Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: G. C. de Waard

Vrouwenroman "Elize" aan vergetelheid ontrukt

"Het gelovige hart mag bloeden onder de leiding van de Voorzienigheid, het heeft nochtans zijn lijden lief en zou niet gaarne minder dragen dan God nodig oordeelde het op te leggen. Niets verheft de Christen meer boven zijn lot dan juist de hardheid ervan." Een citaat uit het vierde deel van de Amazone-reeks, een serie uitgaven van vrouwenliteratuur waarin aandacht wordt gegeven aan belangrijke schrijfsters uit Nederland en Vlaanderen.

De tekst die in dit deel wordt gepresenteerd is "Elize", de tweede van vier anoniem uitgegeven romans van Elisabeth Johanna Hasebroek; het geciteerde is de verwoording van een belangrijk thema, het belangrijkste als het gaat om het lot van het titelpersonage.
Betsy Hasebroek werd geboren in 1811 en overleed in 1887. Zij was een zuster van de predikant J. P. Hasebroek, wiens pastorie in Heiloo een centrum van opgewekt letterkundig leven was en bekend stond als "de kring van Heiloo". In diens hoofdwerk "Waarheid en Droomen" -onder het pseudoniem Jonathan- treedt Betsy op als Editha. Tot aan zijn huwelijk verzorgde zij de huishouding van haar broer, aan wie zij voor haar literaire werk het meeste te danken had. 

Anders dan Johannes Petrus, die nog enige bekendheid behouden heeft, is Betsy geheel in de vergetelheid geraakt. Dat is volgens de editeurs van "Elize", Margaretha H. Schenkeveld en Riet Schenkeveld-van der Dussen, niet terecht. Zij wijzen al direct aan het begin van de inleiding op het oordeel van Busken Huet, zeker niet de mildste criticus, die het romanoeuvre van de schrijfster "een dagtekening in onze nieuwere literatuurgeschiedenis" vond. In de slotparagraaf van hun inleiding, over het onthaal van het boek, komen zij op de contemporaine waardering terug en geven zij de inhoud weer van twee uitvoerige besprekingen, waarna zij concluderen: "De schrijfster zou het verdiend hebben als een vernieuwend auteur te boek gesteld te zijn. Zij was het die in de Nederlandse letterkunde de psychologische roman heeft geïntroduceerd." 

Inlevingsvermogen 

Dit laatste is wel wat veel eer voor Hasebroek. Het hangt er maar van af wat we onder een psychologische roman moeten verstaan. Het is immers nog nooit gelukt een bevredigende definitie te geven van het begrip "psychologische roman": het literaire leven blijkt altijd sterker dan de literaire leer. De editeurs van "Elize" vergelijken deze roman met Toussaints "De graaf van Devonshire", dat een jaar eerder verscheen. Zij constateren dat de schrijfster daarvan er haar best voor gedaan heeft "zich in te leven in de vrouwelijke hoofdpersonen", maar missen "karakterontwikkeling en schakering in de liefdesgevoelens", die bij Hasebroek wel voorkomen.
Dat "Elize" meer psychologische diepgang heeft dan "De graaf van Devonshire", wettigt echter niet de conclusie dat Betsy Hasebroek de psychologische roman in onze letterkunde heeft geïntroduceerd. Trouwens, de psychologie van liefde en lijden is, ook bij ons, al voor de negentiende eeuw aanwezig. 

Liefde en lijden zijn de voornaamste thema's van Hasebroeks roman. Elize is er de geïdealiseerde hoofdpersoon van. Zij is van begin tot eind dezelfde; slechts één keer heeft zij een slechte eigenschap gekend: de hoogmoed die zij in haar jeugd aan de dag had gelegd ten opzichte van Edward Ellington, een byronistische figuur, en ten opzichte van Eddy, haar pleegdochtertje. De laatste is speelkameraad van Johannes van Arkel, voor wie Elize een verborgen liefde koestert, maar waaraan zij niet kan toegeven vanwege een door Edward afgedwongen belofte. Twee soorten liefde treffen we in Elize aan: de erotische liefde voor een man en de moederlijke liefde voor een kind. Het derde vrouwelijke personage wier liefdesgevoelens getoond worden, is Cecilia van Oedenrode, een vriendin van Elize die Francis, de zoon van Edward Ellington, liefheeft. 

Als derde thema noemen de editeurs nog het evangelisch christendom, tot uiting komend bij de personages Elize en Johannes. Bij de laatste komt zijn geloof met name aan de dag in zijn offerbereidheid. Aan Elize schrijft hij: "Zelfverloochening is het wachtwoord van de christen", nadat hij op haar aandringen -het is haar laatste grote offer- besloten heeft toch te trouwen met Eddy, die hem eerst heeft afgewezen, maar tot inkeer is gekomen. 

Bij Elize is er naast de daad ook enige reflectie. Opgevoed in het Engelse puritanisme ondergaat zij de invloed van de evangelische geest van dominee Van Arkel, Johannes' vader, die op zijn beurt profiteert van haar vaste geest. De editeurs wijzen erop dat het geloof niet-leerstellig is en zich beperkt tot geloof in God de Vader. 

Geheimzinnigheden 

De roman "Elize" is een goed opgebouwd verhaal, naar negentiende-eeuws gebruik met de nodige geheimzinnigheden omgeven. Het begint met de dood van Elize en gaat terug tot het moment waarop zij in het dorp O. is komen wonen. Wat daaraan is voorafgegaan, heeft zij voor haar pleegdochter op schrift gesteld; het geschrevene lost de meeste raadsels op die zich hebben aangediend.
De karaktertekening neemt naar de bedoeling van de auteur een belangrijke plaats in. De recensent van het verhaal in "De Gids", waarschijnlijk Bakhuizen van den Brink, besprak het, juist met het oog daarop, terecht met waardering, al bleven er met betrekking tot diepgang en psychologisch-wijsgerig inzicht wel vragen bij hem bestaan. De vrouwenroman (in de dubbele zin van het woord) "Elize" neemt in de Amazone-reeks een eervolle plaats in. 

N.a.v. "Elize. Roman van Elisabeth Johanna Hasebroek"; ingel. en toegel. door Margaretha H. Schenkeveld en Riet Schenkeveld-van der Dussen; uitg. Amsterdam University Press, Amsterdam, 2004; ISBN 90 5356 603 1; 215 blz.