Zowel keukenprinsessen als speurneuzen zal de nieuwe roman van Joke Verweerd aanspreken. In "Op de huid" is een restaurant het decor van een moord. Hoe hoofdpersoon Renske die moord verwerkt, en wie erachter zit, daar draait het om.
"Op de huid" is geen boek waarbij een kopje koffie en een koekje volstaan, zullen auteur en uitgever gedacht hebben. Nee, romanlezende keukenprinsessen moeten zelf aan de slag met snijplank en mes om alle voor-, hoofd-, lunch- en nagerechten te maken die in het boek langskomen, zoals de op de huid gebakken zalm. Dankzij het bijgeleverde receptenboekje kan dat.
De speurneuzen onder het leespubliek moeten verder doorbijten. Al op de vijfde bladzijde maakt Verweerd duidelijk dat het hele verhaal draait om de dood van Peer, maar dat hij is vermoord, staat pas een tiental bladzijden verderop. Wie de moord pleegde, komt zelfs pas vijf bladzijden voor het einde van het 377 pagina's tellende boek naar boven. Daarmee blijft deze roman tussen twee genres in hangen. Renskes verwerkingsproces biedt ruimschoots stof voor een psychologische roman, maar een moord en een slot waarbij (bijna) alle puzzelstukjes in elkaar vallen zijn ingrediënten van een politieroman.
Verhouding
Om bij de ontknoping te beginnen: Peer is betrokken bij een crimineel netwerk. Hij wordt daarvan het slachtoffer, maar het grootste slachtoffer is in feite zijn werkneemster, hoofdpersonage Renske Hofstra. Haar leven staat op z'n kop als ze Peer op de trap van restaurant Parmentier vindt. Het wordt er niet beter op als ze in de loop van de roman stukje bij beetje ontdekt wie Peer eigenlijk was.
Renske hoopt rust te vinden in Spank, de plek waar ze in haar kinderjaren met haar moeder en haar inmiddels overleden vader op vakantie ging. Ze solliciteert op een vacature en wordt manager van het nieuw op te richten zorghotel Groot Mangelhout en bijbehorend restaurant Klein Mangelhout. Haar nieuwe leven bevalt uitstekend, maar kilometers afstand blijken niet voldoende om het verleden te vergeten. Ook al vindt Renske veel voldoening in haar baan en ontstaat er een goede band met haar collega's, de dood van Peer blijft haar op de hielen zitten - of, in titeljargon: op de huid.
Terwijl het politieonderzoek steeds meer feiten blootlegt, gaat voor de lezer meer en meer de vraag prangen: Welke verhouding had Renske met Peer? Verweerd doseert de gegevens uitstekend en geeft maar stukje bij beetje opheldering. De relatie van beide personages heeft wel wat weg van die tussen Effi en Chiel uit Verweerds vorige roman "Snoeitijd". Het lijkt inmiddels Verweerds specialiteit te worden: man en vrouw die iets met elkaar hebben - maar wat precies, daar kan de lezer maar moeilijk de vinger tussen krijgen.
Geitenkaas
Voor politierechercheur Kroeze is het in het geval van Peer en Renske glashelder: hij heeft haar simpelweg bedrogen. Niet alleen hield Peer achter dat hij vrouw en kind in België heeft wonen, ook betrok hij haar op slinkse wijze bij criminele activiteiten.
Door de bril van Renske blijft Peer echter een sympathieke man, die weliswaar een eigenaardig karakter heeft, maar niet zonder haar liefde blijkt (of lijkt?) te kunnen leven. Al tijdens hun eerste ontmoeting voelt zij iets bijzonders voor hem. Verweerd weet dat op subtiele wijze duidelijk te maken als Renske Peers salade proeft. "Hij noemde de ingrediënten die hij pakte, zij zei overal ja op. Hoewel ze geitenkaas pas die keer voor het eerst echt lekker vond."
"Op de huid" is, afgezien van de detective-inslag, geen vreemde eend in de bijt van Verweerds voorgaande werk. Verweerds kracht ligt opnieuw in de herkenbare manier waarop zij haar personages karakteriseert. Maar helaas niet altijd. Wanneer Renske haar enkel verstuikt, de "pijn verandert in een doffe gevoelloosheid" en ze "blij" is als "de parkeerplaats weer in zicht komt" doet dat maar weinig meevoelen met de hoofdpersoon.
Geestelijk voedsel
Ook menselijke problemen duiken in deze roman weer in groten getale op. Om maar wat te noemen: Peers vrouw Rosalie die een relatie heeft met Peers moordenaar, een familievete die Groot en Klein Mangelhout in haar greep houdt en kok Wijnand die worstelt met zijn laaggeletterdheid. Wat mij betreft is het ditmaal toch echt een overdosis, al staat buiten kijf dat de beschrijving ervan een sterk punt is van Verweerd.
Net als de manier waarop Verweerd over het geloof spreekt. Daarbij is plaats voor twijfel. Of, in de woorden van Wijnand: "Ik heb het geloof niet op voorraad. Maar ik houd een wonder wel voor mogelijk." Des te spijtiger dat de dominee in het verhaal niet veel verder komt dan het afkraken van de horeca. "Dat is mijn wereld toch niet? () Ik ben er voor het geestelijk voedsel."
Beter uit de verf komt de ontluikende vriendschap tussen Renske en Wijnand - en het zou zomaar meer kunnen worden. Zeker is dat laatste niet, net zomin als de rol van Peers vrouw Rosalie tot helderheid komt. Verweerd, die inmiddels bekendstaat om haar nette, afgewerkte verhalen zonder losse draden, laat de lezer hierover in het ongewisse. Dat toont lef.
N.a.v. "Op de huid", door Joke Verweerd; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2006; ISBN 90 239 9203 2; 377 blz.