Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Beppie van de Wege-de Rooy

Bundel van Enquist lijdt aan strakke regie

Eigenlijk valt over de nieuwe Enquist weinig nieuws te zeggen. "De kwetsuur" is net als haar vorige boeken ("Het meesterstuk" en "Het geheim") een bestseller. Evenals haar vorige romans is deze nieuwe bundel toegankelijk, gestructureerd, doorwrocht, maar ook afstandelijk en steriel. 

"De kwetsuur" bevat tien verhalen. De eerste helft van de bundel heeft een historisch karakter. Het eerste verhaal ("De oversteek") speelt in 1849. Het is gebaseerd op waar gebeurde feiten: drie mannen dolen 14 dagen rond op drijvend ijs. Slechts één brengt het er levend vanaf. (Enquist is niet de enige die zich door dit verhaal liet inspireren, want het verscheen ooit in boekvorm onder de titel: "Veertien dagen op een ijsschots"). 

Het tweede verhaal ("Honger") speelt in de jaren zestig. Het gaat over een prille verliefdheid die eindigt in een verkrachting. Ook het derde ("Grieks voetbal") speelt in deze tijd. Het vierde verhaal ("Spek") speelt niet veel later, en beschrijft de verbijstering van een 11-jarig meisje dat ontdekt dat haar moeder een relatie heeft met de vader van haar beste vriendinnetje.
De tweede helft van de bundel bevat meer hedendaagse verhalen. We lezen niet meer over de melkboer, de kar en de slaapmuts, maar over röntgenfoto's en mobiele telefoons. 

Vermeer
In het hart van de bundel bevindt zich een opvallend verhaal dat een hoogtepunt van de bundel genoemd kan worden: "Daer een seigneur zijn handen wast". Dit verhaal heeft wortels in het verleden (een schilderij van Johannes Vermeer) en speelt in het heden. Zo vormt het een mooie overgang tussen de historische verhalen en de modernere. Het is ook het langste verhaal. 

Een 40-jarige vrouw, dichteres, koestert een grote liefde voor de schilder Johannes Vermeer. Ze heeft haar hart verpand aan zijn "Gezicht op Delft" (afgedrukt op het zeer fraaie omslag van de bundel). Op een culturele bijeenkomst leest ze -nog steeds gefascineerd door het schilderij- gedichten over Delft voor. Na afloop van de avond, in een roes van wijn en succes, gaat ze mee met een man die haar aandacht trekt. Ze kent hem niet, maar hij is haar sympathiek. Hij brengt haar naar zijn onderkomen, een statig oud Delfts grachtenpand, en vertrouwt haar zijn geheim toe: verborgen op zolder staat een doek dat onmiskenbaar van Vermeer is. 

Als ze de volgende morgen wakker wordt, is de man verdwenen. Ze verlaat het huis. Het doek blijft door haar hoofd spelen en ze schrijft een conservator wat ze heeft gezien. Deze kunstkenner herinnert zich een veilingcatalogus uit 1696 waarin het doek beschreven wordt "Daer een seigneur zijn handen wast". Hij vraagt haar de vindplaats en de eigenaar te achterhalen. Maar de vrouw weet niet hoe de man heet, en ook niet waar hij woont. Ze weet niets, zelfs niet in welk grachtenpand zich het doek bevindt (niet helemaal geloofwaardig, want als je een onbekend huis verlaat, kijk je toch om je heen?). De zoektocht loopt dood. Het schilderij blijft slechts in haar herinnering bestaan: "Ik kan het bezoeken wanneer ik wil." 

Het verhaal "Daer een seigneur zijn handen wast" is het beste van de tien. Het kent een hechte structuur, alles wordt zorgvuldig opgebouwd, en de motieven vallen onverwacht samen in een bevredigende slotpassage. 

Psychoanalyse
In de compositie ligt dan ook Enquists kracht. Aan de structuur ontbreekt niets. Maar dat is ook tegelijkertijd haar zwakte. Ontbrak er maar wat aan. Dat zou haar werk menselijker maken. De verhalen zijn te berekend, te beheerst. Het is allemaal erg geënsceneerd en daardoor weinig doorleefd. Met name het eerste verhaal "De oversteek" lijdt hieraan. Het historische gegeven is uitstekend, zelfs dramatisch te noemen. Maar de koele benadering doet afbreuk aan zo'n gegeven: de gebeurtenissen hebben van zichzelf meer epische kracht dan onder regie van Enquist. 

De historische verhalen steken met kop en schouders uit boven de latere, modernere verhalen in de bundel. Deze laatste ("Ontkoppeld koken", "Finale", "Een haven") gaan over mannen, relaties, vakanties, voetbal, onbetrouwbare artsen, foute diagnoses en veel frustraties. 

Een afstandelijke benadering heeft hier plaatsgemaakt voor een meer interpretatieve, waarbij Enquists achtergrond (ze is psycholoog) zich niet verloochent: een meer psychoanalytische wijze van schrijven dringt zich op. Het zijn zinnen om van te griezelen: "Ze had overwogen de teleurstelling productief te maken", en: "Ze was schrijfster, ze kon nadenken". Enquist wil voortdurend aangeven hoe de mensen in elkaar steken, schuwt daarbij niet psychojargon te gebruiken, en laat zo weinig te raden over. En dat geldt ook het slotverhaal. Als de hoofdpersoon na een desastreus verlopen zeiltocht helemaal in de war bij de psychiater komt, vraagt deze: "U beschrijft zo precies wat er gebeurde, maar wat voelde u daarbij?" Hier doen de therapeutische clichés een te sterk beroep op de welwillendheid van de lezer. 

Populariteit
"De kwetsuur" mag zich verheugen in een grote populariteit. Maar populariteit zegt meestal weinig over de intrinsieke waarde van een boek. Voor wie de eis stelt: "Het gaat er mij om wat een boek mij kan doen" (Wislawa Szymborska), stelt de bundel teleur. 

N.a.v. "De kwetsuur", door Anna Enquist; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1999; ISBN 90 295 1503 1; 228 blz.