Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Els Brussé-Dekker

Zwervende jood in de 16e-eeuwse Nederlanden

Maarten Luther was een fanatieke jodenhater die opriep tot uitroeiing van "het duivelse gebroed", tenminste, als we de Noorse schrijfster Bergljot Hobk Haff moeten geloven. Ze voert de kerkhervormer ten tonele in haar roman "De eeuwige vreemdeling", waarin ook Melanchthon en Bruegel aan het woord komen. 

De eeuwige vreemdeling alias de zelfbenoemde wandelende jood alias de Venetiaan Juan Cartophilus heeft in zijn leven kortere of langere tijd met deze beroemdheden doorgebracht. Zelf is hij een ongelovige jood, die zich voor zijn eigen veiligheid als een tot het christendom bekeerde jood voordoet. In werkelijkheid staat hij zeer kritisch tegenover de joodse traditie en de talmoed; hij heeft daarover in het geheim geschriften opgesteld, maar de ontdekking van een daarvan heeft geleid tot zijn verbanning. 

Aan het begin van de roman, in 1559, trekt hij met zijn elfjarige dochter Juana door de Nederlanden richting Amsterdam om daar een veilige woonplaats te vinden. Juana moet zich voordoen als een jongen, Juan. Later in het boek blijkt dat zij voor haar vader eigenlijk haar broer moet vervangen, die is neergeschoten bij de inval voorafgaand aan de verbanning. Juana gehoorzaamt, maar ze worstelt enorm met haar identiteit. Geregeld bekijkt ze zichzelf naakt in de spiegel om zich ervan te overtuigen dat ze echt zichzelf is. 

Vader en dochter kunnen terecht bij een familielid waar ze ruim vier jaar blijven. In die tijd logeert ook de schilder Pieter Bruegel er enige tijd. Ze spreken af dat ze tijdens het verblijf van Bruegel een avond per week bij elkaar zullen komen; Bruegel bespreekt dan een van zijn schilderijen, zoals "De val van Icarus", en Cartophilus vertelt over zijn veelbewogen leven. 

In 1565 valt, ondanks alle voorzorgsmaatregelen, alsnog het doek voor Juana. Haar vader is inmiddels gestorven en zij volgt na jaren thuisonderwijs lessen op een school. Nog steeds gaat ze voor het oog als jongen door het leven. De rector die haar gevraagd heeft de school te bezoeken, vermoedt echter al dat haar vader belastende teksten heeft geschreven. Een jonge docent weet Juana's vertrouwen te winnen, nadat hij heeft ontdekt dat ze een meisje is. Wanneer ze op het punt staat met hem te vluchten en daarna te trouwen, valt ze door zijn verraad in handen van de rector en ze wordt op grond van haar vaders werk ter dood gebracht. 

"De eeuwige vreemdeling" valt te lezen als een historische roman, die veel informatie verschaft over de gevaren die een afvallige jood in de zestiende eeuw liep. Het boek is deels kunsthistorisch te noemen, vanwege de aandacht voor het werk van Bruegel. Daarnaast legt het een kritische, bijna afwijzende houding aan de dag voor het joden- en het christendom en de vertegenwoordigers daarvan. 

Luther omringt zich met een boeren en winden latend gezelschap en Calvijn wordt neergezet als een strenge, bekrompen man, die van mening was dat het voor een mens het beste was om helemaal niet geboren te worden of om desnoods op zo jong mogelijke leeftijd te sterven. De enige die er goed vanaf komt is de bedeesde en gematigde Melanchthon. 

Ten slotte kun je de roman ook lezen als een verslag van identiteitscrises. Aanvankelijk lukt het Cartophilus niet om in de ikvorm over zijn leven te vertellen; hij gebruikt het afstandelijke hij. Bovendien heeft hij zich al zo vaak onder een andere naam en onder een andere beschrijving van zichzelf uitgegeven, dat het voor hemzelf ook niet meer duidelijk is wie hij nu echt is. Zijn dochter zadelt hij op met hetzelfde probleem, waar ze overduidelijk onder lijdt. 

De auteur geniet volgens het omslag in Noorwegen dezelfde status als Hella Haasse bij ons. Op grond van dit boek zou ik die vergelijking niet durven trekken, want de diepgang die Haasse in haar historische romans bereikt bij haar personages haalt Haff bij lange na niet. 

N.a.v. "De eeuwige vreemdeling" door Bergljot Hobk Haff; vert. uit het Noors door Lucy Pijttersen; uitg. De Geus, Breda, 2005; ISBN 90 445 0544 0; 220 blz.