Marilynne Robinson
Marilynne Robinson heeft maar twee romans op haar naam staan, maar ze wordt gezien als een van de beste auteurs die Amerika momenteel kent. "Housekeeping" uit 1981 -inmiddels een klassieker- werd genomineerd voor de Pulitzer Prize en bekroond met de PEN/Hemingway Award voor het beste debuut. En met "Gilead" (2004) werd ze vorig jaar daadwerkelijk Pulitzerprijswinnaar.
Robinson werd geboren in 1947, groeide op in de staat Idaho, studeerde Engelse en Amerikaanse letterkunde, promoveerde op een dissertatie over Shakespeares "Henry VI", is gescheiden, heeft twee zoons, schrijft voor diverse media essays en boekrecensies en werkt als docente aan de oudste en beroemdste schrijversopleiding van de Verenigde Staten, de University of Iowa Writers' Workshop. Ze is afkomstig uit een presbyteriaans milieu, maakte de overstap naar een congregationalistische gemeente, is diaken geweest en vervult soms preekbeurten.
Behalve de twee romans schreef ze ook de essaybundels "Mother Country" (1989) en "The Death of Adam" (1998). De eerste is een studie naar milieuvervuiling, de tweede min of meer een beschouwing van de ideeën die de westerse cultuur heeft opgeleverd, van Johannes Calvijn tot het darwinisme en Freud. Onafhankelijk als Robinson is, voert ze een vurig pleidooi voor het denken van Calvijn en de puriteinen.
Robinsons liefde voor de stilte, het alledaagse en de natuur zijn in haar oeuvre bijna tastbaar, net als haar waardering voor de traditie Augustinus-Calvijn-Bonhoeffer. RD-redacteur Enny de Bruijn schreef naar aanleiding van "Gilead": "Ze doet een beetje denken aan C. S. Lewis, met haar aandacht voor cultuur en traditie, haar nadruk op historische bronnen, haar literaire manier van Bijbellezen, haar kritische beschouwing van de tijdgeest. "Ik mis de beschaving, en die wil ik terughebben", schrijft ze, en daarmee uit ze haar heimwee naar de oude humanistisch-christelijke cultuur, met de oude idealen van waarheid, goedheid en schoonheid."