Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: W. B. Kranendonk

Siebelink draagt bij aan karikatuur van calvinisten

"Een ontroerend en aangrijpend eerlijk boek." Zo kwalificeerde juryvoorzitter Dijkstal vorige week bij de uitreiking van de AKO Literatuurprijs 2005 de roman "Knielen op een bed violen" van Jan Siebelink. "Het verhaal grijpt je bij de keel en laat je onthutst achter." Dat laatste onderschrijft bijna iedere lezer van het boek. Maar de aard van de verbijstering is verschillend. Orthodoxe calvinisten voelen zich aangesproken. En in de hoek gezet.

Verwerking en verlangen. Dat zijn de twee drijfveren van Siebelink geweest voor het schrijven van zijn jongste roman. Verwerking van het verleden, zijn jeugd en de gecompliceerde verhouding tot zijn vader, van wie hij is blijven houden ondanks het feit dat de man door een geestelijke ontwikkeling nagenoeg onbereikbaar voor hem werd.

Verlangen naar een Godservaring zoals zijn vader die kreeg toen Jan Siebelink zelf elf jaar was. Hoewel de schrijver zelf ooit op een zondag resoluut de Oude Kerk van Ede uitliep en er nooit meer terugkeerde, blijft hij een zoeker. Herhaaldelijk heeft hij dat in gesprekken te kennen gegeven.

Scharnierpunt
In het verhaal van Siebelink is de ingrijpende geestelijke ervaring van zijn vader het scharnierpunt. De elfjarige Ruben (de persoon die de schrijver zelf verbeeldt) treft zijn vader aan onder een appelboom, geveld door het vuur van de hemel. "En daarin was God."

Die bijzondere gebeurtenis trekt diepe sporen in het gezin. Vader raakt in toenemende mate onder invloed van oefenaars en in het zwart geklede verkopers van oude theologische boeken. De kerk zegt vader Sievez, zoals hij in het boek wordt genoemd, vaarwel. De zondagse thuisblijver wordt thuislezer. Doordeweeks bezoekt hij godsdienstige samenkomsten waar oefenaars voorgaan. Deze voorgangers komen ook in de woning van Sievez godsdienstoefeningen houden.

De geestelijke ontwikkeling van vader zet het huwelijk onder spanning. Moeder Sievez kan de gang van haar man niet meemaken, zij het dat ze zichzelf zo veel mogelijk wegcijfert om met hem en haar kinderen een goed, harmonieus gezinsleven te leiden.

Die zelfverloochening lijkt op den duur haar vruchten af te werpen. Vader Sievez heeft minder contact met de oefenaars, al moet niet uitgesloten worden dat hij deze leidslieden in het geheim ontmoet.

De mannen zijn er echter weer als Sievez op zijn sterfbed ligt. En dan gunnen ze zijn vrouw en kinderen geen millimeter ruimte aan de sponde. Als onbekeerden zouden ze hun stervende man en vader hinderen in zijn voorbereiding op het uur van de dood. Vader Sievez geeft zich aan hen over. Hij wendt zijn gezicht af als zijn vrouw de kamer binnenkomt. Een blik op zijn echtgenote zou hem voor eeuwig kunnen verdoemen.

In een interview met Trouw zegt de schrijver dat hij niet zoals Biesheuvel, 't Hart of Wolkers wil afrekenen met zijn calvinistische jeugd. "Ik probeer juist steeds dieper in die wereld door te dringen. Ik wil het ècht weten. Intellectuelen vinden dat je je moet schamen voor het geloof. Het is en vogue om het achterhaald te noemen. Ik vind dat armoede. Ik zou bang zijn om gestraft te worden voor zulke uitspraken. Ik weet niet zeker of er een God is. Het kan heel goed zijn dat Hij er is. Het zou mij niet verbazen als ik straks voor de Rechter moet verschijnen."

Van brute vijandschap zoals bij andere in literaire kringen gevierde schrijvers lijkt bij Siebelink geen sprake te zijn. Bij hem bestaan twijfel en een diep verlangen om het geloof van zijn vader te doorgronden.

Die, in vergelijking met andere literatoren, milde toonzetting van de roman en Siebelinks hulpeloos zoeken naar een verklaring voor de geestelijke ontwikkeling van zijn vader, roepen al snel sympathie op. Vooral ook omdat de zoeker Siebelink uiteindelijk hopeloos is. Hij weet de raadsels rond de geestelijke gang van zijn vader niet op te lossen.

