Dragan vertelt in de jeugdnovelle "Ontsnapping uit Srebrenica" hoe hij als 15-jarige jongen aan de Servische soldaten weet te ontvluchten. Op zoek naar familie komt Dragan in een asielzoekerscentrum in Nederland. Na een autokraak belandt hij in de gevangenis, waar hij zijn dramatische vlucht uit Bosnië opnieuw beleeft.
Albert ten Cate heeft zich goed verdiept in de ellende van de Balkanoorlog. In een voorwoord geeft hij uitleg over de situatie van de Balkanlanden tussen 1919 en 2001. Achter in het boek is een verklarende woordenlijst opgenomen.
Terwijl ik dit schrijf heeft de herdenking van de val van Srebrenica plaats. Ongeveer 8000 mensen werden in 1995 op brute wijze vermoord. De schokkende krantenverhalen komen overeen met de inhoud van dit boek.
En passant beschrijft de auteur hoe ene Lucius in het jaar 79 tevergeefs vlucht voor de uitbarsting van de Vesuvius. Dragan denkt aan hem als hij gevangenzit.
De afschuwelijke gebeurtenissen van de burgeroorlog zijn al erg genoeg. Bijna te erg om na te vertellen. Ten Cate doet het toch, vaak met woorden als overdonderend, gruwelijk, misselijkmakend, bebloed, afgeslacht, verkracht, verminkt. Daartussendoor moet Dragan steeds aan zijn vriendin Ajda denken.
Deze jeugdnovelle laat zich niet zomaar lezen. De lezer moet moeite (willen) doen om in het ontsnappingsverhaal te komen. Maar wie geïnteresseerd is, zal het boek snel uitlezen en er nog lang over nadenken.
N.a.v. "Ontsnapping uit Srebrenica", door Albert ten Cate; uitg. Callenbach, Kampen, 2005; ISBN 90 266 1287 7; 64 blz.