Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Tjerk de Reus

Kale visie op het leven

In 1995 overleed W.F. Hermans. Na dik tien jaar is men begonnen met de uitgave van zijn Volledige Werken. Dat een auteur van het formaat van Hermans dit 'verdient', lijdt geen twijfel. Hermans heeft met zijn literaire werk op een weergaloze en uitdagende manier stem gegeven aan ontwikkelingen in onze cultuur. Hoewel de culturele ontwikkelingen hem inmiddels ruimschoots hebben ingehaald, is zijn werk van blijvend belang. 

Het is een fors boek, dit eerste deel van de Volledige werken van Willem Frederik Hermans (1921-1995). Het telt bijna 800 bladzijden en bevat twee van Hermans' vroege romans: "Conserve" (1947) en "De tranen der Acacia's" (1949). Na de tekst van deze romans volgen nog zo'n zestig bladzijden met een schets van de geschiedenis van het desbetreffende boek: zowel de wordingsgeschiedenis als de drukgeschiedenis en latere lotgevallen. Uiteraard wordt ook de nodige verantwoording gegeven. 

De editeurs van deze Volledige Werken hebben steeds de laatste door de auteur goedgekeurde versie van de tekst als uitgangspunt gekozen. Hermans sleutelde graag aan zijn teksten, zodat de verschillende drukken van zijn boeken onderlinge verschillen vertonen. Met behulp van computertechnieken zijn de verschillen in kaart gebracht tussen de afzonderlijke drukken. De laatste druk gaf in principe de doorslag, maar evidente fouten die in de tekst geslopen waren, konden nu worden hersteld. 

De reeks Volledige Werken zal uiteindelijk uit 24 banden bestaan, samen vermoedelijk een kleine meter. Elk jaar zullen twee delen verschijnen, zodat over twaalf jaar het project zal zijn afgerond. Tegen die tijd zal ook de biografie van Hermans gepubliceerd zijn, waaraan gewerkt wordt door Willem Otterspeer. 

Uniek auteur
Hermans heeft gedurende zijn schrijversleven al grondig nagedacht over het hoe en wat van zijn literaire werk na zijn dood. Hij heeft niet alleen aangegeven hoe zijn verzamelde werk eruit zou moeten zien, ook heeft hij zo'n 30 strekkende meter materiaal bewaard: kladversies van boeken, talloze brieven, dagboekaantekeningen etcetera. De biograaf en de editeurs van het Volledige Werken hebben er voorlopig een dagtaak aan. 

Hoe valt de plaats van Hermans in de Nederlandse literatuur te markeren? Hermans behoort samen met Harry Mulisch en Gerard Reve tot de zogenoemde "Grote Drie". Sommigen willen graag Wolkers als vierde zien toegevoegd of juist Cees Nooteboom, maar dat blijven voorstellen van adepten. Hermans is een uniek auteur, ook binnen dit drietal. Mulisch is de man van de geschiedenis, de intellectueel die zich diepgaand heeft verstaan met de Tweede Wereldoorlog. Hij is in zijn werk bezig met grote vragen, is een systeembouwer; atheïst, maar beslist geen cynicus. Mulisch was in de jaren zeventig zelfs eventjes een wereldverbeteraar, maar aan die kwaal leden destijds meer rode harten. 

Reve is een tragische heiden, een auteur van de gebroken vitaliteit, die voeling heeft met de religieuze dimensie en daaraan zijn eigen draai geeft - door christenen ervaren als blasfemisch. Reve is breedsprakig, dramatisc h en geobsedeerd door het homo-erotische, in een zwartromantische context. 

In vergelijking met deze twee, krijgt de eigenheid van Hermans scherpe trekken. Hermans is de laboratoriumwetenschapper, die niets dan de waarheid aan het licht brengt. Het gaat hem om het onverbiddelijke inzicht, waarbij hij de poespas van Reve en het intellectualisme van Mulisch kan missen als kiespijn. Hermans is een zakelijk denkend auteur, niet voor niets geïnspireerd door de analytische filosofie van Wittgenstein. 

Zekerheden ontmaskerd
Hermans was van mening dat de wereld en ons mens-zijn onkenbare grootheden vormen. Je kunt niet weten wat werkelijkheid is of schijn. Laat staan of de chaos van het leven zinvol is. In zijn romans probeert Hermans zekerheden te ontmaskeren en de absurditeiten van het leven als maatgevend voor te stellen. Hij was daarin natuurlijk zeer eenzijdig, hoewel niet te ontkennen valt dat er iets absurds of chaotisch schuilt in het leven van mensen, in de manier waarop mensen eisen aan elkaar stellen, met elkaar zekerheden zoeken om de chaos het hoofd te bieden. 

Wie inzicht wil verwerven in de naoorlogse literatuur of in de geestesgesteldheid van het atheïsme, moet Hermans beslist lezen. Dat zijn kale visie op het leven uiteindelijk troosteloos is en iets essentieels mist, blijkt wel uit de ontwikkelingen in de cultuur. De tijd heeft Hermans eenvoudig ingehaald. Alister McGrath beschouwt het tijdperk van het atheïsme, waarvan Hermans een prominent vertegenwoordiger is, als een fase die aan het voorbijgaan is (in zijn recent vertaalde "The twilight of atheism" (2004)). 

Christenen hebben wel eens last van smetvrees bij Hermans. Maar zij hoeven niet angstig te zijn om Hermans werk te lezen. Hij is inderdaad een indringend auteur, die krachtig zijn standpunten verbeeldt. Maar de 'gaten' in zijn nihilistische universum zijn levensgroot. In de decennia na de publicatie van Hermans belangrijkste werken, zijn in brede lagen van de bevolking deze 'gaten' opgevuld met spiritualiteit en esoterie van allerhande snit. Mensen dragen nu eenmaal het besef in zich dat er meer is tussen hemel en aarde, meer dus dan wat de ratio in beeld kan brengen. 

Geen aanschouwen
Hermans is daarmee intussen niet verouderd of onbelangrijk. Hij blijft actueel, als een messcherpe coördinaat in het levensbeschouwelijke spectrum. Vanuit een geloofsstandpunt kun je zeggen: Hermans laat zien hoe koud en kil de wereld is zònder de inspiratie van het geloof. Het kan nuttig zijn je dat te realiseren, als je het als knus en comfortabel ervaart te leven in een gebroken wereld. Hermans' werk maakt onbedoeld duidelijk dat geloof geloof is en nog geen aanschouwen. 

N.a.v. "Volledige werken 1", door W.F. Hermans; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam; ISBN 90 234 1826 3; 792 blz.