C. Rijnsdorp vond haar poëzie "een suggestie van het voorname." Hans Werkman sprak van "een toon van bescheiden sierlijkheid" en voor mijn oude, inmiddels overleden, buurvrouw was ze simpelweg een lieve vriendin, die weliswaar schrijfster was, maar niettemin een gewoon mens van vlees en bloed. Ik heb het over Nel Veerman die bij het naderen van haar negentigste verjaardag haar achtste bundel samenstelde die ze de veelzeggende titel "Naschrift" meegaf.
Natuur en geloof zijn altijd twee grote onderwerpen geweest in Nel Veermans gedichten, zo ook in deze bundel.
"Prille lente" is een prachtig voorbeeld van zo'n "natuurproduct":
Met zachte hand
strijkt de lentewind
de rimpels van het gelaat van de aarde
verjongt het dorre wintergras
de grijs geworden struiken.
Toch geeft deze bundel meer. Er is een thema bijgevoegd, namelijk dat van "het naderende einde". Dat zal ongetwijfeld samenhangen met de hoge leeftijd van de schrijfster of, zoals ze het zelf verwoordt:
De dood trekt zijn kringen
dagelijks dichter om mij heen.
Aan de dood valt niet te ontkomen, dat realiseert Nel Veerman zich zeer wel. Sterk komt dat in de volgende regels naar voren:
door hem beslopen
en ingesloten
ben ik onder velen met hem alleen.
Hier had het gedicht kunnen eindigen, ware het niet dat Nel Veerman meer te zeggen had:
Gij die u immers
met mij wilt verstaan
onzichtbaar aanwezige ik roep U aan.
Uit deze ontroerende slotstrofe proeft men, literair gezien, iets van "de suggestie van het voorname" waar Rijnsdorp over sprak. De schrijfster richt zich als het ware op om, over de muren heen, zich tot Hem te wenden Die Zich met haar wil verstaan...
Prachtige taal verwoord in een gedicht waarin, zoals Komrij het uitdrukt, met weinig woorden alles wordt gezegd. Dat heet ware poëzie.
Deze bundel heeft mij aangesproken. Niet alleen om de literaire aspecten die er onmiskenbaar in verweven zijn, maar meer nog om de geestelijke indruk die eruit spreekt. Dan denk ik met name aan het "huis" dat ik toch wel een van de mooiste gedichten vind in deze bundel, omdat het in zekere zin een "persoonlijk Credo" is:
Stukwerk
de bouw van het huis van mijn leven
hiaten zijn er
leegten gebleven
maar mag het
hoe fragmentarisch
toch worden herkend
als een huis
met uw naam
in het fundament.
N.a.v. "Naschrift", door Nel Veerman; uitg. Merweboek, Sliedrecht, 1999; ISBN 90 5787 014 2; 47 blz.