhalen, geen metafysische vragen, gelukkig zijn op het niveau van een kikkervisje. Want onvergankelijk leven is een innerlijke tegenstrijdigheid. Het boek is een spiegel van deze tijd en verdient daarom aandacht, maar verheffend is het niet. 

N.a.v. "Sneeuw van Hem", door Koos van Zomeren; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1998; ISBN 90 295 6021 5; 370 blz.