Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Niek Bakker

Protest tegen grof en ruw taalgebruik

Hoe ga je als christen om met boeken waarin wordt gevloekt of grove taal wordt gebruikt? De persoonlijke verantwoordelijkheid, die alles te maken heeft met de persoonlijke relatie met God, moet bij de omgang met de taal doorslaggevend zijn.

Mijn vader was een godvrezend man. Wanneer hij een boek las waarin gevloek t werd, legde hij het opzij en keek er niet meer in, hoe spannend het ook was. Wanneer het een boek was van de plaatselijke christelijke bibliotheek, bracht hij het terug en zei: "Jullie zijn een christelijke bibliotheek. Een boek met vloeken hoort daarin niet thuis". Ze zouden het nakijken en eruithalen als het zo was. Na verloop van tijd vond hij echter minder gehoor. Mijn vader hield zijn principes, maar kon op den duur zijn getuigenis in deze vorm niet meer kwijt.

Inmiddels is er zo veel veranderd, dat protest tegen grof en ruw taalgebruik -tot aan de ergste vloeken- in gewone en literaire werken, voorzover dat protest nog plaatsvindt, weinig oplevert.

Hier komt bij dat steeds meer christenen er steeds minder toe overgaan een boek vanwege het taalgebruik opzij te leggen. Het is er te spannend voor, of het is een literair werk, of er wordt eenvoudig niet zo zwaar aan getild. Zijn we minder godvrezend geworden en doet de ook door onderzoek geconstateerde vergroving in taalgebruik ons daardoor veel minder?

De vraag hoe we met vloeken en grof taalgebruik, zoals we dat tegenwoordig veelvuldig tegenkomen, moeten omgaan, wordt verschillend beantwoord. In dit artikel gaat het om het geschreven woord, maar dat staat vanzelfsprekend niet los van het gesproken woord of los van ons persoonlijk spreken. Het is bovendien niet terecht alleen de schrijvers op dit punt verwijten te maken, want het taalgebruik waarover het hier gaat, is ingebed in de hele cultuur waarin schrijvers, lezers en sprekers van de taal betrokken zijn. Wanneer het hier gaat over slecht taalgebruik en hoe we daarmee om (moeten) gaan, komen zowel de schrijvers als ook de lezers en de sprekers in beeld.

Ethiek
Ethiek is de wetenschap die zich bezighoudt met de normen en waarden die betrekking hebben op het handelen van de mens. Het gaat erom wat goed is. Daarover bestaat vanaf de zondeval alle eeuwen door weinig overeenstemming. Zo hadden de epicureeërs en de stoïcijnen, met wie de apostel Paulus te maken kreeg, een verschillende mening over wat goed is. Dat verschil is er nu nog.

De eersten letten vooral op het doel en het resultaat. Het heeft pas zin iets te ondernemen als het nuttig is. Er zit natuurlijk een goede kant aan dit standpunt, maar het gaat verkeerd wanneer dit het een en al is, want we zouden dan alleen goeddoen als het nut heeft. Het zou betekenen dat het getuigenis verloren gaat zodra we denken dat het niets oplevert. Het standpunt zou leiden tot een privatisering van het geloof, een scheiding tussen geloof en cultuur, een gespletenheid in ons christelijke leven.

Het andere uitgangspunt, de plichtethiek, komt ons daarbij vergeleken veel sympathieker voor. Hierbij worden begínselen aan de orde gesteld, wat winst is vergeleken bij het nuttigheidsdenken. Bij de plichtethiek gaat het om de gezindheid, het goede uitgangspunt. Maar ook hier kan het fout gaan. Een overheersend plichtgevoel kan iemand blind maken voor de gevolgen. Iedereen weet wel een voorbeeld te bedenken waarin het onvervaard toepassen van hetgeen waartoe men zich verplicht voelt, desastreuze gevolgen kan hebben. Gedreven tot de beeldenstorm kunnen we heel wat schoons vernielen.

