"Adonai gaf en Adonai nam. De naam van Adonai zij geprezen", citeert de Praagse jood Moshe tijdens de viering van het Pascha. Het is alsof Jochem de Wit zijn vader hoort preken. In zo'n God kan hij niet geloven. "Pesach in Praag" van Frank Dorst is een opmerkelijke debuutroman.
Frank Dorst was vorig jaar winnaar van de verhalenwedstrijd van het Nederlands Dagblad. Als beloning kreeg hij professionele begeleiding bij het schrijven van een roman.
Frank Dorst -de naam is een pseudoniem- heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt. Zowel de inhoud als de vorm van het boek is gedurfd. Om met het laatste te beginnen: "Pesach in Praag" kent twee hoofdpersonen die beiden in de ikvorm schrijven. Een beetje vergelijkbaar met de manier waarop Mulisch zijn boekenweekgeschenk "Het theater, de brief en de waarheid" sch reef. Daarbij komt dat Jochems verhaal vervlochten is met flashbacks die, net als het verhaal zelf, in de tegenwoordige tijd zijn geschreven. De lezer wordt er nu en dan door op het verkeerde been bezet. Concentratie is vereist!
Inhoudelijk stelt Dorst grote levensvragen aan de orde. "Waarom heeft God het volk in eerste instantie in slavernij laten komen? Die hele uittocht was toch niet nodig geweest als Israël nooit naar Egypte was gegaan." Jochem komt in opstand tegen de manier waarop God de wereld bestuurt, én tegen de pasklare oplossing die zowel de joden in Praag als zijn vader, voorganger in een christelijke gemeente, paraat hebben.
De depressieve journalist is naar Praag vertrokken toen zijn vriendin Liesbeth overleed aan een overdosis slaappillen. Directe oorzaak: Jochem wilde de relatie beëindigen omdat hij er niet langer tegen kon haar steeds weer te moeten verliezen. "Want je gaat weer weg. Na een maand, na een jaar. Ik val opnieuw in een gat, ik weet niet hoe ik me daartegen moet wapenen."
In Praag schrijft hij verhalen over de geschiedenis van de joden. Hij is er niet als toerist, maar hij hoort ook niet bij de bevolking. Hij kent er niemand, is op zichzelf teruggeworpen, leeft in het verleden, met zijn herinneringen. Een grote overstroming van de Vltava brengt echter een omkeer teweeg. Een vroegere studiegenoot die bij het Leger des Heils zit, komt in het rampgebied helpen. Hij treft een gevoelige snaar bij Jochem als hij over de getroffenen zegt: "Alles kwijt. Dat raakt me best." Wat is de veerkracht van de mens, vraagt Jochem zich af. "Het lijkt onlogisch. Het gaat kapot en wordt gemaakt, het wordt vernietigd en we bouwen het op. Is het blinde overlevingsdrang? Is het de eeuwige hoop die blijft, hoop op betere tijden, hoop op bevrijding, hoop op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde?" Hij is eindelijk bereid zijn eigen levensreis te vervolgen. Maar de raadsels blijven.
Frank Dorst heeft een knappe roman geschreven. Hij durft de diepste vragen die het menselijke bestaan raken aan de orde te stellen en vermijdt goedkope antwoorden. Daarmee zet zijn boek tot nadenken aan, een kenmerk van goede literatuur.
Toch is de roman niet volgroeid. En dat kenmerkt het boek als debuut. Het idee van de twee ikfiguren is aardig bedacht, maar onevenwichtig uitgevoerd. Jochem is de onbetwiste hoofdfiguur, Liesbeth krijgt slechts twee hoofdstukjes toebedeeld. Terwijl de beide ikfiguren in deze opzet gelijkwaardig behandeld hadden moeten worden.
Qua stijl blijft Dorst te veel beschrijvend. De overstroming van de Vltava beleeft de lezer niet mee, lijkt bijna letterlijk langs Jochem heen te gaan. Een flinke dosis drama had de roman op dit punt goed gedaan. Jammer ook dat Dorst al op pagina 29 de zelfgekozen dood van Liesbeth beschrijft en daarmee de clou van het verhaal weggeeft. Jochem zelf schijnt vreemd genoeg niet te begrijpen wat hij heeft aangericht. "Appelleerde mijn brief aan iets in haar, was dat de druppel? Wat is er gebeurd?" Terwijl juist dit besef de tragiek van Jochem op spanning had kunnen brengen.
Niettemin bevat "Pesach in Praag" veel waardevolle zaken. Het is een veelbelovende knop die met wat zonlicht zou zijn opengesprongen. Er komt vast nog veel moois uit Frank Dorsts pen.
N.a.v. "Pesach in Praag", door Frank Dorst; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2004; ISBN 90 239 9125 7; 148 blz.