Tijden niets van hem gehoord, maar is hij er weer. Geert Mak prijkt dezer dagen in alle serieuze kranten en tijdschriften en wordt voor allerlei praatprogramma's uitgenodigd. De afwezigheid en aandacht hebben alle twee te maken met zijn rentree in de boekwinkel. Het is een stevige rentree: "In Europa" telt zo'n 1200 bladzijden. En wie over nostalgie praat, krijgt die 1200 gebonden pagina's met liefde door Maks hand naar het hoofd geslingerd, meldt de auteur en passant. Inderdaad zijn daarvoor de Europese problemen te groot, en Maks ideeën te links-belijnd.
Geert Mak is inmiddels een bekende Nederlander, op straat wordt hij meteen herkend. "Hoe God verdween uit Jorwerd" (1996) en zeker ook "De eeuw van mijn vader" (1999) hebben hem voorgoed in de etalage gezet. Sindsdien volgt Nederland hem - en pas toen ontdekte het grote publiek zijn eerdere publicaties, zoals die over de geschiedenis van Amsterdam. Op de een of andere manier is Mak vaderlands bezit geworden, van het genre knuffelbeer. En toch is hij heel gewoon gebleven: geen air, vooral innemend.
Het succes van Mak heeft te maken met zijn goede pen, een vaardigheid die hij als journalist heeft ontwikkeld. Schreef Mak destijds voor de progressieve Groene Amsterdammer, tegenwoordig komt hij met het verleden. En daarin ligt vooral zijn succes: het lezen van Maks boeken roept herkenning op. Zeker in "De eeuw van mijn vader" schrijft hij een soort tastbare vaderlandse geschiedenis. Hij doet dat op zo'n persoonlijke, betrokken manier dat het is alsof Nederland bij Mak op de bank zit, de familieverhalen hoort en in zijn oude fotodozen en archiefladen mag rommelen. Zijn verhalen hebben iets samenbindends, want wie heeft er geen Mak-achtige achtergrond...
Ook "In Europa" is een reis door de historie: trekken door de twintigste eeuw. Toch is het boek beduidend minder 'dichtbij' dan Jorwerd en de geschiedenis van Maks vader. Het is ook de vraag of "In Europa" vergelijkbare verkoopcijfers haalt. Oorzaak daarvan zou kunnen zijn dat de schrijver in zijn nieuwste boek weinig van de ikfiguur gebruikmaakt. "Het is echt een journalistieke reis geweest: je kijkt naar buiten en vertelt wat je ziet. Een journalist schrijft nooit zo vreselijk veel over zichzelf. Natuurlijk zijn er in dit boek momenten dat ik zelf op het toneel verschijn, bijvoorbeeld als de jaren zestig aanbreken. Het zou raar zijn als ik dat niet deed, want ik wás in 1968 in Parijs. Met name in dat hoofdstuk zit zelfreflectie over de vraag wat onze generatie toen eigenlijk bezielde."
Zwevend gevoel
"In Europa" is het resultaat van de reis die Mak in 1999 in opdracht van NRC Handelsblad door Europa maakte: een soort eindinspectie waarvan elke dag rechtsonder op de voorpagina van de krant een klein bericht moest komen. In zijn boek volgt de schrijver de (chronologische) reis min of meer. "Het boek vormt een krakeling van reizen en zo was het in werkelijkheid ongeveer ook. Ik volgde voorzover mogelijk de loop van de geschiedenis, op zoek naar sporen: een overgroeide kuil bij de Somme, een gemitrailleerde deurpost in de Berlijnse Oranienburger Strasse, een graf met twee portretten bij Leonding, een besneeuwd bos bij Vilnius, een krantenarchief in München, een heuvel achter Barcelona, een wit-rood sandaaltje in Auschwitz.
Na bijna elk hoofdstuk ben ik even in Amsterdam terug geweest. Puur om mijn overhemden te wassen, boeken te verversen en natuurlijk om mijn geliefde familie te zien. Mijn vrouw is ook regelmatig mee geweest, zo eenzaam was het nu ook weer niet. Het is leuker met z'n tweeën te reizen, maar journalistiek is het veel beter om in je eentje te gaan.
