November 1943 maakt soldaat Link Winsom kennis met Libba Coltrain. Het is liefde op het eerste gezicht. Maar het leger zendt Link uit naar Frankrijk. Penelope J. Stokes beschrijft in de roman "Tot we elkaar weerzien" de problemen die de twee moeten overwinnen voordat ze elkaar weer kunnen ontmoeten. 

Libba Coltrain woont samen met haar twee nichtjes Willie en Mabel Rae in een appartement. Ze steekt als 'zuidelijke dame' haar handen beslist niet uit de mouwen. Haar nichtjes koken en aan de afwas weet ze meestal ook te ontsnappen. Toch hebben haar nichtjes medelijden met haar. 

De vader van Libba is namelijk een verschrikkelijke man. Hij eist absolute gehoorzaamheid en domineert iedereen. Hij leest zelfs de brieven van Libba's vriend Freddy voordat zij ze zelf krijgt. Dat drijft Libba juist in de armen van Freddy. Ze wil er alles aan doen om maar uit huis weg te komen. Zelfs trouwen met Freddy. Dat hij voor haar kruipt en overkomt als een muisje, interesseert haar niet. Totdat ze Link Winsom ontmoet. 

Dan beginnen de problemen pas goed. Want na een korte kennismakingsperiode worden de mannen van de legerbasis uitgezonden naar Frankrijk om daar tegen de Duitsers te vechten. 

Libba is niet de enige die in spanning zit of haar geliefde wel terug zal komen. Willie, haar nichtje, heeft verkering gekregen met Slaughter, een vriend van Link. Bovendien is ook Charlie, een broer van Willie en Mabel Rae, aan het front. Dan ontvangt Willie twee telegrammen en krijgt Libba de persoonlijke bezittingen van Link besmeurd met bloed thuisgestuurd. Het lijkt erop dat ze hun geliefden nooit meer zullen zien. 

"Tot we elkaar weerzien" is vlot en humoristisch geschreven. Het tweede gedeelte van het boek vind ik beduidend mooier dan het eerste. Gaat de eerste helft vrij oppervlakkig over vriendjes, uiterlijk en dansavonden, het tweede gedeelte kent meer diepgang. Daarin laat de schrijfster zien hoe de oorlog, maar bovenal het geloof, mensen kan veranderen. 

N.a.v. "Tot we elkaar weerzien", door Penelope J. Stokes; uitg. Voorhoeve, Kampen, 2002; ISBN 90 297 1644 4; 414 blz.