Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Hans van der Ploeg

Doodsbenauwd voor zijn betere ik

"Zalig is hij die vertrouwt op de Heere/ Hij vindt troost in rouw en nood/ Alles zal ten goede keren/ Want Gods macht is groot." Dat zegt Adrian in zijn tafelgebed in "Maskerade" van de Noorse schrijver Lars Saabye Christensen (1953). Het staat in schril contrast met de verschrikkelijke afloop van de roman. 

Adrian is een van die jongens die je veel tegenkomt in het dagelijks leven. Knapen die dwars worden, niks meer willen, hun haar tergend lang laten groeien of juist schaamteloos kort laten scheren. 

Adrian wil niet naar de kapper. Na de zoveelste tirade van het schoolhoofd laat hij uit nijd zijn haar met een zakmes bewerken. In zijn binnenste sluimert een geheim. Er zit gif in zijn ziel. 

Een knappe leraar die in zo'n dwarskop beweging krijgt. Dat lukt Bjarne Jacobsen, zijn geschiedenisleraar, wonderwel. Als regisseur van "Koning Oedipus" van Sophocles. Hij kiest voor de hoofdrol de slimste, maar raarste jongen van de school. Dat de zeventienjarige Adrian, net als Oedipus, mogelijk een moord op zijn geweten heeft, weet niemand. En precies zoals Oedipus weet hij dat zelf evenmin.
Probeer "gevoel" te pakken te krijgen, prent de leraar hem in. Tegen het slot van het toneelstuk rijst bij Adrian een afschuwelijk inzicht, als hij het krijtwitte gezicht ziet van Heidi die de rol van Jokaste -Oedipus' moeder- speelt. Deze clou spettert eruit. Net als de pus uit Adrians gezwollen voet (letterlijk: Oedipus). 

Wraak
"Maskerade" gaat over een jongen met een gruwelijk karakter die geen schaamte kent. Van niemand duldt hij medelijden, zelfs niet van het liefste en onschuldigste, maar lelijkste meisje van school: zijn buurmeisje Emilie. Als hij in elkaar is getrapt door een stel rotjongens maakt het hem razend dat juist zíj hem troost. 

Kort daarop treft men Emilie dood aan in de kelder. Pas aan het eind van "Maskerade" kom je tot de schokkende conclusie dat Adrian zelf de dader moet zijn. Maar waarom? Is Adrian dan zo ziek in zijn hoofd? Of is hij in en in slecht? 

De vraag is of je deze roman niet als verdorven terzijde moet schuiven. Ik meen van niet. Behalve aan de vadermoord door Oedipus kun je denken aan Kaïn die zijn tweelingbroer Abel doodt. Mensen moeten niet te snel oordelen. Kaïn is doodsbang voor wraak. Hoewel hij het gebod "Gij zult niet doden" heeft overtreden, krijgt hij van God een teken op zijn voorhoofd, ter bescherming tegen wraak van andere mensen. Je kunt denken dat Kaïn zijn broer heeft gedood omdat God Abels offer wel en het zijne niet aanvaardt, maar misschien ook omdat Kaïn in Abel een goed mens heeft gezien, wat hij geenszins verdraagt. 

Dit lijkt me ook precies de kern van "Maskerade": Adrian kan de confrontatie met zijn witte, onschuldige kant niet aan. Hij is doodsbenauwd voor zijn betere ik. Hij ziet Emilie met haar witte gezicht en mismaakte mond als zijn spiegelbeeld. Maar hij wil niet zielig zijn en al helemaal niet met haar samenvallen. Daarom moet Emilie dood. 

Platvis
Van Christensens oeuvre zijn inmiddels drie prachtromans in het Nederlands gepubliceerd. Ze gaan over jongens en jonge mannen die een gemankeerde buitenstaander zijn. Zowel de verpletterende familieroman "De halfbroer" als "Maskerade" gaan over schlemielen, met een weeffout en een intens verlangen naar een beter ik, die de persoon heel zou kunnen maken. 

Dit thema heeft de auteur, denk ik, ontleend aan de tafelrede over de platvis uit "Symposion" van Plato. Aristophanes beschrijft daar hoe het verlangen naar een wederhelft is ontstaan. Oorspronkelijk was de mens -vergelijkbaar met een platvis- één geheel, totdat de god Apollo hem in tweeën kliefde. Sindsdien verlangt de mens om weer samen één geheel te vormen met zijn wederhelft. 

"Maskerade" is zonder twijfel het beste boek van de drie. "Ik had een prettige jeugd gehad. Mijn moeder ging vroeg naar bed. Mijn vader stierf toen ik twaalf was. Ik was enig kind", zegt Adrian. Je voelt direct dat er iets niet klopt. Adrians vader, patentbeheerder van uitvindingen, pleegt zelfmoord; zijn moeder verdwijnt depressief in het gesticht. Later blijkt ze in huis te wonen van dokter Ask, die aardig en betrouwbaar leek. 

Adrian leeft verder alleen met zijn tante, de zus van zijn vader, maar is dat zijn tante wel? Ze is een eng mens, die hem met haar krakende vingers ergert. De familierelaties zijn troebel. Er hangt een incestueuze sfeer. Is de tante soms de moeder van Adrians vader? Een aanwijzing is dat de tante Adrian met Kerst een boek over de lach cadeau doet, met voorin: "Ta mamie" (je grootmoeder). 

Foto
Christensen is een briljant scenarioschrijver, een meester in sfeertekening. Zonder alles prijs te geven, maakt hij voelbaar waarom Adrian woedend is. Adrian laat de foto met het bewijs van zijn misdaad ontwikkelen, om een ander gevoel te beleven: schaamte. Als de politie hem komt arresteren heeft hij zich als meisje uitgedost. Bizar. 

Misschien is zijn diepste wens wel om volwaardig méns te worden. 

N.a.v. "Maskerade", door Lars Saabye Christensen; vert. Paula Stevens; uitg. De Geus, Breda, 2005; ISBN 90 445 0545 9; 284 blz.