Schaduwzijden
Toch heeft Siebelinks roman zware schaduwzijden. Op de site van de NS Publieksprijs wordt het boek omschreven als "een onthutsend, meeslepend verhaal over godsdienstwaanzin en vaderliefde." Vader komt volgens de site steeds meer in de macht van "het streng-calvinistische genootschap." En in een brief aan zijn uitgever schrijft Siebelink zelf dat zijn vader vlucht "in het zwartste calvinisme."

Het boek gaat dus over de wereld van het calvinisme. Dat is helder. Maar daarbij rijzen wel twee vragen: In hoeverre is het beeld dat Siebelink oproept een realistische beschrijving van de werkelijkheid? En zal de onkerkelijke lezer de beschrijving van Siebelink niet opvatten als stereotype voor de calvinistische kring?

Op de tweede vraag valt geen sluitend antwoord te geven. Maar bekend is wel dat boeken van 't Hart en Wolkers bij veel Nederlanders het beeld van het orthodox-calvinisme behoorlijk hebben gekleurd. Dat risico bestaat ook bij de lezers van Siebelinks roman. Ook al zegt hij zelf te schrijven over "het zwartste calvinisme", veel lezers laten die nuancering "het zwartste" in hun beeldvorming weg. Zij concluderen al snel dat elke overtuigde calvinist een (potentieel) slachtoffer van godsdienstwaanzin is. Bovendien, de term "het zwartste calvinisme" roept de suggestie op dat alle calvinisten thuishoren in de kleurengroep "zwart" in de betekenis van obscuur. Hooguit varieert de kleurstelling. Kortom, de roman van Siebelink draagt niet bij aan een positieve beeldvorming over orthodoxe protestanten.

Ds. Paauwe
De kwestie of Siebelink een realistische beschrijving geeft van het godsdienstig milieu dat in zijn ouderlijk huis heerste, roept vragen op.

Vader Siebelink kwam onder invloed van de prediking van ds. J. P. Paauwe (1872-1956), die in 1914 als predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk werd afgezet. Ds. Paauwe vestigde zich in Den Haag. Ook al beschouwde hij de Hervormde Kerk als een valse, een eigen kerkverband wilde hij niet stichten, omdat dit een menselijke daad zou zijn. Desondanks trok hij vanuit zijn woonplaats het land in om te preken en te catechiseren. Enkele duizenden mensen beschouwden zich als volgelingen van hem, onder hen dus de vader van Siebelink.

Ondanks het feit dat velen in reformatorische kring de kerkelijke gang van ds. Paauwe niet deelden en sommige accenten in zijn prediking te zwaar aangezet vonden, waren zij wel onder de indruk van zijn prediking. Bekend is dat diverse predikanten uit verschillende kerken zijn doordeweekse diensten bezochten. Zeker is ook dat zijn werk tot zegen van mensen is geweest.

Nergens in het verhaal van Siebelink komt de naam van ds. Paauwe voor. De predikant in de roman draagt de naam Poort, waarbij zij aangetekend dat hij niets van doen heeft met de predikant, dichter, reisleider ds. J. J. Poort (1928-1997) die binnen de gereformeerde gezindte bekendheid kreeg.

Al draagt de predikant in de roman van Siebelink een andere naam, toch voelen volgelingen van ds. Paauwe hun geliefde dominee en hun kring onrecht aangedaan. Zij beschouwen de beschrijving die Siebelink geeft een bespotting voor het werk van de voorganger.

Daarnaast wijzen zij op allerlei onjuistheden. Een enkel voorbeeld. De oefenaars die vader Siebelink hebben bezocht, kunnen niet tot de volgelingen van ds. Paauwe gerekend worden. Nooit heeft hij zulke voorgangers erkend. Belangrijker is dat de godsdienstwaanzin die in het boek wordt beschreven, niet past bij de opvattingen van ds. Paauwe. Van vrome woorden of bijzondere verhalen moest hij niets hebben. "Het gaat niet om praatjes, maar om zaken in het leven", aldus de predikant.

Historisch verhaal
Siebelink heeft een roman willen schrijven over het godsdienstdienstig klimaat waarin hij is opgegroeid en dat hem nooit heeft losgelaten. Hij schreef dus geen autobiografie, waarin een nauwkeurige feitelijke reconstructie van het eigen verleden wordt gegeven, al bevat "Knielen op een bed violen" wel autobiografische elementen. Anders gezegd: Siebelink schreef geen historie maar een verhaal waarin sommige feiten uit het verleden zijn gebruikt.

In een roman gaat het meer om het beschrijven van een problematiek of (psychologische) ontwikkeling. Sommige feiten zijn gebruikt, andere zijn weggelaten. Bepaalde gebeurtenissen worden in scherpe pennenstreken neergezet, andere naar de achtergrond gedrongen. Dat is de vrijheid van de schrijver.

