Nog voordat hij de Nobelprijs voor literatuur kreeg, was hij al de bekendste schrijver van Turkije. En dat om verschillende redenen. Ik noem er twee. Toen Salman Rushdie in 1989 naar aanleiding van zijn roman ”De duivelsverzen” getroffen werd door de beruchte fatwa, was Orhan Pamuk de eerste in de islamitische wereld die het openlijk voor hem op nam. En toen hij in 2004 in een Zwitserse krant toegaf dat er in Turkije tussen 1915 en 1918 1 miljoen Armeniërs waren gedood en eraan toevoegde: „Alleen ik durf daar over te spreken”, werd hij aangeklaagd voor de rechtbank en ontstonden er heftige rellen rond zijn persoon in Istanbul.
Pamuk is heel stellig over een EU-lidmaatschap van Turkije. Volgens hem zal dat de democratische en westers georiënteerde krachten in zijn land ondersteunen en versterken.
Zijn standpunten zijn helder: Hij veracht de radicale islamisten, maar vindt de reactie van veel westerse intellectuelen op de islam bekrompen en getuigen van onwetendheid. In een interview zei hij onlangs dat Europa twee zielen zou moeten krijgen, zodat secularisten en moslims vreedzaam met elkaar kunnen samenleven. Hoe ingewikkeld dat samenleven in de praktijk overigens functioneert, heeft hij willen uitbeelden in zijn roman ”Sneeuw” (2003) Hij onderzoekt daarin de botsing tussen secularisme en islam in het Turkije van vandaag.
Hoofdpersoon is de verwesterde dichter Kerim Alakuºoìlu die de hele roman door kortweg Ka heet, een herinnering aan Kafka’s K. Twaalf jaar al woonde K. in Frankfurt, maar op een dag vertrok hij naar het afgelegen Turkse stadje Kars. Een golf zelfmoorden heeft daar plaatsgevonden onder jonge moslima’s. De staat beveelt dat zij hun hoofddoekjes af moeten doen. De directeur van de plaatselijke middelbare school houdt er heel streng de hand aan. De leergierige jonge studentes zien zich in hun toekomstmogelijkheden dermate geblokkeerd, dat zelfdoding de enige uitweg lijkt te zijn. Pamuk wil laten zien hoe intolerant de islamisten zijn. Maar tegelijk laat hij de lezer voelen hoe ineffectief het is om moslims tot modernisering te dwingen.
Beklemmend is het beeld dat Pamuk toont van wat er al enkele decennia in Turkije aan de hand is. Wij hebben daar intussen in Nederland ook enkele voorproefjes van gekregen.
Hoe intolerant is radicaal fundamentalisme. Dat is de sfeer van deze roman. Fundamentalistische vormen van religie roepen altijd onverdraagzaamheid op. Wie uitwendig afwijkt van de norm en de vorm, wordt er terstond van verdacht ook innerlijk afstand te hebben genomen van het geloof der vaderen. Een reden om je als mens voorgoed af te schrijven. In de moslimwereld soms zelfs heel letterlijk.
Voordat de radicaalislamitische moordenaar het schoolhoofd in een koffiehuis op klaarlichte dag neerschiet, legt hij in een bijna bezwerend gesprek zijn slachtoffer uit waarom hij sterven moet. Pamuk heeft daar tien bladzijden van zijn roman voor uitgetrokken. In scherpe logica vanuit het islamfanatisme gedacht, weet het schoolhoofd uiteindelijk niet goed de argumenten van de moslimextremist tegen hem te weerleggen. Als lezer word je zelf ook gedwongen rekenschap af te leggen van jouw argumenten en emoties die de islam bij je wakker roepen.
Pamuk reikt in zijn roman ”Sneeuw” geen oplossing aan voor het islamprobleem. Maar hij laat je wel voelen dat die niet zo simpel is als Kamerlid Wilders ons soms wil doen geloven.