Pas op de dag dat Tamara overlijdt, hoort Tessa van haar bestaan. Haar halfzusje, meervoudig gehandicapt, is geboren uit het eerste huwelijk van haar vader. Het laat Tessa -enig kind, ongelovig opgevoed- niet meer los.
Ze bezoekt de christelijke inrichting waar Tamara 25 jaar heeft gewoond, is aanwezig bij de begrafenis en gaat op zoek naar mensen die haar meer over het geloof kunnen vertellen. Ze leest in de kinderbijbel die Tamara als baby van haar grootouders kreeg en verdiept zich in een oud catechisatieboekje.
Tessa's omgeving reageert afwijzend op het proces dat ze doormaakt. Haar ouders, vriendin en collega's hebben weinig op met christenen en zijn bang dat Tessa door haar zoektocht met het geloof 'besmet' zal raken.
Eigenlijk is "Het kruis van Imst", geschreven door Ada Schouten-Verrips, een in deze tijd spelende geromantiseerde bekeringsgeschiedenis. De lezer maakt kennis met een meisje dat niets van het geloof en van 'zware' christenen weet en dat door het positieve getuigenis van een paar mensen wordt geraakt en tot verandering komt.
De ontwikkelingen gaan wel erg snel. Als ze het verhaal van de zondeval voor het eerst heeft gelezen, is Tessa daardoor meteen diep getroffen en kan ze het niet meer verdragen als een vriendin een kapot gevallen kandelaar "zonde" noemt. Het komt verder wat merkwaardig over dat een onwetende en kritische buitenstaander als Tessa zonder moeite of bedenkingen verandert in een echt refo-meisje.
N.a.v. "Het kruis van Imst", door Ada Schouten-Verrips, uitg. Den Hertog, Houten, 1998; ISBN 90 331 1324 4; 165 blz.