Eens voorspelde de profeet Nathan aan David dat alles in het leven aan het licht zal komen en de bestraffing zichtbaar zal worden voor het oog van de zon. Aan die geschiedenis uit de Bijbel ontleent de Zuid-Afrikaanse Maretha Maartens de titel van haar roman "Voor het oog van deze zon".
Terwijl ze vanwege een staaroperatie in het ziekenhuis ligt, herinnert hoofdpersoon Hanna van der Merwe zich hoe haar vader tijdens de godsdienstoefening ook deze geschiedenis voorlas. Er is uit deze letterlijk duistere periode meer dat ze zich herinnert. Heel haar leven, gestempeld door een moeizaam huwelijk met een door de oorlog moeilijk geworden man, trekt aan haar voorbij.
Een vrolijk verhaal is het dan ook niet dat Maartens in haar roman beschrijft. Mooi geschreven is het wel. In haar gebed zegt Hanna: "U weet hoe Niklaas door de oorlog is veranderd (en dat dát soort letsel nooit meer uit een vrouwenziel verdwijnt, zelfs al kan zij er begrip voor opbrengen, Heere)."
Schuldbelijdenis
Behalve dat de zinnen vaak zorgvuldig zijn geformuleerd, is "Voor het oog van deze zon" ook mooi gecomponeerd. Hanna's man en kinderen komen een voor een aan haar bed, als schakels in een droevig levensverhaal. De lezer ziet op die manier de ketting steeds verder aaneengeregen worden.
Opvallend is dat bijna elke bezoeker Hanna vraagt voor hem of haar te bidden: Wikus, Liesbeth, Niklaas. Hanna is een vrome vrouw. En de auteur weet dat overtuigend te brengen door de manier waarop ze juist de strijd, teleurstelling en moeite die haar hoofdpersoon wel degelijk kent, beschrijft.
Aangrijpend is het moment waarop Niklaas totaal onverwacht erkent dat hij in hun bijna 43-jarig huwelijk jammerlijk heeft gefaald. Eerlijk is zijn schuldbelijdenis, eerlijk is ook Hanna's onthutsing en schrik. Daardoor wordt uiteindelijk ook geloofwaardig wat Hanna ervaart: "... dat het onmogelijke mogelijk is: dat zij in staat zal zijn te vergeven, nadat alles open en bloot voor het oog van de zon is neergelegd."
Niet goedkoop
De roman is hiermee niet afgelopen. Ook "de Verzoeker" zet zich aan Hanna's bed. "Ga weg achter mij, Satan!" zegt ze, maar hij blijft ruzie zoeken. Ze dient hem van repliek met onder meer woorden van Guido Gezelle, die haar diep hebben getroffen en met haar mee zijn gegaan sinds ze ze las:
"Mijn hert... mijn herte is krank en broos. / En onstandvastig in 't verblijden. / Maar, als 't hem wel gaat éénen stond. / Kan 't dagen lang weer honger lijden."
Rekenschap moeten afleggen tegenover God, leven met scherven en het vergeven van de naaste zijn grote thema's. Naar mijn mening heeft Maretha Maartens zich er niet aan vertild. De weg van Hanna van der Merwe wordt niet op een goedkope, wel op een bijbelse manier begaanbaar gemaakt.
N.a.v. "Voor het oog van deze zon", door Maretha Maartens; vert. Rika Vliek; uitg. Kok, Kampen, 2002; ISBN 90 435 04254; 208 blz.