Leerlingen van een basisschool kunnen er zomaar mee te maken krijgen. In hun klas trekken ze op met een kind dat als vluchteling naar Nederland kwam. Als blijkt dat het asielzoekersgezin hier uiteindelijk niet mag blijven, is het buitenlandse vriendje of vriendinnetje soms ineens verdwenen. In het jeugdboek "Adres onbekend" moet Nina afscheid nemen van haar Armeense maatje Raffi.
De vader van Nina is overspannen. In zijn speelgoedwinkel is hij met een pistool bedreigd door een buitenlandse man. Die gebeurtenis kan hij niet goed verwerken en heeft invloed op het hele gezin. Met Nina gaat het slecht op school en uiteindelijk blijft ze in groep 8 zitten.
In de zomer verblijft het gezin enkele maanden in een vakantiehuisje op een klein park in de buurt van de zee. In een van de huisjes woont een Armeense vrouw met twee kinderen. Vader is in hun thuisland vermoord. De vluchtelingen mogen niet meer in een asielzoekerscentrum wonen, maar krijgen hulp van iemand uit het dorp. Er is nog wel een advocaat bij hun zaak betrokken.
Als Nina in het huisje van de Armeniërs komt, maakt ze kennis met een voor haar onbekende wereld. Raffi's moeder, Katarina, zet snel allerlei lekkers op tafel. "Jij weet niet wat Armeense mensen is, hè?" zegt moeder met donkere glimogen. "Wij zeggen: gast komt van God. Als wil komen bai mai, kán komen. Altijd."
Auteur Petra Cremers plaatst de problematiek van (uitgeprocedeerde) asielzoekers in de leefwereld van een kind. Ze geeft een realistisch beeld van situaties die regelmatig voorkomen. Verschillende standpunten die in de samenleving te horen zijn over asielzoekers hebben in het verhaal een plek. Enigszins onderbelicht blijven de gronden waarop het gezin van particulieren hulp krijgt nadat het weg moest uit een azc.
Uiteindelijk kan Raffi niet op het vakantiepark blijven wonen. Hij verhuist met zijn moeder en broertje naar een opvanglocatie voor mensen die illegaal in Nederland verblijven. De kinderen uit zijn oude klas sturen hem een kaart voor zijn verjaardag: "Gefeliciteerd en we hopen je gauw weer te zien." Dat laatste gebeurt niet. De kaart komt terug met het stempel "Adres onbekend". Sindsdien ontbreekt elk spoor van het Armeense gezin.
Aan het eind van het boek komt de boodschap naar voren die de auteur haar jonge lezers blijkbaar wil meegeven. Zo laat ze de vader van Nina, die inmiddels grotendeels hersteld is van zijn overspannenheid, zeggen: "Waar je ook woont, er zullen ook altijd problemen zijn." En: "Soms overkomen je dingen in het leven en dan moet je een andere weg inslaan." Even later: "Mensen zijn sterk, kinderen ook. Soms zit het heel erg tegen maar dat kun je ook weer overwinnen: ik met die overval, jij op school."
Sommige onderdelen in het boek staan vrij ver af van de leefwereld van kinderen die in een reformatorisch gezin opgroeien. De lezer stuit onder meer op bioscoopbezoek, een tamelijk platte manier van spreken over het sterven en op verschillende plaatsen nogal grof taalgebruik. Jammer dat de auteur dit laatste niet heeft weggefilterd uit haar overigens lezenswaardige verhaal over een actueel maatschappelijk thema.
N.a.v. "Adres onbekend", door Petra Cremers; uitg. Holland, Haarlem, i.s.m. VluchtelingenWerk Nederland, 2004; ISBN 90 251 0941 1; 175 blz