Wie wil er niet een wereld van volkomen vrijheid? Waar mensen pas rond hun zestigste volwassen hoeven zijn en de levensverwachting ver over de 200 jaar gaat? En waar je in anderhalf uur aan de andere kant van de wereld kunt zijn? Er zijn echter twee nadelen: Deze wereld bestaat pas over pakweg 300 jaar. En een andere bijkomstigheid is 24 uur in de gaten worden gehouden.
Baikal Smith kan de woorden "Vrijheid, veiligheid en voorspoed" niet meer zien. Razender nog dan dit motto van Globalia maakt hem het filmpje dat hij vaak in de gevangenis zag: "De grootste bedreiging voor de vrijheid is de vrijheid zelf. Veiligheid is vrijheid, veiligheid is bescherming, bescherming is toezicht, toezicht is vrijheid."
De 20-jarige Baikal is ervan overtuigd dat er buiten de wereldomspannende staat Globalia andere samenlevingen bestaan. Niet dat hij daar concrete aanwijzingen voor heeft, want wetenschap, politiek en media beweren dat er buiten Globaalse woongebieden alleen non-zones voor terroristen bestaan. Buiten de door glazen koepels overdekte gebieden is alleen haat tegen de welvaart van Globalia.
Baikal twijfelt hieraan, vanwege zijn "sterke asociale neiging", die zijn begeleiders in het kinderinternaat al onderkenden. Toen hij later geschiedenis wilde studeren, werd hij om veiligheidsredenen geweigerd. Geschiedenis is immers een gevoelig vak, want een verkeerd gebruik ervan kan mensen op de gedachte brengen dat ook de volmaakte democratie van Globalia eens weer voorbij gaat.
Angst
Ondanks intensieve psychologische behandeling raakte Baikal zijn afwijking niet kwijt. Als hij met zijn vriendin Kate op wandeltocht gaat, schroeft hij een klep los op het punt waar de glazen veiligheidskoepel de grond raakt. Samen knijpen ze er tussenuit.
Nu zijn ze vrij. De wijde wereld lonkt. Het is zelfs denkbaar dat ze nog een echte regenbui meemaken. Nee, bang is Baikal niet. Hij gelooft immers niet dat er terroristen bestaan.
Maar buiten de glazen koepels bestaat nog wel de Sociale Protectie met haar camera's en microfoons. Elke stap van het verliefde paar wordt geregistreerd en vanzelf keren ze dan ook geboeid terug. Voor Baikal is dit al de derde keer dat hij onder arrest wordt genomen omdat hij geluk zoekt buiten Globalia.
Hij wekt hierdoor de belangstelling van één van de machtigste mannen in het wereldomspannende rijk, Ron Altman. Baikal is een dusdanig afwijkend en zelfstandig persoon dat hij de perfecte kandidaat is om de "Nieuwe Vijand" te worden. De verhalen van de geheime dienst over de vreemde sekte raken immers uitgewerkt. Bovendien lijkt het de Sociale Protectie beter om vanaf nu vijandbeelden vrijwel geheel zelf te creëren, dan aan te sluiten bij de bestaande realiteit.
Tijdens een nostalgische (want avontuurlijk zelfbereide) lunch legt Altman de vrijheidsmaniak uit dat de bevolking het nodig heeft zich bedreigd te voelen. Mensen willen graag bang zijn. Het is daarom de taak van de autoriteiten hen bang te maken. Angst creëert sociale cohesie en zelfs geluk, want mensen zien in het nieuws aan welke verschrikkingen ze zijn ontkomen. Zonder angst is er geen gehoorzaamheid aan het gezag en verzwakt ook de economie.
In het licht van Altmans toelichting is het te begrijpen dat een leerling-journalist ontdekt dat een ontploffing in de stad niet het werk is van terroristen, maar van de Sociale Protectie. Zijn hoofdredacteur biedt hem hierop een "versnelde carrière", wat neerkomt op ontslag. De vrije pers moet immers de waarheid van persconferenties brengen en niet op eigen onderzoek vertrouwen.
Altman maakt zich echter zorgen dat Globalia een vijand mist. De eerste volmaakte democratie, die zichzelf beloofde de geschiedenis te overleven, zou aan zijn eigen succes ten onder gaan. Baikal moet die crisis het hoofd bieden.
Wat Baikal eerst niet mocht, biedt Altman hem nu persoonlijk aan: een leven buiten de veiligheidszones, om in de buitengebieden zijn haat op de kunstmatige plasticwereld van Globalia uit te leven.
Jungle
Wat Baikal in de non-zones treft, is inderdaad geen beschaving, maar een keiharde jungle. Maar of deze gerimpelde mensen -die de kneding van de plastische chirurgie missen- terroristen zijn, betwijfelt hij. Ze leven te primitief om de zwakke plekken van Globalia te kennen.
