Sabina Glaucus groeit op als pleegdochter van een Romeinse patriciër. Wie haar moeder is blijft vooralsnog in nevelen gehuld. Haar vader? In de eerste eeuw na Christus is het nog ondenkbaar dat een Romein zou toegeven dat hij een kind heeft verwekt bij een Jodin.
Annemarie Willems schildert in haar debuutroman "Dochter van Juda, vrouw van Rome" het decor van decadent Rome. Ze roept het beeld op van rijke, machtige families die hun leven laten beheersen door geld, jaloezie, status, overspel en wraak.
In schril contrast met deze platte cultuur staat de onkreukbare Quirinius, een rijke zakenman die al jong weduwnaar is geworden. Een affaire met een Joodse zangeres blijft echter niet zonder gevolgen: een dochter wordt geboren, maar de moeder overlijdt in het kraambed. Quirinius neemt Sabina als pleegdochter in zijn huis, waar ze opgroeit tussen de slaven. Later krijgt ze de status van dochter en treedt ze in het huwelijk met Proserpin us, zoon van senator Festus.
Quirinius probeert Sabina's afkomst voor haar verborgen te houden, want in het Rome van keizer Claudius heeft ze als Romeinse meer toekomst te verwachten dan als Jodin. Het bloed kruipt echter waar het niet kan gaan. De fijnbesnaarde Sabina -ze schrijft mooie gedichten- wordt verliefd op de slaaf Eutychus, een Griekse Jood die in de uitgeverij van haar echtenoot de leiding heeft over de kopiisten en zelf een groot dichter is. Wanneer Claudius alle Joden uit Rome wegstuurt, vlucht Sabine met een groep bannelingen mee. Ze kiest voor haar grote liefde en geeft haar luxeleven als Romeinse op.
Wisselend perspectief
Willems heeft een historische roman op microniveau geschreven. De lezer ziet Rome door de ogen van de hoofdpersonen. Het grote wereldgebeuren komt maar zeer zijdelings aan de orde. Bijzonder is dat Willems een aantal keren van perspectief wisselt, zodat ze bepaalde episodes twee keer, vanuit een gewijzigde optiek, beschrijft. Ze doet dat op een knappe manier, maar het haalt wel de vaart uit het verhaal.
De sterke kant van het boek is het beeld dat Willems oproept van het leven in een vooraanstaand Romeins milieu, compleet met slaven, feesten, godenverering en dubbele moraal. Ze doet dat in een precieze stijl, die niet altijd past bij het soms keiharde leven. De enkele onvertogen woorden die ze bezigt versterken alleen maar het gevoel van vervreemding dat de lezer bekruipt.
Zo gedetailleerd als Willems het Romeinse leven beschrijft, zo vaag blijft ze over die ándere wereld, waartoe Sabina zich aangetrokken voelt. Eutychus is Jood, maar aanhanger van de "nieuwe leer". Wat dat geloof voor hem betekent maakt de schrijver jammer genoeg niet duidelijk. Het enige is dat hij -nadat hij een vooraanstaande positie als voorman van kopiisten verloor- zich niet te goed voelt om in de armoede en verachting van zijn volk te delen. Maar daar hoef je geen christen voor te zijn.
Verder blijkt uit zijn gedrag niet dat hij een discipel van Jezus is. Zo deelt hij zonder scrupules het bed met Sabina, een getrouwde vrouw die hij het advies geeft van haar man te gaan scheiden. Is Paulus' zendbrief wellicht nog niet in Rome aangekomen?
Vaag christendom
Later in het verhaal krijgt Sabina van medevluchteling Silas een samenvatting van het christendom: "De kern ervan is dat liefde meer waard is dan de letter van de wet en dat de mens voor alle voorschriften gaat. We helpen elkaar als we in nood zitten, we zorgen voor de armen en voor de weduwen. In beginsel zijn we allemaal joods maar het zal niet lang meer duren of er zullen zich ook heidenen bij ons voegen." Met zo'n algemene, horizontale interpretatie van de christelijke leer is het optreden van Sabina en Eutychus volledig goedgepraat. Want Sabina's drijfveer is niet haar verbondenheid met het Joodse volk, noch haar geloof in de God van dat volk, maar uitsluitend de liefde die ze voelt voor Eutychus.
Daarmee krijgt deze roman iets fundamenteel onevenwichtigs. Sabina komt goed uit de verf als vrouw van Rome, maar als dochter van Juda overtuigt ze niet. Veelzeggend is dat Willems zorgvuldig vermijdt de naam van Jezus of Christus te noemen. Ondanks het mooie begin blijft deze historische roman daarom steken op het niveau van een liefdesgeschiedenis zonder al te veel diepgang.
N.a.v. "Dochter van Juda, vrouw van Rome", door Annemarie Willems; uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2005; ISBN 90 284 2121 1; 271 blz.