Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Enny de Bruijn

Groeien door gemis

De belangrijkste protestantse schrijver uit de eerste helft van de twintigste eeuw is zo goed als vergeten. Maar met de prachtige biografie die Hans Werkman aan hem wijdde, kunnen de kansen keren. Werkman promoveerde gisteren aan de Vrije Universiteit op zijn onderzoek naar J. K. van Eerbeek: "Ik zou zijn leven niet graag overdoen, hij heeft een zwaar leven gehad. Maar als hij radicalere keuzes gemaakt had, had hij dit werk niet geschreven."

Om zijn autoriteit te bevestigen hoeft Hans Werkman (65) het niet te doen. Hij geldt al lang als de onbetwiste meester op het terrein van de christelijke letterkunde in de twintigste eeuw. Talrijke artikelen en boekjes publiceerde hij over schrijvers als Jo van Dorp-Ypma, Bé Nijenhuis, P. J. Risseeuw, C. Rijnsdorp, Ida Gerhardt, Dingeman van der Stoep. Hij schreef de veelgeroemde en bekroonde biografie "De wereld van Willem de Mérode" (1983). En dan publiceerde hij ook nog kinderboeken en romans, maakte sinds 1974 naam als criticus van het Nederlands Dagblad, richtte het christelijk-literaire tijdschrift Woordwerk op en zat in de redactie van Liter. Waarom dan nu pas promoveren? 

"Ik dacht altijd dat het niet kon. Na mijn MO-A en -B had ik geen zin om nog verder aan de hand van een ander te lopen, ik heb dus nooit mijn doctoraal gedaan. Maar toen ik net met het onderzoek naar Van Eerbeek begonnen was, liep ik een keer met Schutte door Amsterdam te wandelen. Hij zei dat ik best bij hem kon promoveren, dat daar sinds kort een regeling voor bestond. Ja, en waarom ik dat dan graag wil... misschien ben ik wel een beetje ijdel - alle schrijvers zijn tenslotte ijdel. Maar ik vind het ook voor Van Eerbeek van belang. Niemand kent hem nog, terwijl hij toch een belangrijk auteur geweest is. Die promotie dient ook om Van Eerbeek status te geven." 

Sanatoriumpatiënt
J. K. van Eerbeek -pseudoniem van Meindert Boss (1898-1937)- leidde op het eerste gezicht geen opzienbarend leven. "Hij kwam uit een ogenschijnlijk saai gezin, hij is nooit getrouwd, hij is maar 39 jaar geworden. Toch is er veel over hem te vertellen, nog los van wat hij geschreven heeft. Natuurlijk, zijn boeken alleen al zijn de nodige aandacht waard, maar ik heb meer willen bieden dan een schrijversbiografie alleen. Hij heeft langdurig in het sanatorium gelegen, hij heeft lesgegeven in de gevangenis, hij heeft een tijd in Nice gewoond. Allemaal interessante zaken om dieper op in te gaan. Er is bijvoorbeeld heel weinig bekend over het leven van sanatoriumpatiënten en de manier waarop tuberculose mensen beïnvloed heeft - daar heb ik me dus in verdiept." 

Met het nodige voorbehoud heeft Werkman ook de verhalen en romans van Van Eerbeek als biografische bronnen gebruikt. "Ik weet dat je daar heel voorzichtig mee moet zijn, maar sommige verhalen zijn absoluut autobiografisch. Neem de geschiedenis rond de tragische dood van zijn zuster Dientje. Van Eerbeek heeft daarover een verhaal geschreven waarin de originele namen en plaatsen voorkomen, dat is een duidelijke aanwijzing. Bovendien heeft zijn zuster Rebekka een pagina uit het manuscript verwijderd, een bewijs dat zij het als een verhaal beschouwde dat al te zichtbaar op de werkelijke geschiedenis teruggreep." 

Afscheidsbrief
Rebekka is voor de Van Eerbeek-biograaf een belangrijke figuur. Niet alleen was zij de zuster met wie Van Eerbeek de meeste verwantschap voelde, zij was later ook de behoedster van zijn nalatenschap. "Van Eerbee k wilde dat na zijn dood zijn brieven en dagboeken vernietigd zouden worden, maar Rebekka heeft ze nog een tijd lang bewaard. Zodoende heeft dr. R. G. K. Kraan -die de Van Eerbeek-biografie zou schrijven, maar het werk later aan mij heeft overgedaan- alles kunnen inzien en zelfs kopieën kunnen maken. Daarvoor ben ik hem heel dankbaar, want niet lang daarna heeft Rebekka de hele zaak alsnog in de kachel gestopt. Ze heeft trouwens ook censuur toegepast vóórdat ze de brieven aan Kraan ter inzage gaf. Alles wat met Van Eerbeeks geliefde, Janneke Land, te maken had, is bijvoorbeeld uit de correspondentie verwijderd. 

