Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Drs. G. C. de Waard

Schrijver die geen schrijver wilde zijn

Op 18 september werd in De Balie te Amsterdam een nieuwe publicatie over Multatuli gepresenteerd, die is aangekondigd als de eerste volledige biografie van de schrijver. De auteur van het omvangrijke boek "Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker" is de neerlandicus Dik van der Meulen, die ook meegewerkt heeft aan de uitgave van Multatuli's "Volledige werken".

Elk meent zijn uil een valk te zijn. Ook de schrijver van de tekst op het omslag (is dat de auteur van het boek of de uitgever?) gaat aan dat euvel mank als hij beweert dat Multatuli algemeen beschouwd wordt als de belangrijkste schrijver van het Nederlandse taalgebied. Algemeen? Ja, maar dan wel alleen binnen de groep mensen die zich geestverwanten van Multatuli weten. Weinigen die meer van hem gelezen hebben dan "Max Havelaar" of "Vorstenschool", zullen ontkennen dat hij een groot schrijver is geweest. Maar de belangrijkste... De bewering is, als zo veel uitspraken, subjectief, want het criterium aan de hand waarvan men de mate van belangrijkheid zou kunnen bepalen, bestaat eenvoudig niet. Bovendien had eerst gereleveerd moeten worden in welk opzicht Multatuli dan belangrijk is: als schrijver sec of als schrijver over bepaalde onderwerpen.

Het wordt nog erger als gezegd wordt dat Multatuli de belangrijkste schrijver is van het Nederlandse taalgebied. Zo op de top van de berg geplaatst, is hij voor iedere andere Nederlandse auteur, over welk onderwerp of uit welke tijd ook, onbereikbaar. En Multatuli's bekendste werk, "Max Havelaar", in juni 2002 hebben leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde het uitgeroepen tot het belangrijkste letterkundige werk van alle tijden. Toe maar! Overdaad schaadt. Waarom nie t alleen maar vermeld dat de schrijver die geen schrijver wilde zijn ondanks zichzelf een unieke plaats innam?

Jeugdjaren
Omdat veel van wat Multatuli deed en schreef niet goed begrepen kan worden zonder kennis van zijn tijd, heeft Van der Meulen daar veel aandacht aan besteed. Schetsen van de maatschappelijke ontwikkelingen moeten bijdragen tot dieper inzicht in Multatuli's ideeën over godsdienst en politiek. Die vormen een hoofdthema van het boek, waarin zijn godsdienstige ontwikkeling en politieke stellingname een leidraad zijn.

"Jeugd", "Indische jaren" en "Schrijversjaren" zijn de titels van de drie delen waarin het boek, na een inleiding en een gebruiksaanwijzing, is verdeeld. Het laatste is, zoals te verwachten was, het omvangrijkste: meer dan vier keer het eerste en meer dan het dubbele van het tweede deel.

In een schrijversbiografie neemt het werk uiteraard een voorname plaats in. Maar als dat werk de gids wordt voor de beschrijving van het leven, begeeft men zich op glad ijs. Van der Meulen beseft dat ook zelf wel, maar hij vindt toch dat gebruikmaken van het werk van Multatuli als bron voor de levensbeschrijving zelfs moet blz. 12) en zo bedient hij zich van "Woutertje Pieterse" voor Dekkers jeugdjaren. Was dit misschien een verlegenheidsoplossing? Want vergelijking van Wouter met de werkelijkheid levert, wat de feiten aangaat, weinig of niets op. Dat Multatuli eigen ervaringen in zijn boeken verwerkt heeft, is onmiskenbaar. "Wie "Woutertje Pieterse" leest, komt veel over de jeugd van Dekker te weten, maar hoeveel, dat weet geen mens" (blz. 94). Maar Multatuli herschept, zegt Van der Meulen, de werkelijkheid ter wille van de waarheid. En dat doet hij niet alleen in het verhaal over Wouter. Hypothesen met betrekking tot Multatuli zijn er dan ook genoeg.

Doop
Tussen Wouter en Max (de titel van het derde hoofdstuk), tussen de kinderjaren en de volwassenenleeftijd wordt de ontwikkeling zichtbaar die Dekker steeds verder van het christendom zou afvoeren en hem uiteindelijk tot "boegbeeld van het ongeloof" zou maken. Hij ontving een doopsgezinde opvoeding, maar hij liet zich niet dopen: als kind al "weifelde hij in zijn gevoel", volgens zijn tweede vrouw Mimi. Zelf zegt hij in 1881 in een brief dat hij -het was nog vóór 1845- "als door een schok zijn bekomst had van praatjes over Jezus Christus." Stelliger dan Van der Meulen ben ik er dan ook van overtuigd dat tot de opofferingen die hij zich voor zijn eerste liefde Caroline Versteegh getroostte, ook zijn doop in 1841 in de roomse kerk behoorde.

Douwes Dekker bevond zich toen in Indië. Daar leerde hij ook zijn vrouw Everdine (Tine) van Wijnbergen kennen. Belangrijk uit de Indische jaren zijn de brieven die hij aan Tine schreef. In die "Verlovingsbrieven" schrijft hij over allerlei onderwerpen, o.a. ook over godsdienst. Zijn eigen godsdienstige mening komt niet uit de verf. Is de terughoudendheid toch niet een vorm van opportunisme? (blz. 220) Is het misschien ook door diezelfde terughoudendheid dat ook Pieter Douwes Dekker de ontwikkeling van zijn broer naar een atheïstisch wereldbeeld niet onderken0de (blz. 253)? De "zotte brieven zonder zamenhang" met hun beschouwingen, invallen en herinneringen van Eduard Douwes Dekker zijn aankondiging van de "Ideeën" van Multatuli, die 25 jaar later beginnen te ontstaan.