In de loop van het jaar werd ik een soort rondtrekkend fabriekje. Ik produceerde stukjes voor de krant, interviewde, bezocht musea. Als ik een stukje af had, begon ik te bellen voor afspraken voor de week erop. In Madrid belde ik voor afspraken in Lissabon, in Lissabon begon ik dingen te regelen voor in Engeland en in Engeland weer voor in Ierland. Zo eens in de zoveel dagen belde ik naar Nederland, want dan begon ik de route voor de volgende maand te plannen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik zo nog jaren had kunnen doorgaan. Op het laatst was het echt heerlijk. Je krijgt een soort zwevend gevoel."
Uiteindelijk is "In Europa" nog wel een reis, maar het is veel meer een historisch boek geworden dan de NRC-stukjes ooit waren. Mak verzamelde onderweg veel materiaal, door interviews, door bezoeken aan lokale archieven en musea. Terug in zijn grachtenpand in Amsterdam besteedde hij veel tijd aan historische research. Al met al kreeg hij een andere kijk op Europa. Hij denkt dat zijn boek het eerste is dat de geschiedenis van Europa aan het brede publiek presenteert.
"Ik heb het afgelopen jaar veel gestudeerd. Dat werd steeds interessanter. Vanaf 1990 is er veel meer bekend geworden over het Europese verleden, dingen die niet in de klassieke boeken staan. Met name in Moskou en Oost-Europa zijn zo veel archieven opengegaan, niet alleen over de communistische tijd en over de Stalin-tijd, maar ook over de nazi-tijd. Onze Europese geschiedschrijving is de afgelopen tien jaar sterk veranderd.
Daarbij komt nog dat wij langzaam anders over de hoofdfiguren van de twintigste eeuw gaan denken. Ze komen wat verder van ons af te staan, dus we beginnen ze ook wat meer te historiseren. Datzelfde is bijvoorbeeld in de negentiende eeuw met Napoleon gebeurd. Die kon de eerste jaren alleen maar als een beest beschreven worden -hij wás ook een enorme schurk- maar hij is toch ook een historische figuur geweest. Op dezelfde manier beginnen we naar Stalin en Hitler te kijken.
Je ziet trouwens ook dat sommige landen eindelijk toekomen aan het onder ogen zien van bepaalde pijnlijke episoden. In Spanje wordt bijvoorbeeld pas sinds een jaar of drie publiekelijk over de Spaanse burgeroorlog gesproken. Er zijn uitstekende historische boeken over verschenen, maar die zijn allemaal door Engelsen geschreven. Bij mijn weten moet de eerste goede Spaanse biografie van Franco nog geschreven worden, terwijl er al twee, drie Engelse zijn."
Beetje onwezenlijk
Mak gaf zijn buitengewoon hoogleraarschap grootstedelijke problematiek aan de Universiteit van Amsterdam op omdat zijn Europa-boek de hoogste prioriteit moest krijgen, vond hij. "Ik had het gevoel dat dit als de wiedeweerga moest verschijnen. Het had als praktische reden dat zo'n reis op een gegeven moment veroudert: je kunt niet over zeven jaar nog met dit boek aankomen. Aan de andere kant zie je dat Nederland op dit moment enorm in zichzelf is gekeerd, terwijl er wel ontwikkelingen op internationaal vlak plaatsvinden waar wij onvermijdelijk deel van uitmaken. De kranten zouden naar mijn gevoel een extra pagina over de Europese Unie mogen hebben, maar nee, wij maken ons druk over de misstap van een wethouder. Dat klopt niet."
Wie een jaar lang door het continent reist, wordt onvermijdelijk meer Europeaan. En dat is ook goed, vindt Mak. "We moeten toch echt meer in Europese termen gaan denken. Ik woon hier in het centrum van Amsterdam, maar als de Bijlmer helemaal in puin draait, is dat ook het probleem van mij in het centrum. Hetzelfde geldt voor Nederland. En voor Europa. We hebben grote gemeenschappelijke belangen. De economie natuurlijk. We hebben aan allerlei Europese regels een hekel, maar we moeten niet vergeten dat we de enorme welvaart van na de Tweede Wereldoorlog voor een belangrijk deel aan de EU te danken hebben. De EU heeft ons bovendien vrede gebracht, dat is iets wat bijna iedereen is vergeten. Het Afrika van nu is niks vergeleken met het Europa van voor 1945: één grote slachtpartij. De EU is een van de bronnen van stabiliteit."