Elke vorm van organisatie, laat staan een politieke en bestuurlijke structuur, ontbreekt. Daar zorgen de autoriteiten van Globalia voor door regelmatige 'vergeldingsaanvallen'. Alsmede voor de bewapening van de maffiabaas Tertullianus nabij Paramaribo.
Wat Baikal niet weet, is dat zijn omzwervingen over het voormalige continent van Zuid-Amerika in Globalia -per satelliet- via de beeldschermen op elke straathoek worden gevolgd. Met behulp van het commentaar van de Sociale Protectie versterkt dit het dreigingsgevoel en biedt het impulsen aan bedrijfstakken die zich met beveiliging bezighouden. De operatie "Nieuwe Vijand" werkt dus.
Maar evenals de verhalen over de enge sekte raakt ook dit trucje uitgewerkt en gaat de geheime dienst op zoek naar iets anders. Baikal en Kate verlaten Paramaribo in zuidelijke richting en vertrekken per paard en wagen naar de definitief ondoordringbare gebieden.
Abortus
In Globalia gaat alles op oude voet door. Van Seattle tot Zimbabwe en Seoel heeft de wereld de tijd van oorlogen achter zich gelaten. Dankzij de medische techniek halen mensen met gemak de 200 jaar. Rijke mensen, met ten minste vier volwassen kloonkopieën, gaan zelfs de 300 jaar over, zoals de achterkleindochter van Bill Gates. Tegen de tijd dat mensen een kunstgebit krijgen, wordt de tandarts ingeruild voor een tweejaarlijks bezoek aan de plastisch chirurg.
De hoge ouderdom heeft echter consequenties voor de voortplanting. Die is zo gereguleerd dat uitbreiding van de bevolking niet mogelijk is. In de Globaalse cultuur wordt het hebben en krijgen van kinderen ook niet positief gewaardeerd. Het ministerie van Sociaal Evenwicht adviseert bij de verplichte melding van zwangerschap meestal een abortus. Alleen in sommige gevallen wordt de vrouw teleurgesteld.
Kinderen zijn eigenlijk de enigen die het moeilijk hebben in Globalia. Omdat het huwelijk in deze vrije samenleving feitelijk is afgeschaft, groeien de meeste kinderen zonder vader op, terwijl vrouwen gemiddeld pas op hun 61e moeder worden. De meeste woonwijken kennen nauwelijks peuters en vanwege kindergeschrei is al menige rechtszaak gevoerd.
Ook religie bestaat nauwelijks meer. Het Globaalse wapen, dat is geënt op dat van de vroegere Verenigde Staten, bevat het motto: "In Globe we trust". Er wordt wel beweerd dat dit een variant is op het oude "In God we trust", maar niemand weet dat zeker, omdat papieren bronnen al lang zijn beperkt tot enkele verdachte bibliotheken.
Karikatuur
Deze toekomstroman van de Fransman Jean-Christophe Rufin (1952) is onmiskenbaar een karikatuur van onze eigen samenleving. Een lachwekkende uitvergroting, maar daarom niet zonder aanknopingspunten.
De volledig elektronische informatievoorziening bijvoorbeeld maakt mensen vrij. Maar de scenario's om hierdoor informatiestromen te beheersen en te manipuleren, liggen voor de hand. Daarvoor hoeven we geen 300 jaar te wachten.
Meesterlijk speelt Rufin met de veelzijdigheid van het begrip vrijheid. Niets is er waar een volk zo naar kan verlangen als naar vrijheid. Tegelijk zijn er in de geschiedenis maar weinig bloedbaden groter dan die die werden gepleegd in naam van de vrijheid.
In Globalia is de vrijheid natuurlijk volkomen. Maar de veiligheid laat niet toe dat we er ook vrij over nadenken en alternatieven overwegen. Ook vandaag zijn er in Nederland verstokte liberalen die -met de islam als modelvijand- grondwettelijke vrijheden willen beperken.
Wie in dit boek leest over terreurdreigingen, moet onwillekeurig denken aan Bush en Balkenende, aan Rumsfeld en Remkes. In een samenleving die in het teken van terreurbestrijding staat, verandert vrijheid in verstikking. Ook vandaag zou Baikal in zijn ontkenning van de dreiging als een hopeloos geval naar de psychiater worden gestuurd.
De uitgever kondigt op de omslag aan dat het boek de lijn van George Orwells "1984" en Huxley's "Brave New World" oppakt. Het is er in elk geval een goede kanshebber voor.
N.a.v. "Globalia", door Jean-Christophe Rufin; uit het Frans vertaald door Evelien Chayes en Carolien Steenbergen; uitg. Podium, Amsterdam, 2004; ISBN 90 5759 246 0; 444 blz.