Gezindheid van het hart
Wanneer we de balans opmaken van de twee hier genoemde principes van goed handelen, lijkt het nog het beste het goede van beide te nemen door vanuit een christelijk plichtsgevoel het verkeerde taalgebruik aan de orde te stellen voorzover het nut heeft.

Toch lijkt het me dat het belangrijkste nog niet is genoemd, namelijk "de gezindheid van het hart", ons geloof in God en hoe wij het vinden dat Zijn naam misbruikt wordt of dat Zijn scheppingsgaven, de seksualiteit bijvoorbeeld, in woord en gebaar van hun betekenis worden beroofd.

Ik denk dat het goed is er eens over na te denken of het niet zo is dat hoe groter de liefde is, hoe minder we het verdragen kunnen dat Zijn naam niet geëerd en geprezen wordt. Als we het hebben over de gezindheid van het hart, is dat heel persoonlijk. Het is ook een goede zaak dat we persoonlijk verantwoordelijk zijn voor ons omgaan met de taal. Niet omdat ons dat in deze individualistische samenleving wel goed uitkomt, maar omdat de taal, hoewel altijd gericht op communicatie met de ander, door eigen mond wordt uitgesproken en door eigen oren naar binnen komt.

Leraar en ouder
Met een voorbeeld uit de praktijk wil ik duidelijk maken dat de vraag hoe we met slecht taalgebruik in boeken om moeten gaan, niet eenvoudig met een enkel woord is te beantwoorden.

Op een ouderavond houdt een neerlandicus een lezing over moderne literatuur. Direct komt een ouder met de vraag waarom zijn dochter van die slechte boeken moet lezen, vol seks en zo. De docent gaat hierop in de verdediging en zegt dat ze bepaalde boeken toch moeten lezen, omdat het literatuur is. Zo gaat het over en weer nog een tijdje door, maar het levert allemaal weinig op. Ik denk dat in dergelijke discussies een fout wordt gemaakt. Wanneer een docent en een ouder dezelfde geloofsovertuiging hebben, is het moeilijk te begrijpen dat er bij een zo belangrijk onderwerp zo verschillend wordt gedacht. Ze zouden naast elkaar moeten staan.

Het probleem is, dat wordt uitgegaan van verschillende standpunten. Het gaat de ouder om ethische principes. Die delen we met elkaar, omdat we dezelfde Bijbel hebben en daarin, als het goed is, hetzelfde lezen. We zien het volgende gebeuren: de ethische vraag wordt vanuit een esthetisch oordeel beantwoord. We horen de leraar immers zeggen dat hij het boek om zijn literaire kwaliteiten laat lezen. Veel gesprekken, zo is mijn ervaring, lopen niet goed omdat verschillende uitgangspunten door elkaar gaan lopen. We zouden daarom beter kunnen zeggen dat we op zeker moment met bezwaard hart (het ethische oordeel) ertoe overgaan een boek te (laten) lezen vanwege de literaire waarde (esthetisch oordeel).

Jeugd
Opnieuw moet gezegd worden dat de persoonlijke verantwoordelijkheid, die alles te maken heeft met de persoonlijke relatie met God, bij de goede of verkeerde omgang met de taal doorslaggevend is. De een zal vanuit morele principes alles wat slecht is, ver van zich werpen. De ander zal echter om welke reden dan ook (studie bijvoorbeeld), de literaire waarde van een werk erbij betrekken.

Wat de jeugd betreft, we zullen haar het goede moeten voorhouden. Maar de wereld is niet goed en lijkt dat ook steeds minder te zijn. Ouders en onderwijs zijn er om de jongelui in onze huidige cultuur te leren tot een eigen oordeel te komen, een oordeel waarmee ze als christen goed uit de voeten kunnen. Het zou denk ik niet goed zijn te veronderstellen dat het mogelijk is uit de buurt te blijven van wat er zoal op taalgebied aan slecht woordgebruik tot ons komt. We zitten er middenin en mogen van daaruit het goede woord spreken.

Niek Bakker, auteur en docent Engels, schreef voor de Bond tegen het vloeken "You bloody fool, hoe vertaal je dat?"