John Newton was een vloekende en tierende zeeman die slavinnen verkrachtte en deelnam aan Afrikaanse occulte rituelen. Na zijn bekering werd hij dominee en schreef gedichten die wereldberoemd zouden worden. Newton bond de strijd aan met de slavernij en trotseerde daarmee de publieke opinie van zijn tijd. Zijn meest verbreide lied, "Amazing grace", bezingt in het kort zijn eigen leven: de redding van "a wretch like me." De Amerikaanse schrijver Joe Musser overtuigt zijn moderne lezers ervan dat voor het grootste morele wrak de toekomst kan opengaan.
Het levensverhaal van de Engelsman John Newton (1725-1807) leent zich goed voor een film, verzekert de Amerikaanse programmamaker Joe Musser. Hij portretteerde de achttiende-eeuwse dichter-dominee in "The infidel" (2001), waarvan dezer dagen een Nederlandse vertaling onder de titel "Uit de diepten" op de markt komt. Uitgeverij Den Hertog is van plan volgend voorjaar ook vertaalde theologie van Newton te publiceren, meldt redacteur Adriaan Bouman.
Musser schreef een slordige vijftig boeken, vooral op het terrein van christelijke fictie, waarvan er verschillende doordrongen tot de Amerikaanse toptien. Van zijn succesvolste boek, "Joni" (1980), geschreven met Joni Eareckson Tada, werden meer dan 3,5 miljoen exemplaren verkocht. Als brandstof voor "The infidel" las Musser zo'n vijftien biografieën over zijn held, met als indrukwekkend hoogtepunt diens eigen memoires. Tijdens zijn zoektochten op internet stuitte Musser op het museum in Olney, het dorp waar Newton diende als predikant, en legde daar goede contacten.
"Er zijn verschillende dingen in het leven van Newton die indruk op me hebben gemaakt", zegt de Amerikaanse schrijver als hij de fascinatie voor zijn belangrijkste personage toelicht. "Allereerst zijn vrome moeder, die hem de kennis van goed en kwaad inscherpte. Ze onderwees haar jongen in de Heilige Schrift en leerde hem de hymns. Deze opvoeding is Newton altijd bijgebleven, zelfs toen hij diep werd ondergedompeld in het kwaad. Het bemoedigt mij als vader en opa: je kunt dus een belangrijke rol spelen in het leven van je kinderen en kleinkinderen."
Musser wijst ook op de ware boetedoening die Newton bij zijn bekering aan de dag legde. "Deze man wist dat zijn verlossing een gave van God was, "amazing grace." Hij was ervan overtuigd dat hij op geen enkele wijze Gods goedheid had verdiend. Toch erkende hij zijn zondige en zwarte verleden, en had er oprecht berouw over. Hij keerde ten slotte de slavenhandel de rug toe."
Musser is onder de indruk van de morele verbetering die Newton na zijn bekering toonde. "Hij zette zich in als predikant, als dichter van geestelijke liederen en als voorvechter van de afschaffing van de slavernij. Met dat laatste riskeerde hij zijn naam en faam en ging hij lijnrecht in tegen de publieke opinie van zijn tijd."
Verleidingen
Als kleuter ziet John z'n zeevarende vader nauwelijks. Op zevenjarige leeftijd verliest hij zijn moeder. John raakt in de ban van kwaadwillende vrienden. Hij leert stropen en stelen, vloeken en haten. Als elfjarige knaap zeilt hij met zijn vader mee, het ruige zeeleven tegemoet.
John wordt ingewijd in de wereld van schunnige verhalen en obscene grappen. Hij wordt misbruikt door de scheepskok, die hem duidelijk maakt dat dit hoorde bij het volwassen worden. Hij bezoekt met zijn scheepsmaten de hoeren en raakt verslaafd aan de drank. Hij vecht met Spaanse havenarbeiders.
Ruwer dan op een koopvaardijschip is het leven op de marineschepen. Voor de vloot geronselde mensen bestaan uit allerlei slag criminelen. De accommodatie op de schepen wekt Newtons afkeer. Stok- en zweepslagen (en bij desertie de galg) staan de sadistische kapiteins ter beschikking om de wind bij de bemanning eronder te houden. John promoveert tot een van de kwelgeesten. Van zijn scheepsmaat Mitchell leert hij dat godsdienst iets is voor bange, onvolwassen mensen. "Ieder verlangen dat je bedenken kunt, moet tot uitdrukking worden gebracht. De dingen die de godsdienst verleidingen noemt, zijn voor iemand die intelligent en volwassen is, niet verkeerd." Bijgelovige matrozen gaan soms een eindje van John vandaan zitten, voor het geval hun hemeltergende maat door de bliksem wordt getroffen.