De volgelingen van ds. Paauwe moeten dat blijven bedenken bij het lezen van het boek. Zodra zij het boek lezen als een nauwkeurige reconstructie van het verleden, maken zij dezelfde fout als de seculiere lezer die op basis van Siebelinks werk meent dat alle calvinisten gevangen zijn in de netten van de godsdienstwaanzin. Wanneer Siebelink een geschiedschrijving van de kring rond ds. Paauwe had gegeven, zouden zij meer recht van spreken hebben gehad.

Dat neemt niet weg dat Siebelink zelf wel degelijk aanleiding heeft gegeven tot deze kritiek. Achter in de roman verwijst hij naar een tweetal boeken waarin het leven en werk van ds. Paauwe goed gedocumenteerd aan de orde komt. Bronnen waar de lezer die meer wil weten de feitelijke gegevens uit zijn verhaal nog eens kan checken. Daarmee roept de literator op zijn minst de suggestie op zorgvuldig met de feiten te hebben willen omgaan.

Verkleuring
Siebelink heeft zelf in verschillende vraaggesprekken met grote stelligheid beweerd dat zijn beschrijving een betrouwbare reconstructie van de werkelijkheid is. "Zo was het."

Wat er zich in zijn ouderlijk huis heeft afgespeeld, weten buitenstaanders niet. Zij zijn er niet bij geweest. Niemand kan bewijzen dat het daar anders is geweest dan Siebelink verhaalt. Maar de schrijver zelf moet bedenken dat het vooral zijn eigen, subjectieve beschrijving van de gebeurtenissen is, die hij bovendien heeft opgetekend na er jarenlang mee geworsteld te hebben. Die persoonlijke ervaring is van invloed en ze is zeker geen garantie dat hij een objectief beeld geeft.

Bekend is ook dat het beeld over het verleden verkleurt naarmate de tijd vordert. Ter illustratie: als jongens vroeger als dienstplichtige in het leger zaten, mopperden ze vaak dag in dag uit. Na hun afzwaaien kreeg hun diensttijd al snel het label: de mooiste tijd van hun leven. Naarmate ze ouder werden, romantiseerden ze steeds sterker de periode in het legergroen. Dat proces kan zich ook in de andere richting voltrekken. Het beeld wordt dan steeds zwarter.

Vanuit orthodox-protestantse kring is in verschillende toonaarden kritiek geleverd op het werk van Siebelink. Daarvoor is reden. De roman draagt, wellicht onbedoeld, bij aan de karikatuurvorming van calvinisten. Maar daarmee is niet alles gezegd.

Liefelijke geur
Wanneer er over hen kritische noten worden gekraakt, kunnen reformatorische christenen niet volstaan met al hoofdschuddend te klagen over "zo veel onbegrip en vijandschap." Zij moeten zich ten minste de vraag stellen in hoeverre hun kring zelf aanleiding heeft gegeven aan de beeldvorming. Slagen orthodoxe protestanten erin aan hun kinderen en aan hun omgeving duidelijk en overtuigend uit te leggen hoe goed het is de Heere te dienen? Anders gezegd: weten reformatorische christenen anderen jaloers te maken?

De afstand die er was rond het sterfbed van Siebelinks vader tussen hem en zijn vrouw en kinderen maakt in ieder geval niet begerig naar het heil dat Gods kinderen wacht. Gelukkig zijn er ook andere voorbeelden, waarin ouders in hun laatste levensuren hun kinderen vertellen van de hoop die in hen is.

De Bijbel zegt dat de oprechte volgelingen van Christus een liefelijk geur van Hem moeten verspreiden. Dat betekent ook dat naast de kritiek op Siebelinks werk ook mededogen met hem moet zijn. Jan Siebelink worstelt nog steeds met de verhouding tot zijn overleden vader. Op de manier waarop hij dit doet, valt veel af te dingen. Tegelijk is het van belang hem te wijzen op de sleutel tot alle raadsels.

Dat is iets anders dan -zoals is gebeurd- hem anoniem bestoken met dreigbrieven en oordeelsaankondigingen. Zeker, ernstige waarschuwingen mogen niet ontbreken. Maar de andere zijde evenmin. Siebelink zoekt nog steeds. Juist reformatorische christenen zijn degenen die hem met bewogenheid onder ogen moeten brengen dat het antwoord op alle vragen te vinden is in het Woord dat spreekt van heerlijke dingen. Daar kan een mens ervaren hoe God zich openbaart.