Is uw verhouding met Nederland veranderd?
"Ja, met Nederland kreeg ik een beetje een rare relatie. Als je veel weggeweest bent, valt het je op hoe verschrikkelijk rijk we zijn. Aan het eind van mijn reis kwam ik Nederland binnenvaren op een schip. Ik kwam uit landen die met de vreselijkste problemen kampten en dan hoor je hier het belangrijkste nieuws: een boos kamerlid, een overlijdensbericht en een relletje over een wethouder. Dan denk je: wat een gezegend land met deze problemen. Nederland wordt een beetje onwezenlijk als je dat hoort."
Waar voelde u zich het meeste thuis?
"Met Oostenrijk heb ik helemaal niks. En Roemenië vind ik ook geen leuk land, het heeft een hard bewind. Het mooiste land is Frankrijk. Het is ook een geavanceerd land. Ondanks alle corruptie en schandalen heeft het op de een of andere manier veel dingen goed geregeld. Als je in Parijs rondreist, weet je hoe het openbaar vervoer er in 2050 uit zal zien. In mijn boek komen de Fransen er helemaal niet zo goed van af, want ze verstoppen alle geschiedenis die ze niet bevalt. Van Italië houd ik ook, met zijn oudheid en zijn zon.
Ik voelde me ook erg thuis in het voormalige Oost- en Midden-Europa. Als je in de jaren vijftig bent opgegroeid, snap je heel goed de problemen van armoede. Je weet hoe mensen zich voelen als ze arm zijn en van weinig geld leven. Het was een grote herkenbaarheid - vreemd genoeg eigenlijk, want hier in Nederland is alles nieuw. Als een auto drie jaar oud is, kopen we weer een nieuwe. In zo'n land waar dingen echt opgebruikt worden overvalt je een gevoel van weldadige gewoonheid. Je ontmoet er ook mensen die heel veel hebben meegemaakt en op een bepaalde manier erg wijs zijn geworden. Normen en waarden zijn daar werkelijk geen goedkope kreten."
Uw boek is geen vrolijk verhaal.
Nee. Toch laat de geschiedenis van Europa wel vooruitgang zien. We hebben iets geleerd over het belang van vrede. We weten inmiddels hoe erg oorlog is. De geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw is een slecht gecomponeerd verhaal. Tot 1940 is Europa een paradijs vol optimisme: alles kan en tussendoor voeren we even een oorlogje. Wat we krijgen is een grote ramp en vervolgens twee dictaturen: het communisme en Franco. Grote schrik. En dan toch weer welvaart, waarop chaos rond normen en waarden volgt. Oost en West vallen uit elkaar. En dan valt eind jaren '80 de Muur ineens, de Oost-Europeanen komen er weer bij. Intussen hebben die van alles meegemaakt wat wij niet hebben beleefd, dus het is moeilijk wennen aan elkaar. Als in een heel goedkoop verhaal verschijnt dan opeens dat heel oude monster weer: het nationalisme duikt midden in Europa op, in het voormalige Joegoslavië. Het was natuurlijk een prachtig happy end in 1989, maar het laatste hoofdstuk van mijn boek vond ik niks."
Krijgt die geschiedenis een vervolg?
"Ik ben bang van wel. Die nationalistische oorlogen van Joegoslavië zijn niet alleen maar een laatste stuiptrekking van het verleden, die kunnen ook wel eens het begin van bewegingen zijn waar we in de 21e eeuw nog flink last van kunnen hebben. Vooral bij gefrustreerde mensen in Oost-Europa, die dachten dat binnen tien jaar alles goed zou komen.
