Er zijn van die oude verhalen die om de een of andere reden altijd populair blijven. In de originele versie voor de echte liefhebbers; aangepast aan de moderne tijd voor lezers die het vooral om het verhaal te doen is. Dus zijn er legio schrijvers die zich op het hervertellen ervan toeleggen. Maar de ene bewerker is de andere niet. We zien dat bij kinderbijbels, die, zoals we allemaal weten, in taalgebruik en verteltrant enorm kunnen verschillen. We zien het ook bij oude niet-bijbelse verhalen of legenden.
De Engelse auteur Kevin Crossley-Holland heeft voor een wel heel bijzondere manier gekozen om het oude verhaal van koning Arthur (in drie kloeke boekdelen) te hervertellen. De dertienjarige Arthur krijgt van tovenaar Merlijn een wonderlijke steen, zo lezen we in het eerste deel "Arthur - de zienersteen". Het wonderlijke van deze "obsidiaan" is dat Arthur daarin zijn eigen leven, verleden en toekomst, weerspiegeld ziet. "Soms is mijn leven een echo van wat er in de steen gebeurt, en soms is het andersom. Maar mijn steen laat me ook mensen en plaatsen zien die ik helemaal niet ken."
Eerst heeft hij helemaal niet door dat het in die steen om hemzelf gaat in plaats van om een ander jongetje, dat toevallig ook Arthur heet. Het dringt pas echt tot hem door als hij in de steen ziet hoe een man met een kap (Merlijn, zo blijkt) hem bij zijn pleegvader brengt. "U moet hem opvoeden als uw eigen zoon. Laat hem Arthur dopen, maar tot het eind van deze eeuw mag u hem niet vertellen dat hij uw pleegkind is."
De auteur vertelt het verhaal in precies honderd korte, soms flitsende hoofdstukjes, zonder dat er daardoor een hinderlijke verbrokkeling ontstaat. Zo maken we ruim kennis met hof- en landleven in het Engeland van omstreeks 1200. Wat Arthur aan het eind van het boek over zichzelf zegt, geldt voor iedere aandachtige lezer: "Mijn steen heeft me vechtende draken laten zien, vurige hartstocht, toverij, strijd, wijze woorden, boze plannen, goedheid en wreedheid. Hij laat me het beste en het slechtste zien, goed en fout." En hij voegt eraan toe: "en ik ben er een deel van."
N.a.v. "Arthur - de zienersteen", door Kevin Crossley-Holland, vert. Tjalling Bos; uitg. Lemniscaat, Rotterdam, 2001; ISBN 90 5637 3706; 327 blz.