Slavinnen worden bevend en doodsbang op het schip gedwongen tot seksuele handelingen. Soms moet een andere matroos een zwarte man tegenhouden of terugslaan als zijn vrouw, zus of moeder wordt verkracht. Niemand voelt zich schuldig over de omgang met deze "scheepslading".
In Afrika neemt John deel aan geheimzinnige rituelen en dansen. Hij laat zich in bezit nemen door geesten. Hij woont een ceremonie bij waarin een mensenoffer wordt gebracht. Soms wordt de Britse matroos geplaagd door sluimerende herinneringen aan zijn opvoeding. Maar zijn vrijdenkerij wint, voorlopig.
Rebel
Het is vooral de jeugdige zondaar, de rebelse en godverzakende jongeman die Musser heeft willen neerzetten in "The infidel." Na het verslag van de eerste dertig levensjaren is de lezer 200 bladzijden verder. Musser heeft redenen om deze periode te benadrukken, zegt hij. "Het is vooral die duistere kant van Newton waarmee moderne lezers zich zullen identificeren. Deze periode in een mensenleven creëert bij lezers die met hem meevoelen een soort universele identificatie. Het is de levensfase waarin we essentiële keuzes maken - keuzes die uiteindelijk ons karakter en leven vormen. Waarschijnlijk zullen weinig lezers zich identificeren met Newtons leven als vroom predikant. Maar tallozen herkennen zich in zijn ervaringen van jeugdige opstand, en in zijn experimenten met immoreel gedrag. Vooral jonge mensen lijken altijd de grenzen van gedrag te testen en te rebelleren tegen het gezag. Het gaat om een soort overgangsritueel in de levensfase."
In de laatste 100 bladzijden beschrijft de Amerikaanse romancier Johns omkeer. Die begint als hij, zomaar uit verveling, gaat lezen in "De navolging van Christus", een stichtelijk geschrift van de vijftiende-eeuwse monnik Thomas à Kempis. John leest dat het ijdelheid is de begeerten van je vlees te volgen. "Want die hun zinnelijkheid volgen, bevlekken hun geweten en verliezen Gods genade." Hij probeert een confrontatie met zijn Schepper uit de weg te gaan, maar vergeefs. "Het was alsof God hem meedogenloos achtervolgde als een prooi." John wordt gevangen.
Zijn verdere leven stelt hij in dienst van de Almachtige. Newtons anoniem gepubliceerde autobiografie (1763) wordt onmiddellijk een bestseller. Alle klassen en standen in Engeland nemen kennis van een meedogenloos systeem van slavernij. Newton moet opboksen tegen de kerkelijke opvatting dat primitieve wilden geen ziel hebben. Hij bindt de strijd aan met kapitalisten die hun financiële bronnen zien opdrogen, bang dat tegenstanders zijn verleden tegen hem gebruiken om de spelbreker buitenspel te zetten.
Johns publicaties blijven een succes. Samen met de dichter William Cowper dicht hij christelijke gezangen, de "Olney Hymns" (1777).
Sensatie
Historische romans vragen om een speciale verantwoording. Hoe ligt de verhouding tussen geschiedenis en verbeelding, tussen feit en fictie? Musser schat dat zo'n 75 procent van zijn boek historisch valt te verifiëren. Citaten uit stichtelijke boeken en brieven -zoals van Newtons geliefde, Polly- zijn op authentieke bronnen gebaseerd. Veruit de meeste personages zijn uit de achttiende eeuw weggelopen.
Joe Musser schreef een kroniekachtige vertelling waarvan de kracht niet zozeer ligt in de diepte of de ontwikkeling van de personages, maar in de historische sensatie die lezers ervaren. Ze worden weer eens met de neus op de feiten gedrukt: de schandalige slavernij, dieptepunt in de geschiedenis van de westerse beschaving; het ruwe zeemansleven en het haast noodzakelijk daarmee gepaard gaande morele verval van de scheepslui; de kracht van het christelijk geloof om mensen werkelijk opnieuw te laten beginnen.
"Uit de diepten", zoals vertaler De Gier mooi heeft overgezet, is het verhaal van een man die zijn leven boven de grondeloze watermassa's doorbrengt; een man die alle krochten van een misdadig leven zonder God of gebod heeft gezien; een man ook die op een gegeven ogenblik wist "dat God al zijn zonden had weggedaan en ze in de diepte van de zee geworpen had om er nooit meer aan te denken."
N.a.v. "Uit de diepten. Roman over het leven van John Newton", door Joe Musser; vert. P. J. de Gier; uitg. Den Hertog, Houten, 2002; ISBN 90 331 1681 2; 325 blz.