Als jongeling op het Groningse land droomde het GPV-kamerlid Pieter Jongeling (1909-1985) al van het schrijverschap. De hond van z'n opa inspireerde hem tot de Snuf-serie, geschreven onder het pseudoniem Piet Prins.
Absolute held is Snuf, een schrandere, buitengewoon sterke viervoeter met fijne neus, die met zijn baasje Tom en diens twee vrienden de strijd tegen de Duitsers aanbindt. Snuf bijt aanvallers in arm of been, gaat hulp halen, brengt briefjes bij de juiste personen, ontwijkt kogels -en overleeft ze als ze raak zijn-, houdt zijn vluchtende baasje boven water als deze bijna verdrinkt, slaat Duitsers tegen de vlakte en houdt ze zonodig in bedwang.
Prins schetst een eenvoudig wereldbeeld waarin de lokale bevolking een verwoede strijd voert tegen "de Duitsers" -in het verhaal een soortnaam voor onderdrukkers en indringers. Nuances laat hij soms toe, want er zijn ook Duitse soldaten die zich schamen voor de "laffe daad" van hun officier die de zwemmende Snuf wil neerschieten.
Toch kan de stoutste jongensdroom niet tippen aan het slot: Tom, Karel en Bertus worden, gehuld in een echt Canadees uniform, bevrijders van hun eigen dorp! Kortom, zonder Snuf en Tom was dit dorp nooit bevrijd. "Mijnheer Sanders, uw jongen heeft zich als een held gedragen."
In de Snuf-serie verschenen negen delen. Prins is ook auteur van de boeken over de verzetsjongens Daan en Sietze.
Piet Prins, "Snuf de hond" (1954).