Met liefde, respect en invoelingsvermogen tekent de Franse schrijfster Rose Vincent de geschiedenis van het hugenotenmeisje Louyse. Hoewel de auteur zelf geen enkele godsdienst aanhangt, is haar boek "Le soleil et la roue" een monument voor de vervolgden om het geloof. Met de Nederlandse vertaling ervan waagt uitgeverij De Groot Goudriaan zich voorzichtig op het terrein van de literatuur.
"De zon en het rad" is een voorbeeld van een goed gedocumenteerde historische roman. Rose Vincent, voormalig journaliste, beschrijft in haar nawoord uitvoerig hoe ze te werk is gegaan. Ze vindt "dat de lezer er recht op heeft om te weten wat werkelijkheid en wat fictie is". Haar Louyse is geïnspireerd op een andere Louyse, die op 24 maart 1691 in Saint-Julien-d'Arve tijdens haar poging om samen met een aantal andere hugenoten naar Zwitserland te vluchten, werd gearresteerd. Hoewel de hoofdpersoon van "De zon en het rad" een identiek avontuur beleeft, benutte Rose Vincent de vrijheid van de romanschrijver om plaatsen, omstandigheden en data naar believen te wijzigen.
Wellicht wordt haar verhaal juist daardoor -ondanks de grote hoeveelheid geraadpleegde boeken en archieven- nergens te intellectueel of te feitelijk. Een goed schrijver hoeft zijn kennis niet te bewijzen; het is juist zijn kunst dat hij niet laat merken hoe veel hij weet. Zo'n schrijver is Rose Vincent. Intussen proef je als lezer tussen de regels door hoezeer de auteur zich in de beschreven geschiedenis heeft verdiept, zó dat gebouwen, geuren, landschappen en personen tastbaar worden. Rose Vincent is Louyse geworden en heeft in de zeventiende eeuw geleefd - en alleen zó behoort een historische roman geschreven te worden.
Tweespalt
Op zevenjarige leeftijd wordt Louyse de Servezanne bij haar protestantse familie weggehaald. Ze wordt opgevoed in een klooster en uiteindelijk aan een rooms-katholieke tante toevertrouwd. Daarvandaan vlucht ze met de hugenotenjongen David, door haar ouders als gids naar haar toegestuurd, in de richting van de Zwitserse grens. Wie dergelijke dingen meemaakt, kan niet anders dan heen en weer geslingerd worden tussen diverse geloofsovertuigingen.
De innerlijke tweespalt van de hoofdpersoon treedt bijvoorbeeld aan het licht als Louyse van het klooster naar haar tante vertrekt: "De afgunstige blikken van de andere internen gaven me een idee van de omvang van de gunst die me was verleend. Maar voor mij ging deze gunst met een schuldgevoel gepaard. Ik werd beloond voor mijn goede gedrag juist op het moment dat het zwakke bouwsel van het katholieke geloof dat de nonnen in mijn hoofd en hart hadden opgericht begon te scheuren". Zo'n beschrijving getuigt van psychologisch inzicht in de conflictsituatie -veroorzaakt door voortdurende religieuze wisselbaden- waarin Louyse verkeert. "De waarheid heeft meer dan één gezicht", heet het eerste deel van het boek toepasselijk.
De vlucht naar Zwitserland mislukt. Louyse overleeft haar gevangenschap, David -met wie ze onderweg is getrouwd- niet. De gedachte aan zijn dood weet Louyse jarenlang volledig uit haar geheugen te bannen. Ze belandt in Nederland en trouwt met de hugenoot Pierre de Rochelat, maar ze blijft zich hullen in een ondoordringbaar waas van somberheid en verdriet. Na de geboorte van haar tweede kind komt de herinnering echter terug - en die is zo onverdraaglijk, dat ze er niet langer mee leven kan. Met haar doodskreet eindigt het boek.
Partij kiezen
Het is niet voor het eerst dat "De zon en het rad" in Nederland verkrijgbaar is. Bijna tien jaar geleden verscheen het boek bij uitgeverij de Arbeiderspers. De Groot Goudriaan heeft de vertaling van Peter Klinkenberg overgenomen, maar een paar kleine veranderingen doorgevoerd: de bijbelcitaten komen nu uit de Statenvertaling en het woord Heere wordt overeenkomstig gespeld. In bepaalde hugenootse liederen en uitdrukkingen is de Je-vorm (bij het aanspreken van God) echter gehandhaafd - en dat terwijl de hoofdpersonen elkaar onderling níét tutoyeren. Het gebruik van "Gij", ook historisch gezien passend bij de beschreven periode, zou een acceptabeler oplossing zijn geweest.
Hier en daar is een kleine oneffenheid in de vertaling blijven staan (Sint Charles Borromaeus in plaats van Sint Carolus Borromaeus, of "Hij haalde een bijbel uit de schuilplaats die gebonden was in schapenleer dat door slijtage wit was geworden"). In het algemeen echter is de Nederlandse tekst, net als de Franse, van hoge kwaliteit. De natuur- en sfeerbeschrijvingen getuigen van oog voor detail en schilderen een kleurrijk beeld van landschappen en interieurs. Gruwelen worden heel sober en terughoudend verteld - dat maakt de ontknoping van het boek des te dramatischer.
Bij dat alles blijft echter de vraag: Kan een niet-religieus auteur zich voldoende inleven in de drijfveren van de hugenoten? Rose Vincent is -blijkens haar verantwoording- geboeid geraakt door de "opvallend moderne" gewetensproblemen van de door Lodewijk XIV vervolgde protestanten, maar kent die problemen niet van binnenuit: "Omdat ik zelf tot geen enkele godsdienst behoor had ik geen enkele reden om partij te kiezen, behalve dan een spontaan medeleven met de slachtoffers".
Wanhoop
De orthodox-protestantse lezer blijft na het lezen van dit boek met enige vragen achter. Hoe relatief is een geloofsovertuiging? Wat is de invloed van Gods voorzienigheid? Is een waar geloof bestand tegen de pijnbank en tegen de wanhoop? Louyse sterft krankzinnig, zonder hoop, zonder troost. Haar Bijbel, die haar jarenlang hielp "om de beelden die haar verdriet deden uit haar geest te verdrijven, om de Eeuwige te vrezen en haar hoop op Zijn barmhartigheid te vestigen", is uit haar krachteloze hand gegleden. God lijkt machteloos toe te zien hoe Louyse ten onder gaat. Rose Vincent roept vragen op die tot nadenken stemmen, maar antwoorden geeft ze niet. Dat ervaar ik als een gemis, hoewel ik besef dat een boek dat alleen terwille van de boodschap is geschreven, dikwijls weinig literaire waarde heeft. Het blijft het dilemma van de christelijke kunst: het zichtbaar maken van de hoop, in een werkelijkheid die zich maar al te vaak als hopeloos laat ervaren. Een roman moet immers realistisch zijn; een literair verhaal hoort nu eenmaal in een andere categorie dan een meditatie.
"De zon en het rad" ís realistisch. Rose Vincent oordeelt niet over het gehalte van Louyses geloof, ze beschrijft slechts haar leven, met sympathie en begrip voor de overtuiging die haar drijft. Dat maakt "De zon en het rad" tot een eerlijk, indringend boek, wat mij betreft een van de mooiste boeken die er in het afgelopen jaar zijn verschenen.
N.a.v. "De zon en het rad", door Rose Vincent, vertaald door Peter Klinkenberg; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 1997; ISBN 90 6140 587 4; 320 blz.