Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: A. Tukker-Versluijs

Het droge piepen van mijn oude longen

Onder de nogal onheilspellend klinkende titel "De Klaagkamer" verscheen een prachtige bijbelse roman. Niet vaak tref je in één boek zoveel kwaliteitskenmerken aan: intrigerende beschrijvingen, knappe karaktertekeningen, een kunstig plot én een bijbelse boodschap. Dit boek kan de lezer onmogelijk onberoerd laten. De titel vormt de sleutel tot een goed begrip van deze roman. 

Het historische verhaal speelt zich af in Jeruzalem, in de laatste week van het leven van de Heere Jezus (in het boek: Jeshua) op aarde. Sigmund Brouwer, de auteur, laat een van de twee hoofdfiguren het verhaal vertellen. Daarvoor gebruikt hij de ikvorm, regelmatig en op functionele wijze afgewisseld met een brief. 

De ikfiguur is als een onbekende, onopvallende persoon in Jeruzalem aanwezig. Stukje bij beetje onthult hij zich echter. De lezer die over enige bijbelkennis beschikt, zal hem gaan herkennen als een bekende man uit het Nieuwe Testament. 

Deze man is oneindig wanhopig. Hij ziet zijn vrouw en kinderen misschien nooit meer terug. En hij weet dat hij dat aan zichzelf te wijten heeft. Hij heeft nog één week om het wonder waarnaar hij op zoek is te vinden. Hij zoekt genezing voor zijn dochter, herstel van de relatie met zijn vrouw en bovenal rust voor zijn ziel. Hij is de wanhoop echter zo dicht nabij, dat hij met plannen van zelfmoord rondloopt.
Lap
De manier waarop de schrijver personen weet te schilderen, is levensecht en uitermate boeiend. Natuurlijk is het een persoonlijke interpretatie. Maar voorzover ik kon nagaan wel heel dicht bij de Bijbel. Heel herkenbaar wordt bijvoorbeeld een man als Judas beschreven. Of Petrus. Zo heb ik me altijd voorgesteld dat hij was. De auteur kan zich ook goed in verschillende personages inleven. Dat maakt het boek extra aansprekend. 

De roman heeft een bijzondere opbouw. Eerst is er een korte inleiding (twee bladzijden), waarin de ikpersoon op zeventigjarige leeftijd weergeeft hoe hij zich voelt. Het begint enigszins luguber, in ieder geval triest: "Ik sta in de klaagkamer van mijn eigen graftombe. Ik hoor het droge piepen van mijn oude longen. Terwijl ik op een wandelstok leun om in evenwicht te blijven, beef en tril ik over mijn hele lichaam". 

De inhoud van de Inleiding ligt op de tijdsbalk een kleine 40 jaar ná het grote verhaal. Dat grote verhaal heeft de auteur in dagboekvorm gegoten. Zondag tot en met donderdag begint de ikfiguur met het schrijven van een brief aan zijn vrouw. Dan volgen nog de donderdagavond, -nacht en vrijdag. Het eindigt in zijn woonplaats. 

De auteur sluit het boek af met een epiloog. Daarin beschrijft de ikpersoon onder andere de dood van zijn vrouw, 40 jaar na Goede Vrijdag. Maar hij schrijft ook over de zondag van 40 jaar geleden. Hoe hij in het graf van de Heere Jezus ging kijken. "Ik keek naar de plek waar hij was begraven en zag alleen het doodslinnen. Er gleed een glimlach over mijn gezicht toen ik de lap zag die over Jeshua's hoofd was gelegd. De lap was op de helft gevouwen, toen nog eens doormidden gevouwen en keurig op de stenen vloer naast de linnen doeken gelegd. Toen ik daar in de klaagkamer stond, jaren nadat Jeshua zijn timmergereedschap terzijde had gelegd, begreep ik het. En werd er een onbekend gevoel in mij wakker. Vreugde. 
De opgevouwen lap was een eenvoudige methode, een gewoonte onder timmerlieden, omdat de meesten van hen niet konden lezen of schrijven. Na het voltooien van een karwei nam een timmerman water uit een schaal om het zaagsel van zijn armen en gezicht te wassen, droogde zich af, vouwde de doek op dezelfde manier en liet hem achter zodat iemand die later zou komen kijken de boodschap zou begrijpen, diezelfde boodschap die Jeshua op die zondag in het lege graf voor ons achterliet. Het is volbracht." 

Nieuwe vorm
Het belangrijkste thema in het boek is de vergeving die de ikfiguur ontvangt door de Heere Jezus. Hij moet leren begrijpen dat verdiende of gekochte vergeving geen vergeving, maar een handeling is. In zijn epiloog laat de auteur de ikfiguur schrijven: "Door Jeshua heb ik vergeving ontvangen. Hij heeft mij thuis gebracht. (...) Het is en blijft een geloofszaak. (...) Wij hebben allen een ziel die verdergaat dan het lichaam. Dat weet ik zeker." Hij noemt Jeshua de brug over de kloof die er is tussen God en de mens, maar "alleen als wij geloven dat hij is wie hij beweerde te zijn." Het lijkt me haast onmogelijk dat een lezer de lijn niet naar zichzelf doortrekt. Heb ik die rust die de hoofdpersoon kent ook gevonden? En zo niet, wat dan? 

Brouwer zegt in zijn voorwoord dat hij niet pretendeert een historicus te zijn. Hij heeft als romanschrijver zijn best gedaan "om datgene wat ik van grote schrijvers en historici heb geleerd in een nieuwe vorm te gieten en tot leven te brengen." De auteur noemt met name het boek "Het leven en de tijd van Jezus de Messias", van Alfred Edelsheim, als belangrijke inspiratiebron. Verder schrijft hij: "Omdat ik dit boek als romanschrijver geschreven heb, hoop ik dat mijn lezers tegemoet zullen komen aan mijn beslissingen om een bepaalde tijd of plaats of een bepaald karakter te verbinden aan een paar gebeurtenissen in het evangelie. Het was mijn bedoeling om trouw te blijven aan de Schrift en aan de historische feiten." Mijns inziens is hij daar uitstekend in geslaagd. 

N.a.v. "De Klaagkamer", door Sigmund Brouwer; uitg. Novapres; Apeldoorn, 1998; vertaald uit het Engels; paperback; 320 blz. ISBN 90 6318 147 7.