Tweemaal schreef Dekker een aanklacht tegen onrecht dat hij zich voelde aangedaan als van fraude en wanbestuur verdachte bestuursambtenaar: het middelmatige toneelstuk "De eerloze" (later omgedoopt en uitgegeven als "De bruid daarboven") en "Max Havelaar". Evenals hij met "Woutertje Pieterse" deed, vergelijkt Van der Meulen ook "Max Havelaar" met de werkelijkheid (in de hoofdstukken 6 en 12). Hij stelt vast dat de verschillen over het algemeen gering zijn; de verschillen tussen Douwes Dekker en Havelaar worden vooral veroorzaakt door van zwakheden goede eigenschappen te maken of de gebreken min of meer terloops te noemen (de speelschulden worden geheel verzwegen).

Misstanden
In hoofdstuk 15 bespreekt Van der Meulen de voorgeschiedenis van de publicatie van "Max Havelaar". Onvermijdelijk komt daarbij het dubbele spel ter sprake dat Jacob van Lennep speelde om het effect van het boek te minimaliseren. Maar ook wordt uiteengezet hoe Multatuli openbaarmaking van zijn "memorie van grieven" achterwege wilde laten als de minister van Koloniën zijn verlanglijstje wilde honoreren (aanstelling als lid van de Raad van Indië was nummer 1 erop). Het pleit niet voor de mening dat het lot van de Javaan hem boven eigen eerherstel ging. Het pseudoniem, zegt Van der Meulen, maakte duidelijk wat keer op keer werd benadrukt: de lijdensweg van de schrijver. Dat die na de verschijning van zijn boek "de meest besproken man in Holland" was, wordt in hoofdstuk 16 uiteengezet. Ook de "Minnebrieven" (1861), een brievenroman in raamvertelling, boodschapt: Multatuli is onrechtvaardig behandeld en het bestuur in Indië deugt niet. Maar ook misstanden in de Nederlandse samenleving komen al aan de orde "met het christendom als voornaamste boosdoener"(blz. 446).

Multatuli's omvangrijkste werk is "Ideeën", gebundeld in zeven delen over een tijdsverloop van vijftien jaar. Het zoeken naar waarheid is, aldus Van der Meulen, het beginselprogram van dat werk; "als erfgenaam van het achttiende-eeuwse verlichtingsdenken ging hij er (...) van uit alles te kunnen verklaren aan de hand van natuurwetten." Tussen aforismen, politieke commentaren, beschouwingen over godsdienst, de positie van de vrouw en arbeider, literatuur, kinderopvoeding, enzovoort komen "Woutertje Pieterse" en "Vorstenschool" in de bundels voor. Multatuli gebruikte de natuur om God weg te cijferen maar vereenzelvigde zich met Jezus, ook waar het Zijn lijden betreft.

Ruim aandacht besteedt Van der Meulen ook aan Multatuli's politieke aspiraties, onder andere zijn pogingen om in de Tweede Kamer door te dringen. Zijn gedachten over de meest gewenste staatsvorm zijn voor een deel te vinden in "Vorstenschool", dat een pleidooi mag heten voor een verlichte, absolute monarchie. Hoewel in menig opzicht behoudend, werd het erelid van de vrijdenkersvereniging "De Dageraad" door de sociaal-democraten als een der hunnen beschouwd ondanks zijn verklaring dat hij het niet met hen eens was. Alle 'radicale' kringen juichten hem toe en vereerden hem.

Eerlijk
"Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker" is een zo omvangrijk boek dat het onmogelijk is, aan alle aspecten ervan aandacht te besteden. De auteur noemt zijn werk op pagina 11 een schrijversbiografie, op pagina 696 spreekt hij van een studie. Dat is geen tegenstelling, maar het boek is wel meer dan een levensbeschrijving omdat het de samenhang laat zien tussen Multatuli's leven en werk. Toegevoegd zijn vier bijlagen: Dekkers vertaling van Andrieux' "De molenaar van Sans-Souci", enkele onbekende brieven van en aan Multatuli en een niet herdrukt "Voorbericht" bij de eerste afzonderlijke uitgave van "Vorstenschool". Helaas ontbreekt een, voor zo'n dik boek onmisbaar, zakenregister.

Van der Meulen heeft een eerlijk boek geschreven. Hij stelt de man die zich "een vat vol tegenstrijdigheids" noemde, niet mooier voor dan hij was, wat niet van alle Multatuli-bewonderaars gezegd kan worden. Multatuli's uitspraak "Men kent mijn tuchteloosheid" wordt door het boek bevestigd, met betrekking tot zowel het leven als het werk. Geldgebrek blijkt een belangrijke drijfveer te zijn geweest voor zijn politieke ambities én voor zijn geschriften.

Eduard Douwes Dekker, de doopsgezinde jongen die propagandist van het ongeloof zou worden, de knaap die zich koning van Afrika droomde en als man keizer van Indië wilde zijn, stierf op 19 februari 1887 en werd op 23 februari als eerste Nederlander gecremeerd. Hij had zich gepresenteerd als de man die veel geleden had, en als zodanig, als Multatuli, ging hij de geschiedenis is. De literatuurgeschiedenis met name, want zijn politiek streven had gefaald, en het randverschijnsel, zijn schrijverschap, was hoofdzaak geworden.

Bewonderaar of geen bewonderaar, wie over leven en werk van Multatuli geïnformeerd wil zijn, kan om Van der Meulens studie niet heen.

N.a.v. "Multatuli. Leven en werk van Eduard Douwes Dekker", door Dik van der Meulen; uitg. Sun, Nijmegen, 2002; ISBN 90 5875 054 x; 912 blz.