Twee jaar na de grote beurskrach in 1929 verlaat het gezin Wortham -vader Samuel, moeder Julia en de kinderen Robert en Sarah- zijn woonplaats Harrisburg. Hun bezittingen kunnen ze al liftend en lopend makkelijk meenemen: 8 dollar en drie zakken met kleding en wat persoonlijke bezittingen. Leisha Kelly beschrijft in de roman "Julia's hoop" de moeilijkheden van een berooide familie.
Nadat Samuel zijn baan, geld en huis is kwijtgeraakt, weet hij niet meer hoe hij zijn gezin moet onderhouden. Zijn laatste hoop heeft hij gevestigd op zijn neef Dewey. In een brief belooft dit familielid namelijk dat hij voor een baan zal zorgen. Samuel besluit daarom om met zijn gezin op reis te gaan.
Ze overnachten onderweg in een kerk, op een veranda en zelfs in een gevangenis. Als de familie Wortham na een vermoeiende reis vlak bij de woonplaats van Dewey is, belt Samuel hem op. Verslagen komt hij terug. Geen enkele kans op een baan. Teruggaan is geen optie, want in Harrisburg heeft het gezin evenmin eten en onderdak. Als noodweer hen overvalt, kunnen ze nog net een oude schuur bereiken. Al gauw blijkt dat het huis dat bij de schuur hoort al enige tijd niet meer is bewoond. Julia krijgt hoop. Wie weet kunnen ze hier gaan wonen.
Samuel en Julia sporen de eigenaresse Emma Graham op. Zij heeft bijna haar hele leven op de boerderij doorgebracht, maar kon er vanwege lichamelijke problemen niet langer blijven. Als Julia Emma vertelt in wat voor toestand het gezin verkeert, neemt de voormalige boerin al gauw een besluit. Als de familie Wortham goed voor de boerderij zorgt, mag ze deze houden. Dorpsgenoten en buren zijn het met Emma's besluit echter niet eens. De Worthams krijgen met heel wat wantrouwen en afgunst te maken.
Naastenliefde
Het perspectief wisselt per hoofdstuk. De meeste keren beziet de lezer de gebeurtenissen vanuit de positie van Julia of Samuel, een enkele keer 'vertelt' Emma haar verhaal. Toch loopt het verhaal vloeiend door.
Wie graag een spannend boek leest, zal waarschijnlijk minder snel naar "Julia's hoop" grijpen. Daarvoor kabbelt het verhaal net een beetje te veel voort.
Toch laat schrijfster Leisha Kelly de lezers wel nadenken. Over naastenliefde bijvoorbeeld. Emma geeft alles wat ze heeft weg. Julia kan dat niet begrijpen. Ze is soms zelfs verontwaardigd en boos op haar buurman die koeien en gereedschap van Emma gehad heeft, maar daar niet zo goed voor zorgt. Eigenlijk vindt Julia dat Emma niet zo veel moet weggeven - hoewel ze zelf de boerderij gekregen heeft. Maar Emma trekt zich daar niets van aan en vertelt Julia dat weinig bezit haar gelukkig en ontspannen maakt. Bovendien kan ze op deze manier niet door rijkdom in beslag worden genomen, maar ervaart ze juist dat God voor haar zorgt.
N.a.v. "Julia's hoop", door Leisha Kelly; vert. Christine de Gier; uitg. Den Hertog, Houten, 2003; ISBN 90 331 1758 4; 304 blz.