Dat ergert me, maar ik kan er ook wel iets van meevoelen. Rebekka was erg verkleefd aan haar broer, zij was degene die hem het beste begreep. En dan komt ineens Janneke Land en die kaapt hem weg. Het is gewoon een vorm van jaloezie geweest. Haar neef Jan Boss zei daarover: "Tante Rebekka is stil blijven staan toen oom Meindert overleed. Ze bleef zijn nagedachtenis vertroetelen, ze heeft hem willen hervormen naar haar beeld." Dus zei ze tegen Kraan, toen die bij haar naar Janneke Land informeerde: "Die lijn moet u niet verder volgen, dat stelde niets voor." Terwijl dat absoluut niet waar is, die relatie is echt een groot drama geweest. De afscheidsbrief aan Janneke is het meest smartelijke wat Meindert ooit geschreven heeft." 

De geschiedenis van die mislukte relatie valt niet los te zien van Van Eerbeeks karakter, zegt Werkman. "Hij was een ascetisch man, hij had het lijden van het gemis nodig. Hij wilde de pijn van het afscheid ondergaan omdat hij dacht dat hij zich niet in liefde aan de ander kon overgeven. Hij groeide pas door ontbering - dat idee zit al in een van zijn allereerste verhalen over een mislukte verliefdheid die tot een pijnlijk soort voldoening leidt, een soort zelfkwelling die bijna gewenst is. Het is een lijn die zijn leven lang zichtbaar blijft, ook in latere romans als "Gesloten grenzen"." 

Huiskamerwarmte
Ook in andere opzichten was ambivalentie een opvallende karaktertrek van Van Eerbeek. "Hij zag altijd twee kanten van de zaak. Neem zijn gereformeerde achtergrond. Hij bleef in de kerk, dat wilde hij ook -"Buiten is het te koud"-, maar hij stond wél heel kritisch ten opzichte van de gereformeerde beginselen. Hij hield niet van de gerichtheid op het hiernamaals, hij was gehecht aan het aardse bestaan. Enerzijds moest hij weinig van het gereformeerdendom hebben, anderzijds was hij toch ook onder de indruk van de manier waarop zijn vader het geloof in praktijk bracht. Hij wilde de Bijbel vanuit het nulpunt lezen, zonder de bril van de gereformeerde exegese, maar tegelijkertijd was hij innerlijk betrokken bij de gereformeerde huiskamerwarmte. Hij hield van zijn familie, maar hij moet -met zijn geest van tegenspraak- avonden met zijn vader hebben zitten discussiëren. Toch was hij gedwongen om thuis te blijven wonen, hij had geen geld om zich ergens anders te vestigen." 

Of het niet een beetje treurig is dat Van Eerbeek op veel punten door zijn ambivalentie geremd werd? "Hij heeft een zwaar leven gehad, ik zou het niet graag overdoen. Maar als hij radicaler gekozen had, had hij dit werk niet kunnen schrijven. Zijn boeken zijn ontstaan vanuit zijn trauma's én vanuit zijn roepingsbesef: hij wilde heel bewust iets voor zijn eigen kring betekenen. 

Hij had maar een klein lezerspubliek. Door zijn eigen schuld trouwens - "Lichting '18" en "Gesloten grenzen" zijn nogal ontoegankelijk geschreven. Denkers konden hem volgen, het volk niet. Men smulde van "Bartje" van Anne de Vries en "Burgers in nood" van H. M. van Randwijk, veel minder van de romans van Van Eerbeek. "Lichting '18" is vooral een voorraadkast met psychologische en filosofische ideeën over het leven en de mensen. 

Maar inhoudelijk had Van Eerbeek wél iets te bieden, dat heeft ook een criticus als Menno ter Braak erkend. Die vond dat christenen veel te veel verhaaltjes verzonnen waar ze dan een boodschap aan vastplakten, maar bij Van Eerbeek signaleerde hij een organische eenheid tussen geloof en inhoud en stijl. 

Van Eerbeek rebelleerde tegen de oppervlakkige gedragsantithese: hij ging gerust met Rebekka naar bioscoop en schouwburg - hoewel pas na de dood van hun vader. Hij wilde een andere antithese zichtbaar maken, een antithese die moreel van aard was. Wat hij in "Lichting '18" zichtbaar maakte, spoorde met wat Bavinck over de Eerste Wereldoorlog schreef. Allebei wezen ze op de demoralisering, ook in gereformeerde kring. De gereformeerden waren vreselijk bang voor bioscoop, danszaal en schouwburg, maar het echte probleem lag ergens anders - dat zagen Bavinck en Van Eerbeek allebei. De gereformeerden waren door hun mentaliteit mede schuldig aan de oorlogswinsten." 

Heeft Werkman met deze dissertatie alles over Van Eerbeek gezegd? "Toen het boek af was, kreeg ik alsnog contact met de kinderen van Fifi, de vrouw die in Nice een rol in Van Eerbeeks leven gespeeld heeft. Er komt dus waarschijnlijk nog een verhaaltje achteraan. En verder wil ik graag zorgen dat twee van zijn romans heruitgegeven worden: "Beumer & Co" en "Asuncion" - maar dan de versie die níét door Rebekka gecensureerd is op het punt van rooms-katholicisme en erotiek."