Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Marianne Witvliet

Het verdwenen eiland Terschelling

De eerst impressie van "Judith en de eilanddieven" is er een van gemengde gevoelens. Noch de titel, noch de omslag is inspirerend en uitnodigend. Maar daarachter schuilt het forse debuut van Adrian Verbree, en wie begint te lezen, is verkocht. Het verhaal over het verdwenen eiland Terschelling spettert van humor en spanning. Met een enorme vaart en fantastische invallen voert Verbree de lezers naar het einde. 

Meteen bij het lezen van de eerste zinnen van "Judith en de eilanddieven" zit je naast het elfjarige meisje in Harlingen op school en snap je dat ze een hekel aan taal heeft. Ze kan namelijk niet spellen. Het enige vak dat haar interesseert, is aardrijkskunde. Haar liefste wens is om een keer naar Terschelling te gaan, maar haar moeder heeft watervrees en haar vader een zeldzame vorm van bootangst. Als Judith uit school komt en op de dijk naar het eiland kijkt, merkt ze dat Terschelling in een vreemde mist ligt. Of is het eiland weg? Judith stapt in een roeiboot en vaart erheen "op weg naar het wonderlijkste, het angstigste, het heerlijkste avontuur dat een kind ooit heeft beleefd!" Dat is niets te veel gezegd. 

In een stijl die af en toe aan die van Roald Dahl doet denken, beschrijft Verbree hoe Judith Ali de Aalscholver en Hubertus het Zeepaard ontmoet. Ze leggen haar uit dat het inderdaad de bedoeling is Terschelling weg te slepen. De mensen gaan er niet verantwoord mee om en dus hebben de dieren besloten dat het eiland moet verdwijnen. Ze willen het omkieperen en wegslepen. Judith regelt op de valreep een aardbeving, veroorzaakt door walvissen die Terschelling even opschudden. In een mum van tijd stormen alle bewoners naar de haven en springen in boten. 

Strop
Enorme windveren dragen Terschelling naar het Verboden Gebied, in het hart van de Bermudadriehoek. Daar ligt het naast andere weggesleepte stukjes land, beschermd tegen mensen. Judith mist de zeelucht en de branding. Bovendien bedenkt ze dat Terschelling zelfs daar ontdekt kan worden met satellieten. Een wijze uil regelt een kabel, waarmee Judith regelrecht wereldleiders aan de lijn krijgt. ""Kapitul hil, boesj in zuh waithaus. Woesspeaking? Hello!"... Ver weg, in de Verenigde Staten van Amerika, in het Witte Huis op Capitol Hill, legde de president geërgerd de hoorn van zijn telefoon neer. "Stjoepit gul!" mompelde hij." 

Met het oranje draadje krijgt ze eindelijk de Koningin aan de lijn, met wie ze de spectaculaire terugkeer van Terschelling bespreekt. Koningin Beatrix is net bezig de Troonrede te bestuderen. "Er waren maar weinig taken waar de koningin zo'n hekel aan had als juist aan het voorlezen van die ellenlange, stoffige, dodelijk saaie troonredes. Toch moest het elk jaar weer gebeuren. Haar man, die ook mee moest, vond het al net zo'n strop. En zijn hekel aan stroppen was in het hele land bekend" 

Het einde is sterk, maar soms gaat Verbree in zijn fantasie en humor te ver, vind ik. Aangezien hij fictie en werkelijkheid voortdurend door elkaar vlecht, had hij de Koningin veel beter naamloos kunnen laten. Nu zit je met het gevoel dat het boek intussen achterhaald is omdat prins Claus niet meer leeft. 

Bodem
Die verwarring stoort vaker. Verbree noteert in het verhaal plantjes als parnassia en rode ogentroost, die beschermd zijn op Terschelling. Dat suggereert een serieuze bodem. Tegelijk laat hij er albatrossen en jan-van-genten vliegen en valt het voor kinderen moeilijk uit te maken wat serieus is en wat niet. Hier en daar is zijn humor ook een tikje kinderachtig. Toch ligt de bodem in dit boek verankerd. Met zijn boek, waarmee hij debuteert als kinderboekenschrijver, doordringt Verbree de lezer met liefde voor de natuur en de noodzaak die te beschermen. Er zijn slechtere bodems denkbaar. Laten we hopen op een volgend boek. 

N.a.v. "Judith en de eilanddieven", door Adrian Verbree; uitg. De Vuurbaak, Barneveld 2002; ISBN 90 5560 251 5; 220 blz.