In Nederland wordt er nauwelijks over gepraat, maar de Europese uitbreiding heeft enorme consequenties, ook voor ons. Er komen tien landen bij, terwijl de sturing van Europa niet op orde is. We zijn als een scheepje dat op volle zee vaart, terwijl er 25 kapiteins aan het roer staan. Dat werkt niet. De EU zal heus wel doordraaien, maar zodra er een crisis komt, is het zaakje stuurloos. Het is ook niet meer dan logisch dat nu de drie grote, machtigste landen redden wat er te redden valt en samen maar wat konkelfoezen."
Dan is Turkije er nog.
"Er zijn veel argumenten om Turkije buiten Europa te laten, maar ik denk dat dat een enorme historische vergissing zou worden. Dan polariseer je enorm tussen West-Europa en de islam, je jaagt Turkije in de armen van het fundamentalisme en dat zou desastreus zijn. Je kunt bijna niet geloven dat hierover in Den Haag nauwelijks wordt gepraat! Ik kan het gesnurk ten aanzien van Europa hier ongeveer horen."
Brengt Turkije met zijn moslimcultuur niet ook grote problemen met zich mee?
"We hebben al heel veel moslims binnen de grenzen. En de Griekse orthodoxie is zeker zo wezensvreemd aan het westerse christendom als de islam. Het kenmerk van Europa is juist een enorme verscheidenheid. Europa is een lappendeken. Al is het natuurlijk wel zo dat hoe meer de Europese gedachte verdunt, hoe moeilijker Europa te besturen wordt. Je kunt niet aan het uitbreiden blijven.
Ik zie wel problemen, maar niet op religieus gebied. Het omgaan met de staat zal veel meer conflicten opleveren. Grieken en Italianen hebben bijvoorbeeld heel andere ideeën over regels en overheid dan wij. Nederlanders, maar ook Belgen en zelfs Fransen, zijn al veertig jaar gewend om internationaal concessies te doen. We weten dat we met z'n allen het balletje in de lucht moeten houden. Maar de Polen moeten dat nog helemaal leren. Die zijn zo gevoelig in hun nationaliteit en zo patriottisch, dat ze gelijk de boel opblazen zodra hen iets niet zint. Dat geldt ook voor veel andere Oost-Europese landen. De democratie is in het grootste deel van Europa maar een heel dun laagje."
Hoe zal deze nieuwe eeuw verlopen?
"Het kan door een wonder goed gaan, maar er is grote kans dat Europa in elkaar klapt en dat we teruggaan naar het oude Europa van twee snelheden. Als Bush herkozen wordt en er begint weer ergens een nieuwe oorlog, dan kan dat een crisis veroorzaken. In het Midden-Oosten blijft de situatie ontzettend gevaarlijk, ook voor Europa. Raketten uit Israël en Arabische landen kunnen zo Europa bereiken. Als president Bush nog vier jaar aan het bewind is, kan er een grote economische crisis ontstaan rond de Amerikaanse schuldenlast. Verder zou er een pandemie kunnen ontstaan, een enorme virusuitbarsting. Of een crisis rond Noord-Korea.
Terroristische aanvallen. Als dit soort dingen zich voordoet, moet er razendsnel gehandeld worden en op het ogenblik kunnen de Europese structuren dat niet of nauwelijks aan.
Het is daarom belangrijk dat Brussel meer bevoegdheden krijgt. We zouden het Amerikaanse systeem moeten volgen, dat werkt goed. Een vertegenwoordiging per kiezer, representatief, maar ook nog vertegenwoordiging per land. Die nationale banden zijn toch veel sterker dan wij allemaal denken. Ik heb dat nooit zo beseft, maar Europa heeft ook een paar bindende figuren nodig. Het zou goed zijn als er een president zou komen à la Kofi Annan: een oude, wijze Europeaan die alleen al voor het gevoel de boel bij elkaar houdt."
Mede n.a.v. "In Europa. Reizen door de twintigste eeuw", door Geert Mak; uitg. Atlas, Amsterdam, 2004; 1185 blz.; geb. ISBN 90 4501 168 9; 49,90, paperback ISBN 90 4501 178 4.