Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Marie van Beijnum

"Broodheren" wat al te sappig neergezet

In "Broodheren" rekent Joyce Tulkens af met "versteende ideeën over de grote tegenpolen, Philips II en Willem van Oranje", vermeldt de omslag van haar nieuwe roman.

Van Joyce Tulkens verscheen bij uitgeverij Westfriesland een 288 bladzijden tellende historische roman over de periode 1557-1568. Zij beschrijft daarin de verwikkelingen in de Nederlandse gewesten van het Spaans-Habsburgse rijk. Het is de aanloopperiode naar de Tachtigjarige Oorlog. In het boek spelen diverse personen een soort hoofdrol: hofschilder Antonis Mor, de Spaanse koning Philips II, kardinaal Granvelle, landvoogdes Margaretha van Parma en prins Willem van Oranje. Het is niet echt duidelijk aan wie Tulkens de hoofdrol toebedeelt. 

De roman is chronologisch opgebouwd. Tulkens richt haar aandacht via Mor en zijn portretkunst op diens "broodheren", die een rol spelen in het drama van de opstand in de Nederlanden en het schrikbewind van de hertog van Alva. Zij legt de schuld bij de protagonisten van de politiek: de machthebbers van het moment. De auteur slaagt erin de machtspolitieke spelletjes van de grote heren te ontrafelen en te ontmaskeren maar ze doet dat natuurlijk vierenhalve eeuw na dato. 

Tulkens gebruikt soms al te sappige bewoordingen, die af en toe niet goed Nederlands zijn: zo laat zij mensen wijfelen in plaats van weifelen. Steekt de lezer iets op van dit boek? Niet echt, al zal hij onder de indruk komen van Tulkens compassie en engagement met het verleden. Voegt het een meerwaarde toe aan historische kennis? In grote lijnen niet. Wat Tulkens beschrijft, mag als bekend worden verondersteld. Het wordt niet duidelijk wat "de versteende ideeën" zijn over de grote tegenpolen Philips en Willem, zoals de omslagtekst suggereert. Is dat de traditionele geschiedvisie over een centralistisch katholiek vorst die een rebellerende protestantse prins op de knieën wil dwingen maar daar niet in slaagt? Historici weten al langer dan vandaag de dag een genuanceerd beeld te scheppen over de turbulente tijd uit de ontstaansgeschiedenis van Nederland. 

Wel brengt Tulkens de mensen uit die tijd heel plastisch tot leven, of de lezer dat leuk vindt is weer een kwestie van persoonlijke smaak. Ze laat Willem van Oranje zijn "hitsige jonge" vrouw Anna van Saksen tussen haar japonnen op bed gooien, kardinaal Granvelle in slaapvertrekken vertoeven waar hij het celibaat met voeten treedt en helden en schurken vloeken en een gat in de kraag drinken in kroegen. Gelukkig is er één deugdzame huisvrouw: Aartje, de trouwe echtgenote van Antonis Mor. 

De omslagafbeelding is Johanna van Oostenrijk, de dochter van Karel V, en de bruid van kroonprins Joao van Portugal, geschilderd door Antonis Mor in 1552. Mors zoon Philips verkeerde als kroniekschrijver aan het hof van de koning van Portugal, maar Johanna speelt geen rol in het boek, dus vanwaar deze illustratie? Toepasselijker was bijvoorbeeld een portret van Philips II of Willem van Oranje geweest. 

De schrijfster plaatst zichzelf in haar roman nadrukkelijk als de verteller, wier aanwezigheid af en toe blijkt doordat ze het totaalgebeuren overziet en alles weet van alle personen en bij tijd en wijle op voorhand commentaar levert. "De oorlog was begonnen", een overbodige zin. En "Meer is er niet uit hem gekomen" op bladzijde 275 over Hoorne die het lijk van Egmond ontdekt alvorens hijzelf wordt onthoofd. Kardinaal Granvelle bleef zich ("uit rancune of uit belangstelling, wie zal het zeggen?") zijn leven lang intensief bemoeien met de Nederlandse politiek. Ja, wie zal het zeggen? 

Jammer genoeg heeft Tulkens de mijns inziens zeer geslaagde roman "Margaretha" over Margaretha van Parma van Jan Siebelink (2002) over het hoofd gezien. Ze noemt deze ten minste niet in de door haar geraadpleegde literatuur en bronnen. 

N.a.v. "Broodheren", door Joyce Tulkens; uitg. Westfriesland, Hoorn/Kampen, 2003; ISBN 90 205 2678 2; 288 blz.