Een ongewoon verhaal over de oorlog. Zo zou je het debuut "Mijn vriend Samuel" van Janne IJmker kunnen omschrijven. Wie de bekende avontuurlijke spanning van een doorsnee oorlogsverhaal zoekt, moet dit boek niet lezen. Voor wie houdt van een mooi verhaal met knappe karakterbeschrijvingen is dit boek een aanrader.
De elfjarige Riekie heeft het niet makkelijk. Ze heeft op school geen vriendinnen. Alleen de meester is aardig voor haar. Ze wordt door haar klasgenoten dan ook het lievelingetje van de meester genoemd. Thuis moet ze vaak werken op de boerderij. Het komt regelmatig voor dat ze niet naar school kan, omdat ze haar vader of moeder moet helpen.
En dan is het ook nog oorlog. Het verhaal begint in 1942 en Riekie heeft tot dan toe weinig van de bezetting van ons land gemerkt. Wel komen er regelmatig Joodse mannen langs haar huis. Ze wonen in kamp Kramboong en moeten voor de Duitsers werken op het terrein van de compostfabriek.
Net als andere mensen maakt ook de moeder van Riekie een extra pannetje eten, dat op vrijdag langs de weg wordt gezet voor de Joodse mannen.
Riekie verstopt zich de eerste keer dat dit gebeurt tussen de struiken. Zo komt ze in contact met Samuel Polak. Vanaf dat moment kijkt ze uit naar de wekelijkse ontmoeting met de Joodse man. Er ontstaat al snel een vriendschap tussen hen beiden. "Waarom had ik bij hem, een wildvreemde, mijn hart uitgestort?" vraagt Riekie zich na haar tweede ontmoeting met Samuel af.
Het leven van Riekie wordt nog veel zonniger als er in het dorp een nieuw gezin komt wonen. Jent, het dochtertje van het gezin, en Riekie worden dikke vriendinnen.
Als Riekie voor lange tijd niet naar school kan (haar moeder is in verwachting en moet absolute bedrust houden), komt Jent na schooltijd naar haar toe om haar te helpen met het schoolwerk.
Vieze zakdoek
Op een dag vertelt vader dat hij met zijn paard en wagen bagage moet vervoeren. De mannen van kamp Kramboong zullen worden overgebracht naar Westerbork. Wanneer Riekie haar vriend Samuel ziet, denkt ze niet aan gevaar: "Ik rende naar hem toe en sloeg mijn armen om zijn middel."
Zoals ze elke vrijdag heeft gedaan, geeft ze Samuel ook nu zijn schoongewassen zakdoek terug: "Ik gaf hem de zakdoek. Hij glimlachte en gaf mij zijn vieze. Wit terug? vroeg hij. Wit terug! zei ik Ik voelde me leeg. Toen ik eindelijk mijn ogen opendeed, was de weg ook leeg. Het enige tastbare bewijs van mijn vriendschap met Samuel lag in mijn handen. Een vieze zakdoek."
Een van de daarop volgende nachten droomt Riekie. Het verdriet om Samuel en de zorg om de zwangerschap van haar moeder (er zijn twee kinderen tijdens of direct na de geboorte gestorven) komen daarin samen: "Ik droomde. Ik stond op de afgebrande hei van oude Klaas, ik zocht naar bloemen, maar vond ze nietToen hoorde ik roepenIk keek rond en toen zag ik het. Midden op de afgebrande heide. Bloemen. Hoog op de stengelsIk zag Jezus, zoals ik Hem wel eens op een plaatje had gezien. Hij had de ogen van Samuel. Ik voelde me zo blij worden. Hij strekte Zijn hand naar mij uit. Ik pakte die hand."
Inmetselen
Dit op historische feiten gebaseerde verhaal heeft veel indruk op mij gemaakt.
Het is in de ikvorm geschreven, waarbij de gedachten van Riekie knap zijn verwoord. Mooi is ook het Joodse verhaal dat Samuel aan Riekie vertelt: Een jongen moet in opdracht van de koning worden ingemetseld, om het geluk van de goden af te dwingen. Door het opgeven van een raadsel weet de jongen uiteindelijk aan deze verschrikkelijke dood te ontkomen. Elke keer als Riekie het moeilijk heeft, denkt ze terug aan dit verhaal en zegt ze tegen zichzelf: "Ik moet me niet in laten metselen." Ook haar liefde voor de bloemen zorgt ervoor dat ze in verdrietige tijden toch hoop houdt op een betere toekomst.
Vermoedelijk zal het boek niet door alle jonge lezers begrepen worden. Veel basisschoolleerlingen zullen het Joodse verhaal, de soms diepe gedachten van Riekie en de regelmatig in het verhaal terugkerende Parnassia (die een bloem van hoop voor Riekie wordt) te literair vinden.
Dit laat onverlet dat het debuut van Janne IJmker er een is om 'in te lijsten'.
N.a.v. "Mijn vriend Samuel", door Janne IJmker; uitg. Callenbach, Kampen, 2002; ISBN 90 266 1110 2; 112 blz. Vanaf 10 jaar.